Klik op een foto om het groter te bekijken. Daarna kun je via de pijltjes bladeren door de foto’s. Veel lees- en kijkplezier.
Als je het handig vindt, kun je je aan de rechterkant aanmelden voor de nieuwsbrief. Dan krijg je automatisch een mailtje als ik een nieuw reisverslag heb geplaatst.
Woensag 11 maart 2020: Marrakech – langs R318, ri. Casablanca
We doen rustig aan vanmorgen, we hoeven vandaag nog niet in Casablanca aan te komen. We delen de route op over 2 dagen. Om 10uur rijden we weg. De NKC groep is dan al verdwenen, de camping is een stuk leger zo.
We gaan ‘klein’ rijden, en als we de stad uit rijden, via de P2008, komen we een waar legioen van brommers tegen, allemaal ‘werkbijen’, op weg naar Marrakech.
Het valt ons vaak op dat doorgetrokken strepen en borden met een inhaalverbod gewoon genegeerd worden. Een doorgetrokken streep is voor de doorsnee Marokkaan gewoon een aanduiding waar het midden van de weg is.
En moet je de andere kant op, dan ga je gewoon dwars op de weg staan, tot je op kunt trekken, iedereen ziet me toch staan? We rijden via de N7 verder noordwaarts.
Dan gaan we nog kleiner rijden. TomTom zegt dat er onverharde wegen bij zitten, maar we zien het wel. We slaan linksaf de P2022 op. Volgens Tomtom onverhard, maar er ligt toch echt asfalt op. Niet overal trouwens, het is een behoorlijke gatenkaas. We nemen een liftster mee, die zelfs geen Arabisch verstaat. Op mijn ‘smeetee Maryam’, geeft ze geen sjoege. Ze rijdt best nog wel een heel stuk mee en stapt uit in een kleine plaats, de mannen die buiten zitten knikken goedkeurend.
Dan wil TomTom ons rechtsaf een onverharde weg in hebben. Dat willen wij niet dus gaan we verder. Dan zitten er een paar mannen, ze gebaren dat we beter niet verder kunnen rijden. Op hun vraag waar we naar toe gaan, zeggen we Casablanca. We kunnen beter terug gaan en dan de eerste onverharde weg links nemen. Dat is een klein stukje, dan wordt het weer asfalt, althans zo begrijpen we het. Dus keren we om en slaan linksaf de onverharde weg in. En inderdaad, na ca. 1,5km is er opeens weer asfalt. De weg heeft zelfs een nummer, de P2011. Het asfalt is prima, een stuk beter dan eerder met al die gaten.
Via de N7a gaan we rechtsaf de P2341 op richting Youssoufia. Daarna wordt het de N1. Het landschap is een beetje saai. Dan rijden er opeens allemaal ezelwagentjes, groot en klein, er is vast ergens een markt.
En ja hoor, in Oulad Amrane is de wekelijkse souk. Het wemelt er van de ezelwagentjes en er zijn veel mensen op straat, het is een gezellige chaos. We duiken de eerste de beste zijstraat in en parkeren de camper. Daarna zijn we binnen no-time op de markt. Het is totaal anders als alle andere markten die we bezocht hebben.
We merken dat er niet veel toeristen hier komen, we worden van alle kanten nagekeken. De mensen zijn wel heel vriendelijk, als we contact maken komt er gelijk een grote lach op hun gezicht. Een oudere mevrouw zit met een baby op schoot, ze lacht een tandeloos lachje tevoorschijn. Ik mag een foto maken. Dan zegt haar man dat ik ervoor moet betalen, ja het blijft een marktkoopman he? Maar de vrouw zegt gelijk, ‘lah’, nee dus, geen geld geven hoor.. Het is haar man, hij heeft geen schijn van kans. Haha
Op deze markt, die trouwens enorm groot is, zitten alle marktlui onder grote stukken zeil, uit de hete zon vandaan, lekker voor hun. Het is redelijk gestructureerd, met ruime paden.
Zoals op veel authentieke souks worden er kippen geslacht waar je bij staat, vers van het mes. En er zijn ambulante smederijen. Er wordt net een ezeltje van nieuwe schoenen voorzien. De nagel wordt door de hoef geslagen en aan de andere kant afgeknepen, je ziet dat het ezeltje daar last van heeft, maar de smid gaat stug door.
We lopen terug naar de camper, met verse aardbeitjes en pinda’s. Mensen verzamelen zich bij de ‘huifkarren’, dat zijn de plaatselijke taxi’s, ja alles gaat in stijl.
Ja, en dan rijden we natuurlijk al die ezelwagentjes achterop, ze zijn op weg naar huis. We zien ze kilometers verderop nog rijden. Af en toe gaan we er stapvoets naast rijden, de mensen vinden dat wel leuk. Er zijn veel grote zwaaien en brede lachen op hun gezichten.
Na de marktplaats is er weer genoeg te beleven onderweg. Een man brengt zijn twee dochters naar school, ze zitten met z’n drieën op de brommer. Van alle kanten lopen de kinderen richting de school. Een wals rijdt tegen de rotonde in, een boer is het land aan het ploegen. Twee vrouwen en een kind brengen de koeien weer naar huis, we komen langs een druivenveld en het valt ons op dat hier veel koeien buiten staan. Het is of aan een touw, of bewaakt door een herder. Er zijn zelfs een paar herders die een afdakje hebben gemaakt om uit de zon te zitten.
Voorbij de marktplaats werd het landschap interessanter. De akkers zijn groen en er zijn veel bedoeninkjes. En er zijn veel mensen onderweg of langs de weg. Leuk hoor. We hebben veel contact.
Dan vraagt een man of hij mee mag rijden, stap maar in, hij hoeft maar 11km mee. Het is een leraar, spreekt goed Frans en Italiaans. Hij heeft een huis in Marokko en in Italië. In Sidi Bennour stapt hij uit, wij rijden verder de N1 op.
Daarna gaan we in Laaounate linksaf de P5459 op en via de R315 naar Oulad Frey. Daar gaan we de R303 op naar Oulad Abbou.
Net na Oulad Abbou gaan we linksaf een onverharde weg op, op zoek naar een overnachtingsplekje. In deze regio zijn geen campings. We vinden het op een stuk grond voor een huis. We hebben toestemming van de eigenaar.
We worden op de thee gevraagd. De vader en de dochter zijn best wel een beetje claimend. De dochter heeft bezit genomen van onze telefoon, maar ze kan er weinig kwaad mee.
Papa vraagt of we zijn zoon mee kunnen nemen naar Nederland/Europa. We zeggen, dan gaat mama huilen. Maar hij is heel serieus. Wij worden ook serieus en zeggen dat dat niet kan. Waarom niet is zijn vraag? We leggen uit dat zijn zoon een visum moet regelen in Marokko en dat hij een contract moet kunnen overleggen, dat hij werk heeft in Europa. Dat moeten wij dan maar regelen. Maar dat gaat niet zeggen wij. Wij werken niet meer en we kennen ook geen ‘bazen’ die zoiets zouden kunnen doen. Hij is not amused.
Of we mee gaan naar het stadje, 4km verderop, dan moeten we wel met onze camper er naar toe. Daar hebben wij geen zin in. We hebben de hele dag gereden en willen uitrusten. We vinden het niet zo prettig allemaal.
Als we in de camper zitten, gaat papa met zijn zoon op de brommer naar het dorp. Tegen half 8 komt een politieauto aangereden. We mogen hier niet overnachten, we moeten naar Berrechid, de eerstvolgende grote plaats. Onze paspoorten worden nagekeken, evenals ons kenteken.
We vermoeden dat papa dit geregeld heeft, omdat wij niets voor zijn zoon ‘willen’ doen. De agenten rijden ons voor naar de doorgaande weg, wel met een omweg via het dorp waar we eerder doorheen gereden zijn. Het wordt al donker, maar we gaan toch maar op pad. Gelukkig is het asfalt goed. Het valt ons wel op dat veel tegenliggers met vrij scherpe lichten rijden.
Tegen kwart voor 9 stoppen we bij een tankstation die een groot erf heeft. We mogen helemaal achterin staan, dichtbij de bewakingscamera. We geven de bewaker 20DH en installeren ons voor de nacht. Er zijn veel honden, maar we hopen dat die hun wafwaffel houden vannacht. Er is nu nog veel verkeer, ook daarvan hopen we dat het minder wordt. Asfalt maakt altijd veel lawaai.
Het was vandaag 34º, als we stoppen om kwart voor 9 is het nog 20,5º.
Het was een bijzonder leuke dag, met veel interactie met de mensen die we tegen kwamen. Het was zeer campestre, heel landelijk, daar houden wij wel van. Jammer van de afsluiting, dat we nog in het donker moesten rijden, maar dat hoort er een beetje bij als je ‘wild’ gaat staan.
….
Terug naar 10 maart | Terug naar ‘overzicht‘ Naar ‘coordinaten‘ Naar ‘reisroute‘ | Verder naar 12 maart |