
28 juni t/m 2 juli 2019
De eerste dag van deze periode kun je direct hieronder lezen, wil je een van de andere dagen lezen klik dan op de link van die dag:
Ga naar 29 juni – Ga naar 30 juni – Ga naar 1 juli – Ga naar 2 juli
vrijdag 28-06: Lustenau – Bielerhöhe
We zijn laat op, de nacht was rommelig. Het was warm, ondanks dat we de dakluiken en zijramen in de slaapkamer open hadden. Dus tegen de ochtend vielen we nog effe in slaap.
De scholen hebben sportdag, achter de tennishal is een zwembad en sportvelden. Af en toe klinkt er een luidspreker. En voor onze camper is een boogschietterrein. Daar zijn ook kinderen bezig.

Om half 10 rijden we weg. We gaan richting Sankt Gallenkirchen en de Silvretta hochalpenstrasse. De pas is een tolweg. Voor een camper kost het € 23,50, inclusief personen.
Maar eerst rijden we vanaf Lankweil richting Damüls. Er zitten stukken waarbij we 14% stijgen. Het is een leuke route met veel groen en mooie vergezichten. Het Oostenrijk zoals we dat mooi vinden.

Bij Damuls, een echt wintersportplaatsje gaan we rechtsaf de 193 op naar Bludenz. We rijden door het Groot-Walsertal. Ook erg mooi en erg aan te bevelen. Onderweg vullen we onze watertank met zuiver bergwater, daar houden wij wel van.
We komen door Bludenz en gaan daar de 188 op naar de Silvretta Hochalpenstrasse. Ook weer erg mooi, we vermaken ons prima zo. De bermen zijn gevuld met mooie bloemetjes, erg gezellig.

We lunchen in Sankt Gallenkirch. Hiervandaan gaat er een mooie fietstocht naar de Alpe Nova hut. Maar het is al 14uur dus dat vinden we te laat worden. Het zijn 1390 hoogtemeters.
We staan in de schaduw en hebben wifi van het liftgebouw dus verlengen we onze pauze. Tegen 16uur gaan we verder, naar de Bielerhöhe. Hiervoor ga je verder op de Silvretta Hochalpenstrasse. We komen langs de tolpoort, betalen onze bijdrage en gaan, volgens de brochure, via 34 haarspeldbochten naar boven.
We komen eerst langs een stuwmeer de Vermuntsee op 1743meter. Overal zien we water naar beneden komen en de rivieren eerder in het dal raasden er over, wat ging er een water doorheen.

We komen diverse fietsers tegen die net de berg af rijden, de beloning van een lange klim. Het is de gehele rit erg rustig op de weg. Dat zal in de weekenden wel anders zijn. Morgen is het zaterdag, dat zullen we wel gaan merken denk ik.

We komen uiteindelijk uit bij de Silvretta stausee. Hier vinden we ons een plekje via Park4night. Dat is te bereiken via een grindpad die in het begin er ruig is, er is wel wat rubber van de banden achtergebleven. Maar de plek beloond de moeite, wat een uitzicht. We staan aan het water.

Er staan nog veel auto’s maar dat zal straks wel minder worden als iedereen weer op huis aan gaat. Denken we. Maar er komen nog meer auto’s bij. En mountainbikers fietsen de bergen in met rugzakken op. Gaan vast naar een van de vele berghutten toe om te overnachten.
Er lopen nog mensen langs het meer, te genieten van de laatste zonnestralen. De temperatuur is hier heerlijk, met een frisse wind. Dat zal lekker slapen vannacht. We hebben er speciaal voor gekozen om hoog te overnachten, vanwege de temperatuur, wat een verademing, het is 25º als we arriveren.
Maar we klagen nog steeds niet hoor, hoor je ons klagen dan? haha. Welnee joh, het is vaststelling van keiharde feiten.
Hoogste punt 2037m, warmste temperatuur 32º, 158km gereden


Zaterdag 29-06: Bielerhöhe – Kops-stausee
Gisteravond zagen we om 22uur een vosje over het pad lopen. Hij stiefelde mooi naar het water en was even later verdwenen, leuk.
Er was al vroeg activiteit van mensen die op pad gingen met de fiets of lopend. Verder was het hier wel lekker rustig.
Om kwart over negen trekken we de stoute, uh, wandelschoenen aan en gaan op pad voor een wandeling van ca. 14km, met een hoogteverschil van ruim 400 meter, naar de Wiesbadener hütte.
Eerst lopen we langs het meer en komen langs een waterval die zeer onstuimig is. Je komt er dan ook niet droog langs. Het uitzicht over het meer is mooi en elke keer weer anders.

Aan het einde van het meer gaan we richting de berghut, volgens het bordje zo’n 1 3/4 uur lopen. We hebben de tijd dus rustig aan. We pauzeren op een bankje met een kopje thee en genieten van het uitzicht het dal in.
Er staat van alles te bloeien onderweg, het is om vrolijk van te worden als je dat al niet was. Het laatste stuk van de wandeling is best wel steil te noemen. We moeten drie keer door een sneeuwveld heen.

Ook fietsers gaan deze kant op, dat zal toch niet zo erg meevallen af en toe. Met onze e-bikes zou het nog een een pittige tocht zijn. Te voet is het goed te doen.
De Wiesbadener Hütte staat onderaan een berg die de ‘Piz Buin’ heet, naar de zonnecrème, of andersom, dat kan natuurlijk ook. Ik denk dat die berg er wel eerder stond dan dat de zonnecrème er was.

We nemen plaats op het terras en kijken op de kaart. We hadden het idee om een apflelstrudl te nemen maar er staan wel lekkere dingen op. We kiezen voor een käsespätle met zwiebelbraten en een Tiroler Gröstl met spiegelei. We delen de bordjes met elkaar en het zijn allebei lekkere gerechten.

We hebben uitzicht op de sneeuwvelden van de Piz Buin en zien dat er diverse groepjes mensen over de sneeuwvelden trekken. Het wordt allengs drukker op het terras met mensen die komen eten.
Als we later teruglopen komen diverse mensen tegen, waaronder een mevrouw van 79 jaar, die met haar zoon naar boven loopt, knap hoor. Voor haar zoon was het 20 jaar geleden dat hij hier was. Hij loopt meer te hijgen dan zijn moeder, haha.
De route terug is ook weer leuk, je ziet het weer van een andere kant. Bij het meer aangekomen slaan we linksaf en lopen langs de andere kant terug. Hier is het nog flink klimmen en dalen en de zon loopt vast, dus het is best wel warm. Aan deze kant komen we geen waterstroompjes meer tegen, dus kunnen we onze bekers niet vullen met vers bergwater. Heen hebben we diverse keren van het water gedronken, lekker hoor.

De parkeerplaatsen zijn goed bezet. We lopen door naar de camper en zijn net op tijd om het vrouwenvoetbal te zien, de kwartfinale van Italië tegen Nederland, die door Nederland met 2-0 wordt gewonnen, dik verdiend. Ze zijn door naar de halve finale en bovendien ook gekwalificeerd voor de olympische spelen.
Tijdens de rust rijden we weg, we hebben gisteren om 16.30uur een kaartje gekocht voor de Hochalpenstrasse en weten niet of die 24 uur geldig is of langer. Op het bonnetje staat dat je bij het verlaten van het gebied het bonnetje moet overhandigen, en daar staat op dat het een dagkaart is.
Als we bij de tolpoortjes komen staat de slagboom gewoon open. We hadden dus langer kunnen blijven. Maar het is goed zo. Langs de weg naar beneden zijn heel veel koeien, we horen constant de koeienbellen, grappig gehoor.
Direct na de tolpoortjes is een parkeerplaats en daar kijken we de 2e helft. Het is een leuke pot voetbal.
We baden pootje in de langsstromende rivier. Net als ik wil gaan zitten op de rots stopt er een auto. De man wenkt me dichterbij. Wat we aan het doen zijn. We zitten met onze voeten in het water, okay, dat is goed als we maar niet gaan wassen. Nee joh, het water is schoon, laten we dat zo houden. We mogen hier niet camperen, dat waren we niet van plan, we gaan zo weg. Ik vertel dat we naar het vrouwenvoetbal hebben gekeken en dat Nederland heeft gewonnen. Hij vroeg van wie, van Italië, helemaal goed zei hij en ging met een zwaai en een glimlach weer weg.
Als we even later weg willen rijden ziet Co verderop een paar vosjes onderaan de helling. Een paar, het zijn er wel zes. Ze zijn heel speels en hollen heel wat heen en weer. Even later staan we buiten met camera en telescoop. Het is Genieten met een grote G.
Er is een boer bij zijn koeien en als die even later langs het ‘speelterrein’ loopt houden de vosjes hem goed in de gaten, maar ze zijn niet bang.
We zijn opeens 1,5 uur verder. De vosjes moesten thuis komen want we zien ze niet meer verschijnen. Dan gaan wij ook maar eten, het is inmiddels half 8. Klik op onderstaande foto’s om ze groter te bekijken.
Zie hier het filmpje wat we gemaakt hebben met de vosjes in de hoofdrol. Als bijrol de boer die langs liep, de vosjes zag maar het allemaal prima vond.
Tegen 8 uur rijden we weg om een plekje te zoeken voor de nacht. Van een stel Duitse camperaars hoorden we dat er een grote parkeerplaats is bij de Steinisjochstrasse. Die vinden we maar er staat een heel duidelijk bord dat overnachten niet is toegestaan. Dus gaan we terug en vinden ons een plekje langs de weg op een grasveld.
Na een half uurtje horen we een autodeur en even later een klop op de deur. Langs deze weg mag niet geparkeerd worden. We snappen het, we zitten nog in te toeristisch gebied. Via Park4night vind ik een plekje in het bos, we worden dus gewoon het bos in gestuurd, haha.
Bij het grasveld stond een bord met historische informatie.
Ongeveer 100 jaar geleden was de armoe onder de Paznauner bevolking enorm groot, dat ze hun kinderen zomers naar het Schwabenland moesten sturen. Kinderen van 8 tot 15 jaar daar, voor gering loon, via een arbeidsmarkt, als ‘Kindsdirnen’ of ‘Hirtenbuben’ regelrecht versjachert. De moeizame weg naar het Schwabenland ging via het Zeinisjoch, door het Montafon naar de omgeving van Ravensburg. Tot aan het Zeinisjoch werden de kinderen begeleid door hun moeder. Bij de ‘Rearkappali bij Zeinis moesten ze afscheid nemen van elkaar. De naam van de kapel (rera – huilen) herinnert aan het leed van deze Schwaben kinderen.
Het is 1.3km van de doorgaande weg via een smal, bochtig weggetje. Het werd tijd dat we wat hadden want het begon al aardig te schemeren en we willen geen wild voor de wielen.
Dan is het computers aan en genieten van de mooie beeldjes van vandaag.

Zondag 30-06: Kops-stausee – Vent (Ötztal)
Het was een rustige plek, zo midden in het bos, maar meer ook niet. Dus als we wakker zijn rijden we naar beneden en zien daar om de hoek een parkeerplek waar we zo hadden kunnen gaan staan. Maar ja, we waren zo gefixeerd op het smalle weggetje gisteravond dat we de P niet hebben zien staan.
Nu parkeren we er en na het ontbijt halen we de fietsen uit de camper voor een rondje door deze vallei. Ik heb iets uitgezet van ca. 31,5km. Een heen en weertje, heen via de ene oever van de Trisanna en terug via de andere.
Bij de huizen van Tschaffein, waar we staan, staan op een paar plekken gigantische muren, opgebouwd uit grote keien. Wij denken dat het is om eventuele lawines tegen te houden, want ze staan vlak achter een aantal huizen. Hogerop in de bergen zien we allemaal sneeuwvangers, c.q. sneeuwvasthouders.

Onderweg komen we langs het zoveelste waterstroompje en nemen een pauze om onze voeten even te baden. Het water is ijskoud, maar af en toe even dompelen frist de voeten lekker op.
Het is al aardig warm aan het worden, bij de camper kunnen we lekker in de schaduw zitten om te eten.
Daarna rijden we het Paznauntal uit om via Landeck naar het Ötztal te gaan. We hebben kronkelen aanstaan op TomTom maar het wordt ons teveel gekronkel, over hele smalle steile wegen. Dus turnen we om naar ‘snelwegen vermijden’ en rijden we dwars door Landeck naar het Oetztal.
Onderweg zien we de temperatuur stijgen naar 41,5º, zo heet hebben we het nog nooit gehad. Totaal niet prettig. Gaandeweg onze route naar Vent zien we de temperatuur zakken.
De weg naar Sölden is een ‘rode’ weg, die best wel druk is. Na Sölden slaan we rechtsaf naar Vent en op die ‘gele’ weg is het een stuk rustiger en met mooie vergezichten en leuke dorpjes. Dat staat ons meer aan.
Bij binnenkomst van het dorp staat er ‘Griess di im bergsteiger dorf Vent’. We rijden nog verder het dal in naar het gehucht Rofen. Daar is een grote parking (volgens maps.me). Het is een smalle weg waar je niet teveel tegenliggers moet hebben.

Als we aan het einde aankomen en naar de parking willen rijden is die afgesloten met een paaltje, er staat dat het een privé weg is, dus verboden voor ons. Het is wel lastig want we moeten een flink stuk achteruit, schuin omhoog, keren is niet mogelijk. De koppeling begint behoorlijk te ruiken.
Eerst maar even afkoelen en zelf even thee drinken ondertussen. Nog iets verder terug kunnen we keren en we rijden terug naar het dorp. Daar kun je op een parking bij een skilift overnachten. In 2 apps staat dat het € 5,00 kost maar we moeten € 5,00 betalen voor vannacht en € 5,00 voor morgen tot 18uur. Vooruit dan maar.
Vent ligt op 1900 meter en we hopen dat vannacht de temperatuur daar wat handelbaarder is. Tegen 20.30uur is het 18º, binnen nog 26º, maar alles staat open dus het zal nog verder afkoelen, lekker hoor.
We gaan eten in een klein gasthof, het is eenvoudig, op zich smaakt het redelijk maar we hebben lekkerder gehad.

Morgen gaan we wandelen of fietsen, dat zien we nog wel.
Hoogste punt 2034meter, hoogste temperatuur 41,5º, we hebben 125km gereden.
We hebben nog een prachtige wolkenlucht aan het einde van de avond.

Maandag 01-07: Vent – Nedertal (tussen Ochsengarten en Kühtai)
Het ruisen van het water in de rivier was constant aanwezig, maar dat is altijd beter dan brekende golven op een strand. Dit gaat gestaag door. Het was vanmorgen 12º buiten, lekker temperatuurtje om bij te slapen.
We zijn laat op gang, maar dat geeft niet, we hebben geen afspraken of zo.
Na het ontbijt lopen we naar de sportzaak in dit kleine dorp om te kijken voor wandelstokken. We hebben onze Nordic Walking Pools wel bij ons, maar die kan je niet kleiner maken. Ja, zal wel gaan maar dan kun je ze niet meer gebruiken daarna.
We kopen lichtgewicht wandelstokken die in drieën ingeschoven kunnen worden. Met een handvat van kurk en een verlengd handvat voor als je bij het stijgen je stok lager vast wilt pakken. We krijgen er een paar rubber noppen bij voor als we op asfalt lopen.
De prijskaartjes mogen er af, we gaan ze gelijk gebruiken. De jongeman van de winkel zet ze voor ons op hoogte. Je arm moet een hoek van ca. 80º maken, dan is de hoogte goed.
We zijn van plan om naar het bergstation van de 2e stoeltjeslift, de Wildes Mannle, te lopen en dan met de twee stoeltjesliften terug naar beneden te gaan. We lopen liever omhoog dan naar beneden, vanwege de knieën.
Onderweg stoppen we regelmatig om te genieten van het uitzicht en daar af en toe een foto van te maken. Er komt op allerlei plekken veel water naar beneden, ook in de weilanden waar we doorheen lopen sijpelt overal water over het pad. Er liggen genoeg grote stenen om op te stappen en droge voeten te houden.

Trouwens, gisteren liepen we met de camper vast in het plaatsje Rofen, dit schijnt volgens het ANWB boekje dat ik mee heb de hoogst gelegen bewoonde nederzetting van Oostenrijk te zijn. En wij waren daar, jawel. Het is maar dat je het weet. 😉
We hebben op een gegeven moment 3km omhoog gelopen en hebben er nog 4.6km te gaan. Alles omhoog dus dat gaat niet zo snel. Op zich geen probleem, maar de lucht begint toch wel erg te betrekken.
Het zou vanmiddag gaan regenen en eventueel onweren. Dan moet je niet in de bergen lopen. Voor ons uit lopen al een hele tijd een man en vrouw. Zij lopen kennelijk dezelfde route als wij. Dan begint het in de verte wat te rommelen.
donkere wolken pakken zich samen
We riskeren het niet en besluiten om dezelfde route terug te lopen, geen straf hoor, het is hier prachtig. Kunnen we gelijk de stokken uitproberen met naar beneden lopen, en dat bevalt net als bij het stijgen erg goed. Je ontlast toch de knieën, vooral als de afstap erg groot is. Dan komt het gewicht niet extra op je gewrichten.
Als we op een bankje onze yoghurt eten begint het meer te rommelen, nog geen bliksemflitsen gelukkig. We eten iets sneller door en lopen het restant van het pad naar beneden.
We lopen nog langs bij de sportzaak, de jongeman kijkt ons aan en vraagt of alles goed is. Co zegt; Nee het is niet goed. Hij kijkt verschrikt, Co zegt gelijk; het is hartstikke goed. Dat levert een lach op.
Tegen 13uur zijn we terug bij de camper. Het zonnetje schijnt weer en we besluiten om het Oetztal uit te gaan, dat houdt in dat we weer terug naar het noorden rijden.
Onderweg even nog de ramen wassen, want die zien er niet uit van al het stof wat er op neergedaald is. We staan in een mooie en groene omgeving, het is weer genieten.

Dan begint het weer te regenen en de lucht ziet erg donker. We besluiten om een plekje te gaan zoeken om tot morgen daar te verpozen. Ik vind een parking via maps.me, in het dorpje Au, naast de rivier waar we vannacht in Vent ook naast stonden, de Ötztaler Ache, hoe origineel.
Eerder waren we bij een parking in een ander dorp maar daar stonden al drie borden dat je er niet mag kamperen. Als dat er staat gaan we gelijk rechtsomkeer, we zoeken geen problemen. Op deze parking in Au staat niets aangegeven. Dus blijven we, hadden ze maar een bord neer moeten zetten. haha
Ondanks dat er geen bord was zijn we toch verder gereden. Er was veel verkeerslawaai van de achterliggende weg. Dus gaan we verder noordwaarts en slaan in Oetz rechtsaf het Nedertal in richting Kühtai.
Het gaat vrij pittig omhoog, zo’n 15%, we krijgen een mooi uitzicht het dal in met daarin het dorp Oetz. We vinden ons een plekje langs de weg op een parking voor wandelaars. Het is tussen Ochsengarten en Kühtai.
We zien een paar goudvinkjes scharrelen in de berg, op zoek naar zaadjes., mooie vogeltjes zijn het. Het mannetje prachtig gekleurd met oranje, het vrouwtje in bruin met zwart. Ja, verschil moet er zijn, toch?

Hoogste punt 1903meter, hoogste temperatuur 25,5º, we hebben 68km gereden, we hebben 6km gewandeld met 460 hoogtemeters.


Dinsdag 02-07: Nedertal – Gaubüttelbrunn – thuis
Ik heb het jullie, lezers, iets gemakkelijker gemaakt. Op de website heb ik een functie toegevoegd. Bovenin elke periode pagina kun je nu klikken op de datum die je lezen wilt, dan scroll je gelijk naar die dag toe.
Het was een redelijk rustige plek, alleen het veerooster in de weg gaf wat lawaai, vooral als er een auto vanaf onze kant over heen ging. Maar dat waren er niet zoveel.
Als we 1 km gereden hebben moeten we in de rem, koeien op de weg. Hier gingen dus de ‘dames’ koeien heen gisteravond, een meet and greet, of ‘meat’ and greet, wat je wilt. De motoren reden er voorzichtig doorheen, toen gingen ze opzij. Behalve eentje, daar moesten we omheen, en dan kijkt ze je met de mooie, lieve ogen aan.
Even verderop in Kühtai staan heel veel paarden op de alm, echt heel veel. We rijden de parking op om te kijken. En zien even later dat twee mannen de helling oplopen met een hond. Zo’n schapendrijvers hond, alleen voor de paarden. Ze rent erover en doet erg haar best om ze ergens heen te drijven.
Alleen zijn de mannen iets minder slim bezig, de paarden lopen de verkeerde kant op. Het is een mooi gezicht als de paarden rennen. Nog mooier omdat ze zulke lange, blonde manen hebben.
Even later gaan ze wel de goede kant op, helemaal naar boven op de helling. We rijden vandaag de Fernpass, maar voor het mooi kun je dat wel laten. Wat een drukte op de weg, het is duidelijk een doorgaande route van noord naar zuid en vice versa.
Dit zal het laatste verslag zijn van deze reis. De gezondheid van mijn moeder roept ons terug naar huis. We kunnen nog lang genoeg reizen, nu zijn we daar nodig. Dus fijn dat je mee hebt gelezen Aan de rechterkant kun je jezelf aanmelden als je op de hoogte gehouden wilt worden wanneer we weer op pad gaan. Dan kom je op onze maillijst. Zodra we een reisverslag plaatsen krijg je daar bericht van.
Hoogste punt 2024m, warmste temperatuur 27º, we hebben 454km gereden.

![]() terug naar periode 02 | naar coordinaten naar route naar reisverhalen |