
Marokko 2018-2019 – periode 7: 8 januari – 11 januari
dinsdag 8 januari: Aourir
Het is ‘s nachts gelukkig rustig hier, de camping ligt immers vlak langs een weg, die overdag druk wordt bereden. De dag begint bewolkt, maar ‘s middags komt het zonnetje er weer bij.
Vandaag is het wasdag, we zijn immers alweer ruim 3 weken onderweg dan is er het een en ander stoffig en vies. Normaal zijn er hier vier wasmachines, maar er zijn er net twee stuk, die zijn gistermiddag opgehaald. Maar, vandaag om 10uur komen er twee nieuwe machines. In Marokko moet je dat niet te precies nemen en dat klopt, om 16uur werden ze afgeleverd.
Toen moest mijn tweede was nog gedaan worden. Het was eerst pauze, en toen moesten ze geïnstalleerd worden, dus mijn was moest nog even wachten. Daar de machine er ruim een uur over doet en het al bijna 16uur was heb ik het maar terug gehaald voor morgen. Anders is de zon weg en droogt het niet meer. Geen probleem.
‘s Middags komen Andre en Monica even gezellig babbelen. Na een half uurtje verkassen we naar hun camper want daar schijnt de zon nog, bij ons niet meer en dan wordt het snel kouder.
Vanavond hebben we samen Keezbord gedaan met Andre en Monica, ze vonden het erg leuk om te doen. De mannen wonnen, dus ik hoop dat we elkaar nog een keertje tegenkomen, voor revanche.
woensdag 9 januari: Aourir
We hebben een mooie zonsopkomst, om half 9 kleurt de lucht prachtig rood. ‘s Ochtends om 8.30uur kun je je was afgeven, dan gaat het washok open. Ik sta er om 8.35uur maar niemand te zien. Ik bedenk me dat de spijkerbroeken er nog bij moeten. In de camper wacht ik het af en zie om 8.45uur de jongeman naar het washok gaan, het Marokkaanse kwartiertje, klopt helemaal, was ik effe vergeten. 1,5 Uur later kan ik de was ophangen, het zal wel snel drogen.
De groenteboer komt langs op de camping, hij staat met zijn auto, groente en fruit op een van de campervakken. De mensen komen vanzelf naar hem toe. We zwaaien Andre en Monica uit, zij gaan verder zuidelijk langs de kust.

Na het eten gaan we wandelen, naar het dorp, ruim 10km heen en terug. We starten aan de overkant van de weg, daar kun je een paadje op dat door de heuvels en langs de huizen gaat. Er komen net veel kinderen uit school vandaan. We geven ze een handje en zeggen ‘bonjour’ en ‘ca va’. Als we elkaar gepasseerd zijn kijken ze om en giechelen.

Dan lopen we langs de weg verder naar beneden. Er zijn allerlei bedrijfjes open en we groeten vriendelijk, wat altijd wel een lachje oplevert. Een auto is zo vies van al het stof, die staat daar waarschijnlijk al een tijdje. 50 Meter verderop is een autowasbedrijf, t’is maar goed dat hij daar niet voor de deur staat, anti-reclame.

In het ‘centrum’ is het bedrijvig, er is een kleine markt, je bent er zo overheen. We lopen terug naar de patisserie, daar bestellen we twee smoothies, gemaakt van melk, mango, appel en avocado, lekker vet man. Hij smaakt heerlijk.

Daarna lopen we terug. We gaan ergens linksaf om tussen de huizen door te lopen en moeten flink klimmen via een aantal trappen. Het is rustig, er is weinig te beleven, dus we gaan weer terug naar de weg. We moeten immers nog een paar kilometers en het is best wel warm.

Boven op een huis in aanbouw zijn ze druk aan het werk. Er is een takel en het touw wordt net naar beneden gerold. Daar bindt een man een grote grijze steen aan het touw en takelen maar, ja alles gaat nog met de hand. Verderop zitten twee mannen gezellig samen op een paar planken die aan een raamkozijn hangen, ze schilderen de muur, de emmer met verf tussen ze in.

Bij een van de laatste huizen zit een mevrouw buiten, argannoten open te breken, haar handpalmen zijn helemaal donkerbruin. Om haar duim en wijsvinger heeft ze tape, ter bescherming van het slaan en de ruwe noten. Ze heeft een doek opgehangen om uit de wind en de zon te zitten en de radio staat naast haar. Ze vindt het leuk dat we even staan te kijken.

Op de camping drinken we binnen thee, want de zon is al van ons plaatsje af. We nemen een douche, die van Co is wisselend warm en lauw. Vanmorgen vertelde Monica dat ze gisteren een koude douche had, ze deed haar beklag bij de jongeman van het washok. Die vertelt dat je bij de dames het beste de eerste douche kunt pakken, want daar staat de gasfles direct achter, die douche krijgt als eerste warm water. Even onthouden dus. Toen ik ging douchen was hij inderdaad heerlijk warm, in het begin moest ik zelfs koud water bijvoegen.
Het was een heerlijk zonnige dag, we waren weer veel buiten.
donderdag 10 januari: Aourir – Ait Haddou Youssef
Even na 9uur rijden we linksaf de camping af, we gaan naar de Marjane in Agadir. Linksaf is een leuke route door de bergen. Je komt bij Agadir uit in de rijke buurt, met grote huizen met BMW’s en Mercedessen voor de deur.
We komen langs de markthallen en gaan daar ook even inslaan. Van die heerlijke munt, appels, kiwi’s, aardbeien en pinda’s. Het mannetje waar we onze pinda’s altijd kochten is er niet meer, maar we hebben zijn buurman ontdekt en die had ook goede pinda’s voor dezelfde prijs. De prijs van de aardbeien varieerde hier erg, voor 1 kilo werd 25DH gevraagd en iets verderop 15DH, normaal betalen we 12DH, maar oke we kochten ze.
Dan naar de Marjane voor yoghurt, ze hadden een flinke voorraad, maar even later niet meer. We rijden de stad door naar de N8, richting Marrakech, ja weer terug naar het noorden.

Ik heb op de kaart een weggetje ontdekt die de bergen in gaat, we gaan kijken hoever we komen. Het kan soms heel verrassend zijn hoever het geasfalteerd is. We zijn ooit eens vanuit Aoulouz helemaal op de Tizi-N-Tichka pas beland.
Op een gegeven moment slaan we rechtsaf de P2003 op, richting Timezgadiouine. In Timezgadiouine rechtsaf de P2040 op, richting, onbekend, we zien wel. De P2040 gaat over in de P1700 en we komen door Talmakante.
Het is geen spectaculair landschap maar wel met mooie vergezichten. De eerste 15km zijn een beetje saai te noemen. De weg zelf is prima te rijden met goed asfalt. Af en toe in een bocht is er wat zand en droge modder op de weg, daar waar het water uit de bergen komt.
We komen door dorpjes en de mensen vinden het kennelijk leuk om ons te zien, er gaan duimen omhoog en er wordt robuust gezwaaid. Er zijn veel mix-transport busjes en auto’s onderweg en veelal zitten er mensen op het dak. Ja als je naar huis wilt maakt het niet zoveel uit hoe, en het is mooi weer, dus dan kan op het dak ook prima.


We rijden achter een vrachtwagentje waar drie mannen bovenop zitten. De rechter man kijkt achterom en ziet ons, hij draait zich half om en applaudisseert met een big smile, grappig hoor.
De dorpjes zijn gemêleerd, veel lemen huizen maar ook betonbouw, het staat allemaal door elkaar heen. Maar elke keer is de school in vrolijke kleuren geschilderd. De lemen huizen zijn zoals overal in Marokko in de kleur van de grond waar ze op staan. De akkertjes zien er groen uit, je kunt zien dat hier een rivier door het dal loopt.
Dan komen we langs een weg, rechtsaf omhoog. Maar de asfaltweg gaat rechtdoor. Op Maps.me is de weg rechtsaf witgekleurd en heeft een Pnummer. De asfaltweg is op Maps.me een zwart lijntje, wat onverhard betekend. We volgen toch maar de asfaltweg, niet het onverharde.

We komen bij een dorpje en zien vanuit de hoogte dat daar het asfalt ophoudt. Op Maps.me (TomTom is allang de weg kwijt) gaat het stippellijntje rechtsaf naar beneden en daar zie ik dat de weg onverhard is en smal.
Linksaf gaat een gravelweg omhoog, we besluiten om daar een stukje in te gaan. Het wordt inderdaad een stukje. Na 100meter staan een paar kindertjes op de weg, als we dichterbij komen stuiven ze naar de kant en duiken achter het jongetje. Rechts zien we een paar kleurig geklede vrouwen bij een huis staan.

We stoppen en ik stap uit om te vragen of we naast het huis mogen overnachten. Even handje schudden en me voorstellen doet meestal wonderen. De vrouwen vinden het duidelijk leuk, en zijn goedlachs. We mogen hier staan dus Co parkeert de camper op een rechte plek.
Even later komt hij ook naar buiten om kennis te maken. Even later is er thee, zonder suiker, rauwe melk en couscous. Een jongen komt langs op zijn brommer en stopt om te kijken wat dit nu allemaal is. Hij is vriendelijk, zegt bonjour. Op mijn vraag of hij Frans kan spreken zegt hij non, maar gaat gelijk bellen.

Een van de vrouwen heeft een kind op haar rug, dat zie je hier heel veel in Marokko. En hoe jong of oud het kind is, ze kijken altijd om een hoekie. Even later geeft ze het kind de borst, gewoon waar wij bij zijn. Co mag ook een foto maken van mij met de vrouwen.

Ondertussen laat ik de vrouwen ons ‘huis’ zien, ze zijn onder de indruk en vinden het ‘Suia’, mooi. Een van de kindertjes ziet onze aardbeien in een schaal staan en wijst er op. Ik geef haar een aardbei en pak er nog drie voor de andere kinderen. Als iedereen buiten staat snij ik de rol koek van Carlos in tweeën, en als ik even later buiten kom is de koek al op.
Er komt een mijnheer aanlopen en die spreekt Frans, en ook een beetje Engels, hij heet Hamid. Hij is een official van de regering en heeft een papiertje in zijn hand. Ik snap het al en vraag of hij onze paspoorten wil zien, juist ja, precies.
Hij neemt onze gegevens over en even later komt zijn vader erbij staan. De couscous smaakt erg goed, het is lekker gekruid. Hamid vraagt of we de souk willen zien, die is hier donderdags, de gehele dag. Als we even later in het ‘centrum’ van het dorp komen is de souk al over, het is immers al 17uur. Er wonen in dit dorp ca. 200 mensen.
Ik vraag of de route naar boven voor ons te doen is, maar Hamid zegt non, het is piste. Maar dat is niet erg, dat kan soms best wel goed zijn. Dus ik vraag door, of het met onze camper kan. Non, de weg wordt heel smal. Oke, dan gaan we morgen dus terug.
In het kantoor van Hamid krijgen we thee met walnoten. Hij heeft geen notenkraker maar stopt een walnoot in een doek en slaat hem op de grond in stukken. Ze smaken heerlijk vers. We hebben het over voedsel, boter, melk, suiker, zout en eieren. Als we weg gaan krijgen we de overige walnoten mee en 2 eieren. Hamid verontschuldigd zich dat hij niet meer kan geven, maar Co zegt: iets geven vanuit je hart is onbetaalbaar.

We komen terug bij de camper, die staat inmiddels in de schaduw. Maar de vrouwen zijn wat hoger op de rotsen geklommen en zitten in de laatste zonnestralen. Ik loop naar ze toe en ga iets hoger zitten, de zon is nog heerlijk warm. Ze kruipen dichter naar me toe en beginnen van alles te vertellen, waar ik niets van versta.
Twee vrouwen hebben een sikkel over hun schouder hangen. ik wijs er naar, ze gaan straks nog voer snijden voor de koeien. En er moet nog een geit geslacht worden, zoveel begrijp ik uiteindelijk wel.
Er is inmiddels nog een vrouw bijgekomen, dus even voorstellen, handje schudden en kijken in onze camper. Deze vrouw stelt voor dat ik in haar huis ga slapen en zij in onze camper. We hebben net geleerd dat ‘ja’ in het Arabisch ‘yeh’ is en ‘nee’ is ‘la’. Dus zeg ik duidelijk en lachend ‘la’. Ze begrijpt het en moet lachen.We schuiven steeds verder omhoog tot de zon weg is.
We gaan de camper in en de vrouwen verdwijnen in allerlei richtingen. Sommige het dal in voor de kruiden en de geit de andere naar huis. ‘s Avonds is er een klop op de deur. We doen het gordijntje open en daar staat Hamid, hij wil nog even iets uit ons paspoort weten. Het politienummer dat je bij binnenkomst in Marokko krijgt. Dat nummer is zo onduidelijk geschreven, iedereen moet altijd twee keer schrijven. Hamid heeft onze gegevens door geappt en kreeg een bericht terug dat het niet klopte.

Het zal wel snel kouder worden hier, we staan op 1774 meter. Het hoogste punt vandaag was 2300meter, we begonnen met 3,5º en onderweg was de hoogste temperatuur 17,5º. We hebben 180km gereden. Het is hier rondom de camper aardedonker. En toch komt er af en toe een auto of brommer langs over de gravel weg. Vannacht zal het hoogstwaarschijnlijk wel rustig zijn, ze gaan hier toch ook gewoon slapen, lijkt mij.
En dan morgen weer terug naar beneden, helaas. Maar het zal geen straf zijn om het te rijden, dan zie je gewoon alles weer van een andere kant. En komen we ook al die vriendelijke mensen weer tegen.

vrijdag 11 januari: Ait Haddou Youssef – Taroudant
Het is hier aardedonker, met onwijs veel sterren aan de lucht, en heel erg stil. Althans, tussen 22.45uur en 05.30uur, dat waren de laatste en eerste vrachtwagens die we hoorden.
Om 8uur rijden we weg, het is buiten 1,5º en binnen 6º. Eerst warm rijden en dan gaan we ontbijten. Het begint langzaam licht te worden. Al snel worden we ingehaald door een brommer, die wij op een steile helling weer inhalen. Maar hij gaat gewoon sneller dus laten we hem voorbij, anders blijft hij in onze dieseldamp hangen en het stof dat we opwaaien, zelf durfde hij er niet langs te gaan. Na een bedankje spurt hij weg en is al snel niet meer te zien. Zal wel een koud ritje zijn, dan hebben wij het maar luxe met onze verwarming.
Gistermiddag vroeg ik nog aan Hamid hoe oud het wegdek is waar we overheen gereden zijn naar boven. Het is vorig jaar aangebracht, de weg is verbreedt en er is asfalt aangebracht, ze zijn er zeer blij mee.
We zien de zon opkomen en die zet alles in een warme gloed. De dorpjes die gistermiddag allemaal in het zonnetje lagen hebben nu alleen maar schaduw.

Tijdens het ontbijt kijken we uit op een dorpje, met een heuse ‘hoge school’. Het is een hoge school omdat-ie helemaal bovenaan het dorp staat. We zien kinderen overal vandaan komen die de tocht naar boven maken. Rustig aan en kletsend met elkaar. Ze staan af en toe stil om naar dat rare grijze ding daar op de weg te kijken, dat zijn wij dus.
We gaan weer verder. Er loopt een jongeman langs de weg en hij maakt een gebaar dat hij graag mee wil, nou dat kan, stap maar in. Hij is erg blij dat hij mee mag. Even verderop staan twee mannen, die kunnen we ook nog mee hebben hoor. Er stapt er eentje in, de zoon, vader zwaait hem uit en loopt weg. De zoon heeft rijkelijk met parfum gespoten, ik denk dat het is om lichaamsgeurtjes te maskeren, die door de parfum lucht heen komen. Ja soms zit het mee en soms zit het tegen.
Een aantal kilometers verderop staan nog drie mensen, twee mannen en een vrouw, kan ook nog wel, wel ja joh, als we kunnen helpen. Dat is toch het minste dat we kunnen doen na zoveel gastvrijheid gistermiddag. Iedereen blij, er moet er wel eentje staan. We komen langs een groeve en daar wil een van de mannen eruit, hij is bij zijn werk aangekomen. Hij dankt ons met een grote smile. Verderop stappen er nog twee mannen uit, nu is alleen het stelletje nog over.
De vrouw is wagenziek, ze geeft over in een plastic zak die ze bij zich heeft. We stoppen en gebaren dat ze even naar buiten moet komen, effe een frisse neus halen. Ze wil eerst niet maar ik dring aan. Als ze even later weer zit, zeggen we dat ze naar buiten moet blijven kijken, dat kan helpen tegen misselijkheid. Maar het gaat niet, ze blijft overgeven. Even later gaat ze languit op de vloer liggen, dat gaat beter denk ik, we horen haar niet meer. Jammer voor haar dat ze daar zo’n last van heeft. Lijkt me erg lastig als je in de bergen woont en toch af en toe naar beneden moet.
We rijden dus 58km terug naar de N8 en daar stapt het stelletje uit, zij moeten een andere kant op dan dat wij gaan. Prima hoor, we hadden anders toch gevraagd of ze uit wilden stappen. Wij willen pauzeren en thee drinken.

We overwegen trouwens of we een drukknopsysteem aan zullen leggen, zoals je in een bus hebt. Dan kunnen de passagiers op de knop drukken en verschijnt er bij ons ‘STOP’ of zoiets. Maar we laten het idee varen, nu zeggen ze gewoon, ‘mesjeu’, en we snappen dat ze er uit willen. Dat is eigenlijk veel leuker dan een stopknop.
We rijden zo’n 20km op de N8 en gaan dan bij Argana er weer af om binnendoor naar het zuiden, naar Taroudant te rijden. Het zal blijken of de gehele weg verhard is, op onze kaart is het een zwart lijntje, het zou onverhard kunnen zijn.
We zien al snel een groot geel bord, ohoh, wegwerkzaamheden. Maar wat we van de weg kunnen zien ziet er goed uit. Dus we gaan het proberen. Het is de P1713 van Argana naar Lamnizla.
We zien wat voor werk er geweest is. Er zijn regenwatergoten gemaakt en muren op de steile kanten om wegspoelen van grond te voorkomen. We komen regelmatig in een bocht modder op de weg tegen, daar waar het water uit de bergen komt. Je moet hier dus absoluut niet gaan rijden na een aantal dagen regen, en het moet sowieso droog zijn. Verder gaat het prima.
Je ziet in Marokko, vooral in de bergen, bij plekken waar water overheen kan stromen, witte paaltjes met een rode bovenkant. Als er water overheen stroomt kun je d.m.v. deze paaltjes zien hoe diep het water is, handig.
We zien verderop drie personen lopen en Co zegt, we nemen geen lifters meer mee hoor, met de zieke vrouw nog in onze gedachten. Het is een vader met twee zoontjes. Ze maken het bekende gebaar dus we stoppen toch maar en zien drie blije gezichtjes. Even later zitten ze mooi aan, en uiten zich in dankbaarheid.
De lifters van vandaag hebben veel kilometers meegereden. Ze zullen het toch moeten lopen zeg. Op deze weg van Argana naar Lamnizla hebben we op een gegeven moment gegeten en er is geen auto langs gekomen, ook zijn we geen enkele auto tegengekomen. Dat had een lange wandeling geworden voor deze drie mensen.

Het is een leuke rit, niet spectaculair maar leuker als over de grote weg. Na Lamnizla komen we uit op de R203 die ons naar Taroudant voert. Het is vandaag vrijdag, gebedsdag dus. We zien veel mannen lopen in witte gebedskleden. Het valt me op dat er veel verschillende kleuren wit zijn. Dat zal wel aan het wasmiddel liggen; OMO, DASH of Persil…..
Buiten het dorp komen we twee fietsers tegen, ook in witte gebedskleden. Die komen vast van een andere moskee. Volgens Co zijn ze naar een drive-in moskee geweest…… Dan zien we een man met een stok/kruk lopen, die is veel te laag ingesteld, hij loopt helemaal scheef. Ze kunnen twee dingen doen, of de stok verlengen, of…… Sorry, we zijn een beetje melig.

Tegen drie uur komen we aan in Taroudant en gaan naar een voor ons nieuwe camperplek. Het is bij de stadsmuur. Het is een mooie plek, op een terrein omgeven door huizen en aan een kant de stadsmuur rond de medina. Het is er verrassend rustig, zo dicht bij het centrum. We zoeken ons een leuk plekje en we gaan lekker in het zonnetje zitten. Het is inmiddels 21,5º, 20º warmer dan vanmorgen vroeg. We worden hartelijk welkom geheten door de gardien, een aardige man in nette kleding.
Tegen vijf uur lopen we de medina in naar de twee pleinen die Taroudant rijk is. Op de pleinen is het gezellig druk, met verhalenvertellers, muzikanten en andere artiesten.
Vlak bij de camping is er kermis. Er staat een reuzenrad, botsauto’s en een paar draaimolens. De kinderen zijn aan het spelen en de moeders genieten van het laatste zonnetje, we gaan er even bijzitten.
We hebben 152km onder de wielen doorgehad vandaag, het was grotendeels een leuke route.


Hieronder kun je de foto’s van deze afgelopen periode groter bekijken, tevens staan er foto’s bij die niet in het verslag staan:
09-01 Aourir – 10-01-2019: Aourir – Ait Haddou Youssef – 11-01-2019: Ait Haddou Youssef – Taroudant
ga naar periode 8
terug naar overzicht