
Marokko 2018-2019 – periode 20: 27 februari – 2 maart
Woensdag 27 februari: Tafraoute
Het was vannacht wat kouder dan vorige dagen, 6º. Maar zoals alle andere dagen, de zon komt op en het is gelijk lekker. Om 9.45uur gaan we wandelen, de poeltjesroute. Zelf zo genoemd omdat je langs allerlei poeltjes water loopt.
We zijn met 11 personen, 6 Nederlanders (Johan, Ria, Marita en wij), 3 Duitsers (Fritz met vrouw en schoonzus) en 2 Oostenrijkers (Toni en Annelize), een internationaal gezelschap.
We lopen eerst door het dorp en na een tijdje komt Toni naar voren gesneld, of we iets langzamer kunnen lopen want Fritz, die 80 jaar is, kan het niet bijhouden. Natuurlijk nemen we gas terug, zo kletsende voort loop je automatisch je eigen tempo. Ik ga naast Fritz lopen en hij geeft aan dat hij waarschijnlijk zometeen terug gaat, omdat het wat snel gaat voor hem.
Ik zeg dat als we op het onverharde komen het tempo vanzelf omlaag gaat, en dat is zo. Hij besluit om verder mee te lopen, stoer hoor. Hij ziet er trouwens helemaal niet uit als 80 jaar. Dat zeg ik tegen hem, hij zegt schalks dat ik 40 jaar ben. Ik zeg, ja een lang geleden wel. Het is een kleine charmeur, maar heel aardig.

Het valt soms niet mee om iets in het Duits uit te leggen, het lijkt zoveel op Nederlands maar dat is tevens een valkuil. Ik wil soms nog wel eens Nederlandse woorden verbasteren tot iets wat als Duits klinkt, haha. Maar we begrijpen elkaar toch wel redelijk.
Toni vertelde dat een van zijn zonen verliefd was geworden op een Tsjechisch vrouw. En dat die zoon op de heenweg naar Tsjechië heel vaak een bekeuring kreeg voor te snel rijden, en op de terugweg nooit, hoe zal dat nu kunnen?
Het is prachtig weer en een lekker temperatuurtje om te wandelen. Langs de hoed van Napoleon lopen we terug naar Tafraoute, waar het een drukte van belang is. Uiteraard lopen we via de marktstraat terug naar de camper. Ik mocht ook weer wandelfoto’s van Toni gebruiken, dank daarvoor.


Na het eten gaan we naar de markt om inkopen te doen. Volgende week willen we weer stoofpotjes en soep koken en wecken maar dan heb je wel het een en ander nodig. Bij de biologische boer kopen we het meeste van onze boodschappenlijst. Hij heeft alleen geen bloemkolen. We laten onze tassen met spullen bij hem staan en lopen naar de markt. Daar zijn wel bloemkolen maar je moet ze effe uitzoeken. Co trekt het loof eraf, dat scheelt in het gewicht.

We hebben bij elkaar 4 tassen vol, met zware spullen. We schieten een kruier aan en vragen of hij onze spullen naar de camping wil brengen. Hij zegt dat hij dat niet wil, naar een taxi dan? Dat wil hij wel doen. Maar eerst lopen we naar de bioboer om de andere tassen op te halen. Dan op weg naar de taxi.
Ik probeer het nogmaals en vraag of hij ons naar de camping wil brengen, de grande camping. Oh, waar de campers staan? Ja, daar. Dat wil hij wel, dus gaan we op weg. Hij heeft flink de pas erin, we moeten even bijbenen. Bij de camper laden we de spullen uit. Ik vraag wat de kosten zijn, hij haalt zijn schouders op, hij weet het niet. We geven hem 20DH. Co zegt, een extraatje voor het festival, het zal ongeveer wel een dagloon zijn voor hem. We zagen hem later niet meer bij de markt.
Hij heet Hassan en woont in een dorpje 9km verderop, voorbij Tazka. Op dinsdag en woensdag fietst hij naar Tafraoute om zo een centje te verdienen met het kruien.

We lopen nogmaals naar de markt, nu om te genieten van de hektiek en de gezelligheid. We vroegen ons af of het dove muntmannetje er ook zou zijn en waar hij nu zit. We komen langs de steeg naast de groente- en fruithal en daar schiet hij tussen de kramen vandaan, hij heeft ons gezien. Hij is trots op zijn plek en laat zien dat hij de kraam met nr. 6 tot zijn beschikking heeft. En zijn buurman op de vorige marktplaats heeft nr. 8. Hij straalt van plezier. We leggen uit dat we weer naar Nederland gaan maar volgend jaar zeker terug komen, Insjallah. We krijgen een stevige hand en een gulle lach, tot volgend jaar.

We zitten bij Wobbie en Wim te kletsen als er een Nederlandse Carthago aan komt rijden, Gé en Lia. Leuk dat ze er zijn en na de gezondheidsproblemen toch weer verder kunnen reizen. Het was een pittige rit, vanuit Aourir, ze zijn blij dat ze er zijn. Ze vinden een plekje bij de muur.
Onder het eten zien we een herder met zijn geiten langskomen. Maar als de moskee klinkt gaan zijn sloffen uit en gaat hij bidden, de geiten stiefelen rustig verder. Na het gebed loopt hij zijn geiten achterna.

Opeens horen we af en toe een sirene en zien een rode ambulance rijden, met het zwaailicht aan. Hij rijdt richting de tepelberg. Het is waarschijnlijk niet ernstig want hij rijdt even later rustig terug.
Als we ‘s avonds teruglopen van een bezoekje aan Gé en Lia rijdt er bij een van de campers een auto weg met blauwe zwaailichtjes aan. En komt even later de gardien met zaklamp daar vandaan aangelopen. We groeten en lopen verder.
Donderdag 28 februari: Tafraoute
De laatste dag alweer van februari, wat vliegt de tijd toch snel voorbij. Het belooft weer een warme dag te worden. Om kwart voor 10 beginnen we zonder truitjes aan onze wandeling, het is heerlijk zonnig.
We gaan richting het ‘onbekende dorp’, zo heb ik ooit deze wandeling genoemd. Het is een leuke wandeling door een afwisselend landschap. Een beetje klimmen, dan lopen we min of meer over een plateau en dan een stukje afdalen. De totale tocht is 14,5km waar we 3,5 uur over doen. We lopen met vijf Nederlanders (Henk, Marita, Wobbie en wij) en vijf Duitstaligen, dezelfde als gisteren. Achteraf had Wil nog mee willen lopen maar er was een communicatiestoring. Wij vertrokken aldoor bij Wobbie voor, maar de laatste keren waren Wil en Mia niet met ons mee geweest vanwege tandartsbezoeken. En de vorige keren waren we altijd langs hun gelopen om ze op te halen. We gingen er helemaal vanuit dat iedereen wist waar de ‘start’ was. Wil en Mia zijn lekker gaan fietsen.

Onderweg zagen we weer een paar rotsen die ergens op leken.

Na terugkomst nemen we onze rust, we voelen de beentjes en voetjes. We zijn niet gewend om drie dagen achter elkaar te lopen, hadden elke keer wel een dagje rust. Maar deze laatste dagen hier wilden we lekker wandelen.
Tegen 16uur lopen we naar het terrein tegenover camping Granit Rose. Daar is vanwege het Amandelfestival een ‘optreden’ van Phantasia. De choreografie van deze ruiterspelen gaat terug op charges zoals zij van oorsprong door de regionale cavalerie getraind en uitgevoerd werden; een snelle opmars en een plotselinge stop stelde de krijgers in staat hun lansen met ongeëvenaarde kracht naar het doel te werpen. De paarden zijn vaak Arabische paarden, Berber paarden en Andalusische paarden.
De tenten zitten vol met toeristen/camperaars, alle stoelen zijn bezet. Voor de rest is er nog niets te zien van enige activiteit. Even later zien we een mannetje lijnen ‘trekken’, middels het gooien handenvol met witte kalk, het is ongeveer. Een auto met een bakje dat omhoog gaat om lampen op te hangen.
Uit een paar auto’s stappen mannen in zwarte broeken met witte blouses erop. Er worden strikjes voor gedaan en ze keuren elkaar op netheid. Er worden tafels neergezet met mooie kleden erop, voor als de vip’s straks komen. Dan zal de voorste rij wel de stoelen moeten ruimen. Er worden zilveren schalen uitgeladen en meer om de vip’s van een natje en een droogje te voorzien.
Dan, rond kwart over vijf, verschijnen rechts de paarden met hun berijders. De mannen stellen zich aan het eind van het veld op in een rij, de geweren omhoog. Zij en hun paarden zijn gekleed in traditionele kledij. Het is een kleurrijk en spectaculair gezicht. Ze rijden twee keer naar ons toe, maar zonder geweerschoten. Het is een soort van warmlopen.
Ze houden hier in Tafraoute duidelijk een andere tijd aan. Op het programma stond toch echt 16uur. Maar iedereen zit gezellig met elkaar te kletsen, we hebben immers alle tijd.

Er gebeurt nog steeds niets, wij lopen terug naar de camper om te gaan eten, we willen straks nog naar de feesttent toe. Terwijl we weglopen horen we het bekende ‘makaronen’, de bakker is gearriveerd en loopt voor de mensen langs in de hoop dat mijn zijn kokosmakronen koopt, het is een ludiek gezicht.
Om kwart voor zes, terwijl we zitten te eten, horen we de eerste schoten. Om kwart voor zeven lopen we, goed aangekleed, terug naar het terrein. Daar komt net een groep zingende mannen het terrein op lopen, vooraf gegaan door de muziekband: fluitisten en trommelaars. Ze zien er prachtig uit.
Ze stellen zich naast elkaar op, de band gaat voor hun op kleine krukjes zitten en krijgen microfoons voor zich. Inmiddels zitten in de tent op de voorste rij de vip’s en daarachter veel locals, zoals het hoort. Het is immers hun feest.
De mannen zingen, klappen en bewegen op de plaats, het wordt voorgedaan door een man, een soort van dirigent.



We hebben het gezien en lopen naar het dorp. Onderweg komen we veel mensen tegen die op weg zijn naar het feestterrein. Vooral vrouwen en kinderen.
Bij de feesttent is het rustig. Hier kunnen coöperaties uit de omgeving van Tafraoute hun producten presenteren en verkopen. Het zijn veelal producten op basis van argan, amandel, olijven, rozen. Er is een standje met de mooie stoffen kettingen. Ik koop er een aantal om cadeau te kunnen geven als we straks weer bij families op hun erf mogen overnachten.
We kopen een flesje arganolie bij een Engels sprekend meisje. Als ze hoort dat we al een maand in Tafraoute zijn snapt ze niet dat ze ons nog niet eerder heeft gezien. Ik mag de olie alleen opdoen voor het naar bed gaan en dan ‘s ochtends met een washandje afnemen. Niet in de zon gebruiken. Ze vindt mij mooi, vooral mijn ogen, maar ik vind haar mooi, vooral haar ogen. Dan wijst ze naar mijn haar, wat ze ook mooi vindt. Ik zeg: ik kan jouw haar niet zien. Ze doet haar doek af en laat haar prachtige zwarte, lange haren zien, zelfs aan Co. Het is heel verschillend hoe ze er hier mee omgaan.
We kopen ook een potje met rozenbalsem, voor de lippen. Je hoort alle camperaars hier over droge lippen, ligt vast aan de omgeving en de zon. Een flesje bloemenwater, voor een lekker geurtje, maakt het geheel compleet. Op het plein begint het al drukker te worden. We nemen plaats aan de kant, tussen de locals en genieten van de mensen op het plein. Om 21uur zou de muziek beginnen.
In het donker vinden we onze weg naar de camper. De gardien zal vanavond moeite hebben om het stageld te innen, er zijn veel mensen onderweg. Even later horen we de muziek starten. Als ik om half 1 even wakker ben is het nog volop aan de gang.
Vrijdag 1 maart: Tafraoute
Tja, wat zal ik vertellen over vandaag. Het is onze laatste dag hier in Tafraoute, snik. We zullen ons los moeten rukken uit dit, voor ons, kleine paradijs. Eigenlijk zouden we vandaag al vertrekken maar we hadden nog niet genoeg ‘geouwehoerd’, simpelweg geen tijd voor gehad.
We lopen naar Wil en Mia, die voor hun camper in het zonnetje zitten. We mogen even aanschuiven dus haalt Co onze stoeltjes op. Er is genoeg te bepraten over van alles en nog wat, vooral dat nog wat, haha.
Na het eten lopen we naar voren en nemen afscheid van onze wandelmaatjes, de Duitsers en Oostenrijkers. Daar horen we dat Fritz, de 80 jarige man, vanmorgen op de duikplank heeft gestaan, ik geef het je maar te doen. Hij heeft het een paar jaar geleden al eens geprobeerd maar toen konden ze de ‘tunnel’ niet vinden. Nu stond hij er op en moest een paar traantjes laten, ik snap het helemaal. Stoer hoor. We zijn van harte welkom als we ooit in Duitsland of Oostenrijk in de buurt zijn om langs te komen, die staat.
Als we bij Gé en Lia zitten, loopt Wobbie langs met het bericht dat Kees en Diny met pech langs de weg staan, 40km van Tafraoute. Van de aanhangwagen is een wiel afgelopen en dat heeft de wielas beschadigd. Wim fietst naar Mohammed om te kijken of die hulp kan bieden. Maar hij komt onverrichter zake terug. Mohammed vindt het te ver rijden. En dat terwijl Kees een goede klant is van hem en hem ook vaak helpt met mensen te praten als Mohammed er zelf niet uitkomt met hun.
Maar dan biedt Toni uitkomst. Hij belt met Zaid, de man die vaak op het brommertje langs komt. Hij spreekt goed Duits en heeft al eens eerder vrienden van Toni geholpen, die verderop in Marokko een keertje pech hadden. Zaid kent in Marokko veel mensen en belt dan op naar de juiste personen. Zo ook nu, hij komt aangereden, hoort het probleem aan en begint te bellen. Dus dat zal wel helemaal goed komen.
Omdat dan toch iedereen bij elkaar staat nemen we gelijk afscheid van Jan en Pieta en Wobbie en Wim, tot een volgend jaar hier in Tafraoute, we kijken er alweer naar uit.
We lopen langs Henk en Marita, die we dit jaar voor het eerst hebben ontmoet. Ze hebben een paar keer meegewandeld en daar ook erg van genoten, wij ook van hun. We hopen ook jullie weer te ontmoeten, of hier in Marokko of elders.
Bert en Mieke hebben we hier in Tafraoute voor het eerst ontmoet. Ze waren toen net drie weken daarvoor gestopt met werken en vertelden dat ze nog erg moesten wennen aan het vrij zijn. Op mijn vraag of dat al verbeterd is was het antwoord een grote ja. Ze vinden het heerlijk, je hebt alle tijd van de wereld en niets moet. Ook veel plezier verder.
Gisteren hebben we bij de tentjes leuke kettinkjes gekocht, vanavond willen we kijken voor armbandjes. Eerst gaan we op zoek naar de indiaan om te betalen voor gisteren en vandaag. We belanden in de camper van Henk en Janny. En ook daar kunnen we de kunst van het ouwehoeren volledig uitvoeren. Lieve mensen waar altijd wel iets mee te bepraten is. Tot volgend jaar, Insjallah.
In het stadje is het druk, het ziet er zwart van. Nu kan dat gemakkelijk omdat de vrouwen hier zwarte kleding dragen, met mooie, gekleurde sierranden. In het tentje van de kettinkjes zit een andere mevrouw en die vraagt veel te veel voor de spulletjes. Waar gisteren nog 30DH werd gevraagd voor de kettinkjes vraagt zij 50DH, en voor de armbandjes 20DH. Als ik opnoem dat we gisteren 30DH voor de kettingen betaalden en dat we 20DH voor een armbandje te veel vinden, heeft ze daar geen boodschap aan. Nou, dan niet hoor.
We kopen nog drie potjes met lippencreme, 2 met rozen en sheabutter en 1 met argan en bijenwas. Het voelt heerlijk vet aan op de lippen, kijken of zo de droge lippen beter worden. We horen alle camperaars over dit ‘probleem’.

Zaterdag 2 maart: Tafraoute – Taliouine
Het was weer een leuke dag vandaag. Via vogels kijken kwamen we op een markt terecht en na de middag sloop Co achter een andere vrouw aan. Later stonden we vast in een rivierbedding. Maar ik zal het in de juiste volgorde vertellen.
Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. De tijd van gaan is nu gekomen. Maar eerst moet de was nog terug zijn. En die wordt keurig om 9uur gebracht. We nemen verder afscheid van diverse Nederlanders om ons heen, Nel en Anne, Henk, Cor en Hannie. En bij de uitgang van het terrein spreken we Gerard en Margot nog even en wensen elkaar nog veel plezier en een veilige reis.
We tanken voor 300DH diesel. Toen we de eerste keer in Tafraoute binnen kwamen, op 22 januari, was de diesel daar 9,03DH. Toen we de 2e keer Tafraoute binnenkwamen, op 4 februari stond de teller op 9,52DH. Nu, 2 maart, tankten we voor 9,82DH, dat kan hard gaan. In het noorden bij binnenkomst was het 8,7DH. Dat is een groot verschil. Het is €0,10 duurder geworden.
Bij het tankstation staat een keurig geklede Marokkaan te liften. Maar alle Marokkaanse auto’s rijden door. Nou met ons mag je wel mee hoor. Hij vraagt er niet om maar wij stoppen bij hem. Hij is heel blij dat hij mee mag. Bij de rotonde van de Ammelne vallei stapt hij weer uit, sjoekran.

We rijden de R105 richting Agadir. Bij de rotonde, waar altijd politiecontrole is, buigen we rechtsaf de R106 op naar Ighrem. Onderweg zien we een paar mannen met een telescoop staan, kijkend naar iets. We stoppen en Co loopt naar ze toe. Ik ga ondertussen wat bloemetjes fotograferen langs de kant van de weg. Co vertelt later dat de mannen al een aantal jaren in Marokko komen om ‘wild’ te spotten. Nu zagen ze een valkje zitten. Ze rijden straks verder, onze kant op, want er is ergens markt.

En dat klopt, in Ait Abdellah, rijden we door de drukte heen, parkeren we de camper in een zijstraat en lopen terug. We komen twee marktkooplui tegen die we ook op Tafraoute hebben gezien. We lopen langs een bus, althans dat dachten we. Maar de voorkant is van een vrachtwagen. Het is een beetje houtje-touwtje, de ramen worden met tape en kit bij elkaar gehouden. Maar de mensen die er van afhankelijk zijn, zijn er hartstikke blij mee dat-ie rijdt.
We kopen groente en fruit en komen langs een schoenenkraam waar we even een kijkje nemen. We gaan weg met mooie blauwe, geborduurde babouches voor mij en zacht leren bruine voor Co. De verkoper is ook blij en schudt ons de hand. Ze hebben er lol om.
We drinken thee op een terrasje en laten de marktwereld aan ons voorbij trekken. De vrouwen zijn in het zwart gekleed, net als in Tafraoute, maar hier dragen ze voor het gezicht een sjaaltje van wol, dat zal wel warm zijn met dit weer. Na de thee lopen we terug naar de camper maar onderweg gaan we nog even op een muurtje zitten bij een aantal vrouwen die op een taxi zitten te wachten. Ze vinden het eerst vreemd en giechelen een beetje. Maar als we ons zelf voorstellen en een praatje beginnen zien we alleen nog maar lachende oogjes, ze vinden het grappig. We zien dat diverse busjes en auto’s volgestouwd worden met mensen en bovenop de gekochte goederen. Ze gaan weer op huis aan. Op weg naar de ezeltjes die her en der zullen staan te wachten op hun baasjes.


We gaan verder en komen langs een dorpje wat er altijd mooi uitziet met groene akkertjes er omheen. We stoppen boven bij het schooltje om te gaan eten. We zitten iets verderop met uitzicht op het dorp. Maar vanuit het dorp hebben ze uitzicht op ons want we zien verderop een paar vrouwen staan, zwart tegen een bruine muur. We zwaaien en het ‘zwart’ zwaait terug.
Terwijl we daar zitten rijden er heel veel campers langs, allemaal Nederlanders, een groep van de NKC horen we als een camper stopt. Deze mensen zijn voor het eerst in Marokko. De man vraagt of het wel veilig is om alleen door Marokko te reizen, zoals wij doen. Ja hoor, we doen het al 6 jaar en we leven nog steeds, haha. We geven hem ons kaartje van de website, ga maar effe kijken en misschien wel wat lezen over Marokko.
Na het eten lopen we het dorpje in, naar de vrouwen bij het huis. We vinden het huis maar de vrouwen ons wel. Ze kijken om het hoekje en giechelen. Het zijn twee jonge vrouwen. We schudden handjes, stellen onszelf voor, Maryam en Jacob, onze namen worden steeds mooier. Maar Maryam verstaan ze meteen, altijd als ik mijn 2e doopnaam zeg beginnen oogjes van herkenning te stralen.
Mama komt ook naar buiten, en de buurvrouw achter blijft op een afstandje toekijken. De buurvrouw voor komt op het ‘lawaai’ af. Buurvrouw achter durft niet maar buurvrouw voor wel. Even later gaan we met z’n viertjes op de foto, ik ook met hulletje op. Mama blijft op een afstandje toekijken.
Co gaat een paar meter van haar af zitten, mama schuift op. Co schuift op, mama giechelt en schuift weer op. De dochters hebben lol om mama. We hebben lol met elkaar maar als we afscheid nemen en ik naar mama toeloop rent ze snel weg. Ik ren snel achter haar aan en geef haar een hand, een hug wil ze niet.

Dan begint ze weer weg te rennen. Co kwam er aan, en snelt lachend achter haar aan. Maar ze is snel en rent haar huis binnen. Even later gluurt Co om de hoek van het huis, en mama om de hoek van de deur naar Co. We hebben allemaal dikke schik. Als we bij de camper zijn zwaaien we nog even en dan zijn we weer op weg. Dit vinden we zulke leuke onderbrekingen, dit kleurt onze dag.

Op de kaart staat Igherm maar onze volgende lifter spreekt het uit als ‘Igram’. What’s in a name. Hij is leraar op een lagere school, en geeft alle vakken. Hij spreekt zelf goed Engels. Het onderwijs is gratis t/m de lagere school. Het voortgezet onderwijs is niet meer gratis en veelal leren, vanuit de bergen, alleen de jongens verder.
We komen bij zijn school, waar hij uitstapt. Maar voordat hij uitstapt zegt hij dat er een collega langs de weg staat, die gaat naar huis. Ik vraag of hij dan misschien mee wil rijden. Oke, de ene lifter eruit, de andere erin. Maar hij is niet alleen, er willen nog twee mannen mee. Dat kan, ze kunnen ook nog allemaal zitten.
De ‘nieuwe’ leraar woont in Ait Baha, dat is toch wel effe uit de richting. De 2e man woont in Rabat, maar verblijft in Ighrem. De 3e man, een wat oudere man, is Imam. Hij moet er ook in Ighrem uit, maar vraagt of we toevallig naar Taliouine gaan. Dat gaan we toevallig wel, maar dat vertellen we hem niet. Dat vinden we veel te lang, we zijn dan niet vrij genoeg.


We laten de drie mannen bij de taxi standplaats uitstappen en rijden even later de Imam weer voorbij, die terug loopt naar de rotonde voor een verdere lift naar Taliouine. We rijden in Ighrem langs een vrijheidsbeeld. Net als die in New York, maar deze is versierd met Marokkaanse ‘sieraden’. En zo wordt een ‘saaie’ rit naar Ighrem toch nog heel leuk.

De R106 gaat verder naar Taliouine en dit stuk is echt prachtig, we rijden door een mooi landschap, erg afwisselend. We nemen ca. 7 bypasses, maar die zijn prima te doen. Toen we 7 jaar geleden deze route voor het eerst reden waren die bypasses er ook al, daar is niets aan veranderd.

We zien langs de route op de bergwand af en toe een grote witte pijl die naar boven wijst, geen idee waar dat voor is. Er zijn veel plekken met bijenkasten, waar ook een tent bij staat voor de imker. We stoppen bij een honingpotje en toeteren. Er komt een imker, gekleed in zijn pak met gaas voor het gezicht, aangelopen. We vragen wat de honing kost. Hij pakt nog twee potten erbij. 1kilo kost 300DH, 1/2 kilo 100DH en een ander kleine pot met cactushoning 200DH. We vinden het te duur, de man zakt naar 200DH voor kilopot maar nog steeds vinden we het te duur en gaan verder.
Bij een volgende bijenplek stoppen we weer. Maar deze man vraagt nog meer, 600DH voor een kilopot. Hij gaf op de telefoon 6000DH aan, maar we weten inmiddels dat ze soms een nul meer schrijven als bedoeld, dat is denk ik nog iets van voorheen. Als we 60DH laten zien lacht de jongen schuddend met zijn hoofd. Nee 600DH bedoelt hij. Dat gaat hem dan niet worden, veel te duur.

We rijden verder over platgereden grote torren/kevers. Het zijn er duizenden. Ik stap uit om een foto van een levende tor te maken. Hij is net een platgereden soortgenoot aan het oppeuzelen maar gaat toch aan de loop als ik dichterbij kom. Hij is wel zo’n 9cm groot, ik kom maar niet te dichtbij. Het rammelt van de zwarte plekken op de weg.

Aan het einde van de R106 gaan we rechtsaf de N10 op naar Taliouine. We stoppen bij 3 vrouwen, die dezelfde richting uit gaan. Willen jullie meerijden, dat willen ze wel. Ze zijn heel vrolijk en nemen plaats op de bank. Ze praten een klein beetje Frans en rijden 5 km mee. Daar willen ze bij een zijweg naar rechts eruit. We zien verderop een dorpje liggen en draaien de weg op. Ze vinden het helemaal geweldig en hebben dikke schik dat we dat doen.
Het is zo’n weg met betonplaten. Verderop wordt het onverhard en smaller. We moeten omlaag richting de rivier. Daar is een pad door de rivier waar een personenauto overheen rijdt. Hoog boven de rivier is een hangbrug voor voetgangers, voor als er veel water door de rivier gaat.
We willen daar niet naar toe want het ziet er verderop smal uit. De vrouwen stappen uit en wij kijken uit naar een plek om te keren. Die is er niet, wel beneden in de rivier gaat een pad naar rechts. Daar gaan we het proberen.
We draaien op het pad naar rechts naar een gedeelte wat grote keien bevat. Als we achteruit terug rijden om te keren rijden we ons vast in het zachtere gedeelte. Naar voren gaat maar een klein stukje en dan grafen de voorwielen zich in, verdorie.
We stappen uit en zo ook een paar mannen uit een auto. Ze beginnen te duwen maar dat helpt niet zoveel. Maar niet zoveel later staan er 9 mannen tegen de voorkant te duwen en met veel lawaai en opspattend zand en grind staan we even later weer op het pad door de rivier, pfffff.
We leggen de mannen uit dat we de vrouwen mee hadden in onze camper en dat we hier wilden keren…… Ze snappen het en wensen ons een goede reis verder. We bedanken ze met een ferme handdruk en gaan opgelucht terug naar de N10, een avontuur liep goed af.

In Taliouine gaan we vlees halen bij een slager. Hij snapt niet dat we 3 kilo gehakt willen, en maalt eerst 1 kilo. Nee, we willen meer, met extra vet, lekker hoor. We gaan met het gevraagde de deur uit, met zijn hartelijk dank.
Om half 8 zijn we op de camping. We staan even stil om een plekje te zoeken, dan stappen Piet en Elly van toesjoeranroet naar buiten. Zij zijn vanmiddag hier aangekomen vanuit Taroudant. Ze hebben vandaag een leuke route gereden via een stuwmeer, via Askaoun. Dat is grappig, een gedeelte van die route willen wij als we weer verder gaan ook rijden, andersom dan.
Vandaag hebben we over 209km 10,5 uur gedaan. We hebben 5,5 uur werkelijk gereden en 5 uur stil gestaan met de camper. Een pitstop bij de vogelaars, de markt, eten, op visite bij de vrouwen, boodschappen doen bij de slager, de tijd vliegt als je plezier hebt.
Het hoogste punt was 1788m en de hoogste temperatuur was 27º. Vanavond was het nog 22º maar door de wind voelde het kouder aan. Nu met de beentjes omhoog, lekker uitrusten en nagenieten van deze leuke dag.

Hieronder kun je de foto’s van deze afgelopen periode groter bekijken, tevens staan er foto’s bij die niet in het verslag staan:
27-02: Tafraoute – 28-02: Tafraoute – 01-03: Tafraoute – 02-03: Tafraoute naar Taliouine
ga naar periode 21
terug naar overzicht