
Marokko 2018 – periode 17: 5 april t/m 7 april
donderdag 5 april: Tineghir – Goulmima
Gisteren vertelde Houcine aan ons dat de huizen in zijn omgeving op vrije grond staan, de mensen hoeven die grond ook niet te kopen. Mensen die van ‘buiten’ komen wel. Die hebben ook een architect nodig om het een en ander te regelen. De mensen die hier wonen zijn hun eigen architect, aannemer en bouwer.
Vanmorgen hebben we het plan opgepakt om een wandeling te maken door de palmentuin waar ook allemaal akkertjes zijn. We vragen aan Wim en Lydia, onze NL buren, of ze zin hebben om mee te gaan. En dat willen ze wel.
Als we buiten de camping komen staat daar net een Grande Taxi die ons wel naar het hospitaal wil brengen. 15 minuutjes later zijn we daar. We starten de wandeling, die we gaan lopen via een gps-track. Eerst lopen we verkeerd, ik was aan het praten en niet aan het opletten. Maar dan pakken we het spoor op.

Eerst lopen we langs de huizen, boven de palmentuin maar dan gaan we naar beneden. We praten wat en dat wordt opgevangen door een van de twee mannen die langs de kant zitten. Hij zegt: a Holland, alles goed, Amsterdam. Dit horen we zo vaak maar deze man is echt in Nederland geweest. Hij heeft er 15 jaar geleden voor 3 jaar gewerkt, en hij spreekt nog verbazend goed Nederlands.
Co vertelt dat we door de palmentuin gaan wandelen maar volgens hem is de palmentuin in de Todra kloof veel mooier. Hoe het kwam weten we niet maar even later zitten we in een tapijten associatie. Hij vertelt het een en ander over de wol en de kleuren maar wordt overgenomen door twee vrouwen en later een man van de associatie. Dan neemt hij afscheid van ons en verdwijnt.
Op zich is het verkeerd dat we hier zitten wan tWim en Lydia wilden nog wel een kleed kopen voor in hun camper. Er wordt natuurlijk eerst thee gedronken, eerst een aangenaam verpozen en dan worden er diverse kleden geshowd. Ze worden eerst allemaal verspreidt op de grond tentoongesteld.
De wol voor de kleden wordt op natuurlijke wijze geverfd, bijvoorbeeld o.a. met henna en alfalfa. Als het eenmaal verwerkt is in een kleed worden de kleuren gefixeerd met natuurazijn.
Als alle kleden liggen worden ze een voor een omhoog gehouden en dan mag je met een ja of nee (maar dan in het Berber) aangeven of het mag blijven of niet. Uiteindelijk hou je een paar kleden over, in dit geval waren dat er twee. Maar dan ben je er nog niet. Nu weten ze waar je belangstelling voor hebt en worden er nog een paar kleden van die maat en genre neergelegd.
Weer geef je aan met ja of nee…… uiteindelijk bleven er twee over en dan begint het financiele gedeelte met loven en bieden. Wim en Lydia kochten een mooi kleedje, en over de prijs was iedereen tevreden.

Als uit het niets is de Nederlandse sprekende Marokkaan weer terug in de associatie en hij loopt met ons mee de medina in, dit keer naar een kruidenwinkeltje, dit begint verdacht veel op gidsen te lijken. Hij is wel heel enthousiast maar wij willen gaan wandelen, dus we nemen afscheid, wat hij aanvaard.


We lopen niet meer naar de palmentuin maar verder de medina in. We vinden het verrassend dit hier te vinden, daar Goulmima op ons overkomt als een redelijk moderne plaats. We vermaken ons goed en lopen daarna terug naar de camping.
Wij drinken een paar kopjes thee, rekenen af en vertrekken na afscheid te hebben genomen van Wim en Lydia, leuk jullie ontmoet te hebben.
We rijden Tineghir uit via de N10 en komen in een redelijk saaie omgeving, mede ook doordat het weer heiig is geworden, de Atlas bergen zijn niet te zien.
Onderweg duiken we een zijweg in om langs de kant van de weg te gaan eten. Ik kijk op Maps.me en zie dat deze weg verderop langs allerlei dorpjes gaat, dat trekt ons meer dan de N10. Dus even later rijden we tussen huizen, akkertjes en palmentuinen door.

We komen allerlei mensen tegen, lopend, op de fiets en brommer, allemaal met gekochte spulletjes. Op de brommer en fiets tussen de benen geklemd. Zal er ergens markt zijn? En jawel hoor, verderop staan auto’s langs de kant en dan zien we de souk. N31.456225, W5.424518
Camper aan de kant en we storten ons in het feestgedruis. Ik kleed me dan altijd even om in een lange jurk en een vestje over mijn blote armen. Ik merk vaak wel dat het op prijs wordt gesteld. We hebben sinaasappels, appels, aardbeien en eieren nodig. Als we rondlopen voelen we ons een beetje een attractie , iedereen kijkt naar ons, maar wel vriendelijk. We merken dat de markt net op zijn einde loopt, men is aan het inpakken.
We kopen onze spulletjes in en genieten van de mooie mensen die er rondlopen, vooral de vrouwen zien er zwierig uit met mooi gedrapeerde stoffen over hun djellaba’s.


Als we verder gaan missen we een aanwijzing van TomTom, het geluid is weer eens uit. We rijden op een weg die TomTom en Maps.me niet zien. We laten ons verrassen en we komen uiteindelijk gewoon weer op de doorgaande route uit. Daarna draaien we de N10 weer op. Ik kijk in Maps.me of er nog meer van dit soort weggetjes zijn maar helaas.
We nemen een lifter mee, die met zijn grote rugzak daarom vraagt. Hij rijdt zo’n 20km met ons mee naar Tinejdad. Het is een Marokkaanse student die onderweg is naar Merzouga.
In Goulmima rijden we naar camping Tamaris. De poort is dicht maar er zit een knop waar je op kunt drukken. Even later wordt de poort open gemaakt zodat we binnen kunnen rijden, daarna gaat de poort weer op slot. We zoeken ons een plekje met schaduw want het is intussen 35º geworden, ja echtwaar, zo heet. Het zijn brede plaatsen en waar wij staan hogere bomen en struiken, lekker.
Verder doen we helemaal niets meer, ja nog even met de verrekijker kijken naar overvliegende bijeneters. We drinken thee, lezen in onze boeken en luieren. In de schaduw is het prima te doen.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

vrijdag 6 april: Goulmima – Rich
Vanmorgen lopen we naar de Skar van Goulmima, het is een skar die nog bewoond wordt. De meeste skars zijn vervallen, deze is nog mooi en ziet er goed uit. Er is geen waterleidingnet dus tappen de vrouwen water bij de ingang van de skar en vervoeren het dan met kruiwagen of ezel naar hun woning. Ook komen we regelmatig fietsers tegen, het is een dorp op zich.
Bij de ingang staan een paar gidsen maar wij gaan zelf op onderzoek uit. Je loopt dikwijls door aardedonkere gangen. Dat is met recht aardedonker, want alles is gemaakt van aarde/leem. Als k over een muurtje kijk staan daar drie koeien, in de volle zon en onder de vliegen. Er komt een mannetje met een ezel aangelopen met daarop een grote zak met zand. Die wordt in de gang omgekieperd, dat wordt dus uitkijken in het donker.

Als we de skar weer uitkomen lopen we via de oase terug naar de camping. Het is een mooie oase, fris groen en er staan prachtige huizen. Bij eentje staat de poort open en is er een man het terras aan het schoonspuiten. We kijken om een hoekje en we worden binnen gevraagd. De man laat ons trots het huis van zijn neef zien, zijn neef geeft les in Rabat aan de universiteit.

We komen allerlei mensen tegen, op ezeltjes met groenvoer er op, op de fiets, met kruiwagen, noem maar op. Verderop bij een paar huizen staat een man buiten in een witte djellaba. Als we bij hem zijn groeten we hem en geven hem een hand, salaam. We worden gelijk op de thee gevraagd, hij is verlegen om een praatje.
Als we door de poort lopen zien we opa zitten achter een trapnaaimachine en heet ons hartelijk welkom. We gaan naar binnen en worden in de salon gelaten. Hier staan langs drie wanden lange banken met dikke kussens. De ramen worden open gedaan, de tv aangezet en onze gastheer gaat thee zetten, ble skar, zonder suiker. Dat komt goed uit want zelf gebruikt hij ook geen suiker. Hij werkt zelf niet, zijn Italiaanse vrouw wel.
Hij vraagt of we blijven eten maar we geven aan dat we rond 12uur van de camping weg willen rijden. Dus gaan we weer op pad en ronden onze wandeling af. Het is leuk wandelen hier, voor herhaling vatbaar.

Zodra we het dorp uit zijn kijken we terug op de oase met rondom het rode van de bergen. In Errachidia is een Acima, een dochteronderneming van de Marjane. Daar kopen we brie en biologische eieren. We gaan er lunchen en als we buiten zitten met ons yoghurtje stoppen er twee Duitse campers.

Ze stappen uit en de man begint Engels tegen ons te praten. Ik zie op de zijkant een afbeelding van een kangoeroe en vraag of hij Australisch is, dat is hij inderdaad. Ze hebben in Duitsland een camper gekocht en komen regelmatig over vanuit Australië om hier te reizen. Ze zijn nu voor het eerst in Marokko en het bevalt ze erg goed. Het andere stel zijn Amerikaans en hebben ook een Duitse camper gekocht. Het liefst verschepen zijn deze camper naar Amerika, maar dat is nog niet zo gemakkelijk, om de camper daar te importeren.
We praten wat af, jammer dat wij naar het noorden gaan en zij naar het zuiden, het klikt goed. We geven ze nog een paar tips mee voor mooie routes, de routes die wij van de week gereden hebben. Dan is het bye, bye, en als we ooit in Australië zijn moeten we zeker langskomen. Dat doen we, want we hebben een visitekaartje meegekregen.

Morgen willen we van Rich naar de Todra kloof rijden, dat is ook een wondermooie route, weer heel anders als van de week. De route gaat naar het westen dus als we morgen op tijd rijden hebben we de zon in de rug.
Via de app park4night vinden we een camperplek bij de Protection Civil en de plaatselijke brandweer. De Protection Civil is 24uur per dag geopend en als we ons melden zijn we meer dan welkom. Het is hier rustig en we staan veilig, wordt er gezegd.
Als we even later in de schaduw van de camper buiten zitten met een bakje pinda’s en een kopje thee stapt Ito, een jonge brandweerman naar ons toe. Met Frans en een heel klein beetje Engels kunnen we een heel eind met elkaar praten. Hij gebruikt regelmatig de vertaal app van Google, erg handig.
Hij vraagt of we al in de jardin hebben gewandeld, verderop liggen de akkertjes en zijn vader heeft daar ook een tuin. Of hij zijn vader zal bellen om ons naar zijn tuin te begeleiden, de hond moet toch gevoerd worden. Even later staan we op de tuin en krijgt de hond een emmer met eten voor zijn neus. De hond weet niet zo goed wat hij met ons aan moet en blaft naar ons met zijn bek vol met eten. Waarom ze een hond hebben, Joost mag het weten. Als hij aanslaat bij onraad is er niemand om op te reageren.
Het is een leuke tuin, de vader van papa teelde vroeger al zijn groente en fruit zelf maar papa kweekt nu alleen kruiden en groen voor de koeien en de schapen. De rest kopen ze op de souk, wel net zo gemakkelijk.
Terug bij de camper vraagt Ito of we niet een leuk Europese vrouw voor hem kennen, hij wil nl. wel met een Europese vrouw trouwen. Als ik later een foto maak van Ito en Co zegt Co dat we hem in Europa zullen showen, wie weet reageert er een leuke vrouw. 😉

We staan bij een associatie van oud strijders en het is een drukte van belang, er komen veel oudere mannen naartoe. Ze groeten ons allemaal vriendelijk en heten ons welkom.
Na het eten lopen we naar het stadje. het is er enorm druk op straat, zoals we gewend zijn in Safi. Het is nu heerlijk weer, vanmiddag was het 35º. We lopen door de gezellige drukte en over de dagelijkse souk. De souk zelf is op zondag en maandag, maar dat wachten we niet af. We lopen langs een soort parkje waar het druk is met mannen die aan het jeu-de-boulen zijn.
Het is vrijdag dus is het gebeden dag, we genieten mee met de moskee. Ach zegt Co, bij de een roepen ze alleh, bij de ander allah, het verschil tussen België en Marokko is niet zo groot, haha.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

zaterdag 7 april: Rich – Tamtatouchte
We hebben een rustige nacht gehad, wel warm. Toen we gingen rijden was het 10,5º en het werd vandaag niet warmer dan 25º, dat bevalt ons een stuk beter dan 35º.
We rijden eerst een stukje voordat we gaan ontbijten, het licht is vaak zo mooi in de vroege morgen. Er is al veel reuring langs de weg. Kindertjes wachten op de schoolbus of zijn onderweg naar een school dichterbij, afhankelijk van hun leeftijd.
Er zijn vrouwen onderweg met emmertjes met melk, vers van de koe. Ze leveren het in bij een vrachtwagen, een soort Campina melkophaaldienst. De meeste vrouwen hebben het in hun hand maar er is een oudere vrouw die een karretje heeft.


Eerst was het nog een beetje heiig maar gaandeweg klaart het gelukkig weer op en is er een stralend blauwe lucht met af en toe een wolk. We nemen nog een lifter mee, een Marokkaan in een witte djellaba. Hij rijdt 21km met ons mee, het blijkt een imam te zijn, hij rijdt mee tot Amellagou, hij is er erg blij mee.

Even verderop komen we door een klein dorp waar ooit hoog boven de huizen oude lemen huizen onder de rotswand zijn gebouwd. Opeens staat er een volwassen man midden op de weg met zijn armen wijd. We moeten wel stoppen, maar het gebeurt lachend aan beide kanten.
We schudden handen en we worden welkom geheten en of we thee willen komen drinken á la maison. We rijden een klein stukje achteruit waar de weg breder is en parkeren de camper aan de kant.
Abdullah laat ons trots zijn huis zien. Het is wel heel verrassend as we binnenstappen, het huis is tegen de rotswand gebouwd, ze hebben de rotswand in wit met blauw geschilderd. Er zijn allerlei ruimtes, een keuken, een bijkeuken waar graan ligt te drogen, een ruimte waar alleen een potkachel staat waarvan de zeer lange pijp via een gat naar buiten gaat, en dan de stal waar 3 koeien staan, waarvan een kalf. Ook lopen we naar het dak om te genieten van het uitzicht.

We lopen met Abdullah en Atif, een neef, naar de oude huizen die we boven het dorp zagen. Het blijkt dat ze van het jaar 605 zijn, dat is effe oud zeg. Een van de huizen kunnen we naar binnen.

Dan gaan we naar de mooie kamer, rondom met banken met dikke kussens, zoals je in veel Marokkaanse huizen ziet. De thee wordt binnen gebracht en Abdullah wil dat ik in ga schenken. Maar mama komt en ik schuif een stukje op zodat zij erbij kan, prima zo.
Ik vraag aan Abdullah hoe oud zijn mama is, ze is 54 jaar, dat is 3 jaar jonger dan mij. Volgens mij is ze ouder want Abdullah zegt dat hij 40 jaar is. Dat zou betekenen dat zijn mama 14 jaar oud was toen hij geboren werd, lijkt me erg jong. Papa is 67 jaar oud dus wij denken dat mama 64 jaar is.

Abdullah vraagt of we vandaag hier blijven, we kunnen slapen in de mooie kamer, en dan kunnen we morgen in de bergen gaan wandelen. Het is nog erg vroeg en we zien het niet zitten om nog de hele dag met hun op te trekken. De conversatie gaat niet gemakkelijk. Ik vraag of we niet nu kunnen wandelen, en dat kan.
We gaan naar buiten en lopen via kleine zijpaden naar de rivier. We zien een opa en oma op de grond zitten, ze zijn met een trekzaag een boomstammetje aan het zagen. Co pakt de zaag over uit opa’s handen en Abdullah neemt de plaats van oma in. Co zegt later, het hout bijzonder hard hout, ze moesten nog goed hun best doen. Ik geef oma een knuffel en ze houdt me nog even stevig vast, met een dikke zoen.

We steken via een boomstam en zandzakken de rivier over naar een oud lemen dorp. De huizen zien er goed uit. Het is leuk om met Abdullah en Itaf door dit dorp te lopen. Ze kennen de mensen en ook wij worden vriendelijk begroet. Af en toe lopen we door donkere gangen, net als eergisteren in de skar. Aan het einde staat een vrouw met dochtertje in de deuropening. Als we terug langslopen krijgen we een paar verse amandelen van haar, wat zijn die lekker zeg.
Buiten zitten drie vrouwen met elkaar te keuvelen, een ervan is de oma van Abdullah, hij begroet haar met een handkus, met heel veel respect. Ook ik geef haar een handkus en krijg er eentje terug van haar.

Bij terugkomst bij de camper vraagt Abdullah nogmaals of we blijven en mee eten, maar we nemen afscheid. We hebben bij het theedrinken een paar winterjassen gegeven, als dank voor de thee, de rondleiding bij de oude huizen en de wandeling. Ik verdenk Abdullah ervan dat hij dit vaker doet bij toeristen, het is een manier om een centje bij te verdienen, hij doet het met verve.
We komen door het dorp Assoul en er zijn veel kinderen onderweg. Ik zie verderop een meisje iets oprapen van de grond, daarop zijn we bijzonder gespitst, het kan een steen zijn om mee te gooien. We gaan langzamer rijden en kijken haar aan, we schudden met een vinger en ze duikt weg. Er zijn ook veel kinderen die gebiedend zwaaien, we moeten stoppen want ze willen iets van ons. Dit is toch de schuld van toeristen, die ooit zijn begonnen met kinderen pennen en snoepjes te geven. Het gebeurt trouwens nog steeds, en dat is jammer. Want de mensen die hier niet aan meedoen worden boos aangekeken. Maar ik heb altijd geleerd, kindertjes die vragen worden overgeslagen. Maar het is niet anders we hebben er mee te dealen. Gelukkig overheerst al het leuke. De vriendelijke mensen die we ontmoeten zijn gelukkig in de meerderheid.
Er zitten drie vrouwen langs de kant een eentje geeft middels een gebaar aan dat ze wel mee willen rijden. Maar als we stoppen zijn ze druk aan het overleggen of ze wel met ons mee willen. Dat is toch wel wat anders als zo’n vreemde camper stopt. Maar ik doe de deur open en gebaar dat ze mee mogen. Ze rijden zo’n 10km met ons mee, dat is toch een heel eind. Als ze uitstappen zien we dat een paar mannen verderop goedkeurend toekijken, ze zwaaien vriendelijk naar ons als we verder rijden.

We hadden deze route mooier in gedachten als dat we hem nu vinden. Misschien komt dat ook omdat we al zoveel andere mooie dingen hebben gezien. Voor deze route zullen we niet meer een omrit maken.

We besluiten om in Tamtatouchte te overnachten op camping Baddou. Hier hebben ze een heerlijk, hete douche, weten we van vorige keren. Naar Imilchil vinden we nu te ver rijden. Als we door Tamtatouchte rijden zie ik een jonge een grote steen oppakken, zo groot als zijn hand. We gaan weer langzamer rijden en blijven naar hem kijken. Een ander jongetje steekt voor ons de weg over en ze hebben contact met elkaar.
Ik blijf door het zijraam naar hem kijken en hij durft toch niet te gooien. Misschien moet ik de volgende keer gewoon een foto van hem maken, dat is vaak een advies. Op de camping bespreek ik het met de gardien/beheerder. Of ze dit niet op scholen aan kunnen kaarten, dat ze campers met rust laten en ze gewoon door laten rijden. Dat zal wel een utopie blijven.
Er staat een stevige wind, het laat het zand opstuiven in de omgeving. We vinden een lekker plekje uit de wind, in de zon. Later in de middag gaan we douchen, heerlijk hoor. We komen er achter dat ze hier redelijk snelle wifi hebben, dus daar maak ik gretig gebruik van om de fotopagina’s op Google Foto’s te zetten.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

Ga naar periode 18
terug naar overzicht