2018 Marokko 26 t/m 29 april

Marokko 2018  –  periode 23: 26 april t/m 29 april

donderdag 26 april:  Bou Ahmed – Chefchaouen

Nu zijn we wel in Chefchaouen, het was niet de bedoeling, ons einddoel voor vandaag was Ouezzane. Maar het kan verkeren en plannen kunnen wijzigen. Het is in ieder geval heerlijk zonnig en dat kijkt meteen heel anders allemaal.

We kunnen geen afscheid nemen van Said, de beheerder van de camping, want die ligt nog te slapen. We maken zelf de poort open en weer dicht, gisteravond hebben we al betaald.

We gaan eerst naar de bron om onze watertank weer vol te gooien. We zijn de enige die op dit vroege moment hier zijn, in ieder geval zijn er geen vragende kindertjes. Na het vullen van de watertank was ik de ramen en Co de wielen, die hadden we bij de vorige schoonmaakbeurt niet gedaan. Dan komen er druppelsgewijs mensen naar de bron om water te halen. Met de zon erbij ziet de omgeving van Bou Ahmed er stralend en fris uit.

Dan zien we opeens een witte roofvogel bidden in de lucht. Hij komt dichterbij dus snel pakken we de 600 en de verrekijker. Wat is-ie mooi. Hij hangt recht voor ons een hele tijd te bidden en dan duikt hij als een speer naar beneden, tussen het graan. We blijven kijken en even later vliegt hij weer op met een muisje in zijn klauwen. We zien later op de foto’s dat de vogel rode ogen heeft. Hij vliegt helemaal naar de andere kant van de vallei, kennelijk heeft hij een of meerdere snaveltjes te vullen. Het is een Grijze Wouw.

Dan zien we een buizerd vliegen maar die komt niet dichtbij genoeg om te fotograferen. Ah, Nederland, alles goed? horen we. We worden aangesproken door een Marokkaan die drie jaar in NL heeft gewerkt en gewoond, in Steenwijk om precies te zijn. Hij spreekt nog redelijk goed NL.

Al met al is het tegen 10 uur dat we werkelijk op pad gaan. Naar Ouezzane dus. Via de P4111 rijden we de vallei van Bou Ahmed uit, de bergen in. Het is gelijk al een prachtig gezicht, in de diepte de grijze rivier en tegen de bergwanden is het kleurig. Binnen no-time zitten we boven de 300 meter.

We rijden door gehuchtjes en er zijn mensen langs de weg en op de akkertjes. Dan zien we in de verte veel auto’s staan bij de ingang van een dorpje. Oh jeh, er is markt en wij moeten daar langs. Aan weerskanten van de weg staan de kramen, het is nog rustig, ze zijn nog aan het opbouwen.

Na het dorp parkeren we de camper en lopen we terug om het een en ander in te slaan. Hoeven we dat niet meer op de markt in Ouezzane te doen. We hebben bekijks, vele ogen volgen ons. Het is een authentieke markt met vele locals, de vrouwen in kleurige kleding.

We slaan 8 kilo pinda’s in, deels voor ons zelf en deels voor het thuisfront. We kopen ze bij verschillende kramen, verdient iedereen een centje, eh dirhams. De kraam waar we 2 kilo kopen heeft alleen een tegengewicht voor 1 kilo maar dat wordt opgelost door er een zak snoep van 1 kilo bij te leggen. Zo lossen we dat op in Marokko.

We lopen door en worden weer in het NL aangesproken, weer iemand die in NL is geweest. Hij verkoopt nu zoetigheden, koekjes en een soort cake. We kopen wat bij hem, voor 10DH vouwt hij alles in een papiertje, eet smakelijk. Ben je in Marokko in the middle of nowhere en dan hoor je, doei.

Een kilometer buiten het dorp zien we een plateau, we parkeren en gaan thee drinken met het lekkers van de markt. Er komen allerlei mensen langs, lopend, op ezeltjes, met de auto en allemaal groeten ze vriendelijk terug. De auto’s toeteren veelal.

We gaan weer verder, we hebben nog genoeg kilometers te gaan. De zon schijnt volop, er zijn grote witte wolken aan de lucht en de uitzichten zijn prachtig, wat wil je nog meer. Een weg die door gaat bijvoorbeeld?

Een keer riep een man in het voorbijgaan ‘piste’ en iemand maakte een gebaar met kruisende handen, einde oefening. Toch reden we door, we willen zelf bepalen of we werkelijk verder kunnen of niet. Dan komen we door een bocht en zien een hele ris motoren staan, met de berijders ernaast. Ze komen naar ons toe en eentje vraagt of we verder willen. Op zich is dat wel de bedoeling. Hij kijkt naar onze camper en zegt dat dat niet zal gaan, je hebt 4×4 nodig.

Hij wijst naar een ezel verderop en zegt, daar houdt het asfalt op. De weg is eerst heel smal, te smal voor ons, zegt-ie en daarna is het heel erg nat, alleen geschikt voor 4×4. We bedanken hem en vragen waar zij vandaan komen,m uit Duitsland en IJsland. Verderop keren we om om 20km terug te rijden. Co kijkt ervan op dat het niet langer is. Maar we hebben rustig aan gereden en ook nog de markt bezocht, dus 20km valt erg mee dan. Bovendien is het geen straf om deze route nog een keer te rijden.

Ik geef aan dat we nu via Chefchaouen gaan, dezelfde route als eergisteren met mama en Farida. Die route was ook mooi dus we vinden het niet erg om hem nog een keer te rijden, dat wordt dan de 3e keer deze reis. De eerste keer was met Abdullah en zijn kip waar ik per ongeluk op ging staan.

Via de N16 rijden we naar Oued Laou en slaan daar op de rotonde linksaf de P4105 op richting Chefchaouen. Eerst rijden we door het lieflijke groen van de vallei, maar hogerop rijden we door een ruige kloof, een gorge. Het is oppassen geblazen want er zijn gaten in de weg en af en toe wat verzakkingen, maar we hebben geen haast dus rijden we rustig aan. De rit naar Ouezzane vinden we te lang dus besluiten we om via de N2 en R412  naar Chefchaouen te gaan.

Tegen 16uur komen we aan op camping Azilane, hoog boven het dorp. Het is er druk met campers, dat is een tijdje geleden dat we campers gezien hebben. De camping stelt niet zoveel voor maar we hebben stroom en een plek om te slapen. Aan de overkant staat een Engelse camper en we knopen een praatje aan. Ze zijn voor het eerst in Marokko en dit is hun eerste overnachtingsplek.

Er ligt een kaart van Marokko op tafel en ze laten zien wat ze de komende zes weken willen gaan rijden. Wij geven wat mooie routes aan. David was van plan om de rode en gele wegen te blijven maar de routes die wij aangeven zijn op de witte wegen en we geven aan dat ze prima te rijden zijn. Zijn vrouw wijst op een vuilniszak die naast de camper ligt. Ze laat de inhoud zien, gebroken serviesgoed. Ze reden vanuit de haven over de slechte weg hierheen en toen is alles uit de kastjes gevallen, dat gaf me toch een lawaai vertelde ze. Ze hebben van alles nog precies twee dingen over, dus genoeg voor hun beiden. Ze zijn helemaal enthousiast geworden door onze verhalen en hebben nu al zin om verder te gaan Marokko in. We waarschuwen wel om de snelheid die op de borden staan aan te houden want er wordt veel gecontroleerd. Maar dat hadden ze al gezien onderweg.

Onze buren zijn Nederlanders die met een tent op reis zijn. Die zit aan de achterkant van hun auto gekoppeld. Dit is het tweede jaar dat ze met een tent op stap zijn, de eerste keer in Marokko. Ze hebben een boot en hebben veel gevaren, maar waren toe aan iets anders. Zij reizen 4 weken door Marokko. Ze vinden wel de mensen opdringerig. Wij geven aan dat ze hier in een toeristisch stadje zijn en dat het in die plaatsen heel ‘gewoon’ is, de opdringerigheid. Gewoon doorlopen en blijven lachen. That’s the way it is.

Op de familie app lazen we dat zwager Ad vandaag een lintje heeft gekregen van koning Willem, nou dat heeft hij dik verdiend. Op Facebook lazen we dat Maaike en Jeske hun moeder Wil (vrouw van Ad, zus van Co) een lintje hebben gegeven, net zo verdiend als Ad. Gefeliciteerd hoor kanjers. En dan te bedenken dat dit alles al een jaar terug in gang gezet is door zus Suzan, ze heeft er veel werk voor verricht, waarvoor we haar hartelijk bedanken.

De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

vrijdag 27 april:  Chefchaouen – Moulay Bousselham

We zijn op tijd wakker en na ons ochtendritueel rijden we tegen half 9 weg, op weg naar Moulay Bousselham, terug naar de kust dus. We krijgen nog zicht op Chefchaouen, de blauwe stad met hoog boven het plaatsje hotel Atlas, waar de camping achter ligt.

Via de R412 en N13 duiken we even later de R410 op die we langere tijd blijven volgen naar Ksar-el-Kebir. De weg is niet zo best met gaten en af en toe een wegverzakking. Het is landelijk te noemen met af en toe een gehuchtje maar niet zo mooi als eerder tijdens onze reis.

Dan komen we langs een plek waar een paar oude gebouwen staan, he zeg ik, hier zijn we eerder geweest, toen was hier een markt, de plaats heet Tanaqoub. Co herinnert het zich ook nog. Dan weet ik ook nog dat toen de weg ook al slecht was, ik had alleen in herinnering dat we toen meer zuidelijk hadden gereden, niet dus.

De weg wordt alleen maar slechter met meer gaten. Ik zeg waarom leggen ze die gaten niet zo neer dat je er gemakkelijk tussendoor kunt laveren. Co zegt; waarom leggen ze die gaten niet gewoon aan de zijkant? 😉

Af en toe zijn er mensen langs de weg waar we naar zwaaien. In de meeste gevallen krijgen we een lach en een zwaai terug. In een bocht zitten twee mannen en we zwaaien weer. In het voorbijgaan roept een van de mannen, love you. Ik gelijk op de rem maar Co zegt, door rijden hoor, door rijden.

Ksar-el-Kebir is een grote, levendige plaats met veel mensen op de been. Er is een minimarkt met locale boeren/boerinnen. Aan het begin van die weg staat een verkeersbord met een verbod voor paard en wagen maar er staan er diverse langs de kant met groente en fruit er op.   😉

Via de P4404, N1, P4214 en R406 belanden we in Moulay Bousselham. We weten nog van een vorige keer dat je niet lang na Ksar-el-Kebir een weggetje op kunt naar Moulay Bousselham maar dat was een hoop gehobbel. Lees maar:

citaat uit week 13 van de Marokko reis 2013:

Na Ksar-El-Kebir rijden we een klein stukje N1 om daar linksaf te slaan, zuidwestelijk richting Moulay Bousselham. We komen een afslag tegen, die wordt helemaal keurig met een slingertje naar rechts aangegeven om dan haaks de N1 over te steken. Het begin van de weg is ronduit slecht maar daarna gloort het asfalt. 200 Meter verder houdt de weg op, alleen nog rode aarde met een dikke plas en diepe kuilen erin. Maar verderop zien we asfalt dus we wagen de ‘sprong’. Even verder ligt weer een grote plas, er komt ons een tractor tegemoet en we houden de man aan om te vragen hoe de weg naar Moulay is. Hij adviseert ons om om te keren. We keren op de weg en daardoor rijdt Cees voor ons uit. We moeten dus weer hetzelfde stuk terug, we zien Cees hotsend en botsend voor ons uit rijden. We kunnen er niets aan doen maar de tranen lopen over onze wangen.

Cees zijn vuilwater afvoer zit al een tijdje voor een groot deel los, dus dan zijn zulke kuilen niet bevorderlijk. Zodra we de kuilen voorbij zijn stapt Cees uit, toen hij achter zijn camper kwam dacht hij: he, die afvoer zat toch aan de rechterkant……..?

Op het laatste stuk zijn er veel mensen aan het werk op de landerijen, ze rooien aardappels en plukken aardbeien. De aardbeienplukkers lopen de hele tijd krom met een platte, lage kist balancerend op hun rug. Er wordt mest uitgereden op de landerijen maar er wordt ook wel gespoten.

De camping is aardig bezet en net als op de camping van Chefchaouen zie je hier camperaars die nog wit zijn, net startend aan hun reis door Marokko, en mensen die behoorlijk bruin zijn.

‘s Avonds loopt er een kudde van 8 koeien en stieren over de camping. Een ludiek gezicht maar eigenlijk niet zo fris, ze schijten natuurlijk toch een keer.

De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

zaterdag 28 april:  Moulay Bousselham

We dachten als nu niemand het in de gaten heeft nemen we vandaag een snipperdag, ssst niet verder vertellen hoor. Alhoewel het geen stoeltjesdag was, we hebben de was gedaan waarvan twee schommels in de ‘echte’ wasmachine van de camping en twee schommels zelf. Het droge moest de zon doen, wat aardig lukte.

Co heeft het dak van de camper schoon gemaakt, hij maakte een foto toen hij halverwege was om het verschil te laten zien, nou dat was wel duidelijk.

Verder genieten we van de zon die heerlijk aanwezig is.

‘s Middags wandelen we naar het strand en kopen we aardbeien in de dagelijkse souk.


Zomaar even wat bloemetjes en andere groeisels op de camping, gemaakt met de macrolens.

zondag 29 april:  Moulay Bousselham

De dag begint bewolkt maar niet veel later trekt het schoon en genieten we de rest van de dag van de zon. Vanmorgen maken we de camper van binnen en van buiten schoon, het knapt weer lekker op. ‘s Middags ontdooien we de koelkast, er was behoorlijk ijsvorming en op internet lezen we dat als je een paar millimeter ijsvorming hebt gebruikt de koelkast 10% meer energie.

Na de middag verhuizen we naar een plekje aan het water, hier staat wat meer wind zo hopen we ook minder last te hebben van de muggen hier. Voor het eerst in al de jaren dat we in Marokko reizen hebben we last van muggen, en ze maken flinke bulten en jeukplekken. Er varen de hele dag bootjes langs met Marokkanen er in, ze genieten van hun vrije zondag.

Aan het einde van de middag stappen we een uurtje rond door Moulay Bousselham. Eerst richting het strand maar daar is het rustig. Terug lopen we tussen de huizen door. We hebben het idee dat het veel vakantiehuizen zijn, de luiken zijn gesloten en er is weinig te beleven.

De foto’s van vandaag en van gisteren kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

ga naar periode 24

terug naar overzicht