
Marokko 2018 – periode 21: 18 april t/m 21 april
woensdag 18 april: Sebt Ait Rahou – Bou Fekrane
Vanmorgen hebben we alle tijd na het opstaan tot 9 uur. We fotograferen de bloemetjes, altijd leuk om te doen. Het is vochtig dus zitten er veel druppeltjes op de bloemetjes. Het was even speelkwartier voor ons.


Om 9 uur staan we klaar om te gaan wandelen maar er verschijnen geen dochters des huizes. De buurman aan de overkant zag ons tussen de bloemetjes staan en spreekt ons nu aan. Of we zijn huis willen zien, het is aan de overkant van de weg. Het ziet er prachtig uit, ook van binnen. Hij woont nu in Frankrijk, in Toulouse en werkt niet meer. Hij pendelt heen en weer tussen Frankrijk en Marokko. Het huis is summier ingericht maar er zijn prachtige details in plafond en stucwerk.
Of we willen blijven koffie drinken en eten en slapen? Nee joh, we gaan wandelen, maar bedankt voor het vriendelijke aanbod, misschien een volgende keer, Insja Allah.
20 Minuten later zijn we weer buiten maar er zijn geen wandelaars present. Dus gaan we zelf op pad. We lopen het pad beneden langs het huis en gaan tussen de bloemetjes door, een vrolijk begin van de dag. Achter ons zien we drie jongetjes, die we eerder bij het huis spraken, dwars door het graanveld rennen.
Als ze bij ons zijn gebaren ze iets en zeggen, denken wij, dat we die kant niet op kunnen. Maar wij zien allemaal paadjes lopen en gaan verder. Ze blijven roepen maar wij blijven lopen. Uiteindelijk geven ze het op. Ze waren vriendelijk hoor maar we verstaan ze niet en wij willen deze kant op.
We lopen naar beneden en steken een waterstroompje over. Dan gaat het weer omhoog en we zien grote velden met graan met daarin veel klaprozen. Dan lopen we onderlangs een huis. Een meisje met een baby op haar rug loopt onze kant op. Als we bij het huis aankomen roept ze snel om haar mama.
Die komt aangelopen en we schudden handjes, zo ook met het meisje. Mama tovert twee stoelen tevoorschijn en we ‘moeten’ plaatsnemen. Of we thee willen drinken, wel ja, doe maar hoor. We nemen plaats in de schaduw want het is zo vroeg op de dag al erg warm.
Het meisje, Haznan, heeft een baby op haar rug, het is van haar zus die naar haar werk is. Haznan spreekt een klein beetje Frans dus we kunnen praten met elkaar. Er is nog een ouder zusje maar die is meer verlegen dan Haznan en durft niet zoveel.
Dan komt er een tafeltje met daarop thee, suiker apart, een mengseltje van noten en suiker, brood en pannenkoeken. Mangez, mangez. We nemen een paar hapjes maar strijken dan over onze buiken, we hebben immers al ontbeten.
De baby wordt een beetje huilerig en wordt door de meisjes in een sjaal heen en weer gewiegd. Maar het helpt niet. De baby wordt naar mama gebracht. Ondertussen is papa ook even thuis gekomen, van het geiten hoeden, voor een rokertje en een glaasje thee. Mama komt er ook bij zitten en heeft de baby aan de borst hangen. Gisteren toen we bij de groep vrouwen zaten had een van de vrouwen ook de baby aan de borst. Daar doen ze toch totaal niet moeilijk over. Wel de haren bedekt maar wel in het ‘openbaar’ de borst geven. Let wel, wij vinden het totaal niet vreemd hoor, het is een natuurlijk iets, maar we keken er wel van op. De baby was stil. Er kwam uiteraard geen melk uit maar het zogen gaf rust.

Haznan is nieuwsgierig, vindt mijn kleren leuk, voelt aan mijn haar en vraagt veel. Ze is 12 jaar en haar zus 14. Als ze later groot is en goed Frans en Engels spreekt moeten we weer op visite komen en met haar praten. Dan blijven we slapen en eten en hebben we een telefoon voor haar mee. Ze tikt tegen haar oor, heb je het gehoord. Dat alles met een lach hoor, maar het is me er eentje.
Ze loopt een stuk met ons mee en we belanden met haar in een graanveld met veel klaprozen. Even foto’s maken en ze wil ook graag onze iPhone even hanteren, ga je gang hoor. En ja, we komen terug, Insja Allah.

Terug bij de camper nemen we afscheid van een van de vrouwen, de buren zijn weg, maar die hebben we al gedag gezegd. Een voordeel, we hoeven niet weer thee te drinken en te eten. De lifter die we van de week mee hadden zei tegen ons dat Marokkanen de hele dag door eten.
We vervolgen de route maar vatten een aanwijzing van TomTom verkeerd op en moeten 10km terug. We hadden de onverharde weg op gemoeten, de P7301. Die is goed te doen. We rijden een grote vrachtwagen voorbij waar twee mannen achterop de rand zitten. We zwaaien maar niet anders moeten ze loslaten. De auto staat vol met paarden en heeft er een hele hijs aan om boven te komen.

Onderweg, in de middle-of-nowhere staat een jongeman te liften. Laten we hem maar meenemen, misschien naar een volgend dorp. Als hij binnen is vraagt hij of we naar Meknes gaan, oei, dat is nog 178km. We gaan in de richting van Meknes geven we aan. Okay, hij gaat mee totdat wij anders gaan.
Hij is aardig en probeert wat Engels en Frans te spreken. Zijn Engels is vrij moeilijk te verstaan, maar hij doet zijn best. Maar de rit is te lang om veel te praten dus even later zit hij met oortjes in, ook goed hoor. Een lifter mee vinden we niet erg maar zo’n tijd lang vinden we niet fijn. Het belemmert je toch in je ‘vrij zijn’. Niet meer doen dus.
Als we aan het einde van de P7301 rechtsaf de R407 naar Oulmés opdraaien is hij alert. Meknes is naar links. Rechtsaf ook, zeggen wij, de toeristische route. Je mag uitstappen hoor, nee het is wel goed, hij gaat mee op de toeristische route.
Die gaan we geen tweede keer meer tijden. De weg is redelijk maar er zijn veel slechte passages bij, stapvoets rijden. De omgeving is net als op de P7301 niet veel aan, veel van hetzelfde, en veel bomen. Deze route hoeven we niet meer te rijden, ik heb het aangetekend op de kaart.
Als we de R701 richting Meknes opdraaien wordt het wat interessanter met veel groen, huizen en mensen. We komen aan in een plaatsje, Ras Ijerri en daar scheiden onze wegen zich, de jongeman stapt uit en moet verder vervoer zoeken. Wij gaan de R402 op. En via de P7017 en P7035 rijden we verder naar een camping onder Meknes.
Als ik in de camperapp de buitenlandse reviews lees zie ik dat de camping niet meer bestaat. Dus gaan we op zoek naar een andere overnachtingsplek. We belanden bij mensen op het erf, hoe kan het ook anders. We zijn welkom en zoeken ons een plekje tussen de kippen en de schapen.

De buren staan aan de andere kant van de cactussen te gebaren of we niet bij hun willen staan. Nee joh, we staan nu hier al. We zijn ‘gewild’, haha. We gaan handjes schudden met de vrouwen en de zoon des huizes aan de zijkant van het huis. Ze spreken, op de jongen na, alleen Arabisch. Als we terug zijn bij de camper zijn daar ook de buren. Er is een man bij die vloeiend Frans spreekt, hij woont in Medoc, bij Bordeaux en is nu twee weken op vakantie in Marokko. Of we thee willen komen drinken en eten bij de buurman.
Wij zeggen dat we eerst gaan eten in onze camper en om half 8 komen we thee drinken. Als we buiten zitten komt de jongeman van het huis waar we bij staan een tafeltje brengen. Even later wordt er thee gebracht, brood en een omelet, wederom zijn ze weer erg gastvrij. Wij eten onze soep, met omelet toe. We brengen het tafeltje terug en bedankten voor al het lekkers.

Om half 8 lopen we naar de buren. De Franse zwager is er niet meer, dat is jammer wamt deze mensen spreken alleen Arabisch. En ze babbelen wat af, helemaal in de veronderstelling dat we alles begrijpen. Gelukkig is er Khadija, de 13 jarige dochter, zij spreekt een klein beetje Frans waar we ons aardig mee redden. Er is nog papa Hafid, mama Soumiya, zoontjes Omar en Said. In de hoek van de kamer zit een heel klein omaatje, Gnamid. Ze heeft een tandeloos bekkie maar kijkt nog helder uit haar oogjes, ze is 82 jaar.
De tv staat aan en we zien een Marokkaanse ‘Postbus 51’ langskomen. Het gaat over zebrapaden. Dat men dient te stoppen als er voetgangers over willen steken. Er geldt een boete van 500DH als je niet stopt. Nou, dan mogen ze dat eerst wel gaan handhaven want stoppen doen ze niet uit zichzelf.
Ondanks dat papa wist dat wij in onze camper gegeten hebben is er even later thee, brood, pannenkoeken, een tomaten/paprika mengsel, heet gekruide aardappeltjes en het verzoek; mangez, mangez. We doen maar een beetje mee, wat ze tevreden stemt.
Khadija loopt even weg en komt terug met een cadeautje, een blauw armbandje, dat is al het tweede armbandje vandaag, van Haznan kreeg ik een roze armbandje, lief he. Als mama terug komt in de kamer heeft ze ook een cadeau voor mij. Krijg ik een lange jurk van haar, fris gewassen aan het ruiken. Ik wordt er verlegen van en geef haar een stevige knuffel als bedankje.
Er wordt gevraagd of we blijven en morgen couscous komen eten. We geven aan dat we morgen weer verder gaan maar dat we ze morgen even ophalen om in onze camper te komen kijken. Tegen 9uur brengt papa ons terug naar de weg, het is inmiddels donker dus schijnt hij ons bij. We hadden zelf al onze zaklamp meegenomen, een uurtje is niets als je gezellig aan zit.
In de camper kijken we nog naar de foto’s van vandaag, het verslag zal tot morgen moeten wachten, geen zin meer in. Als we in bed liggen horen we in de verte een hondenconcert, laat het maar lekker ver blijven. We staan naast de moskee, dus we zeggen, door wie zullen we wakker gemaakt worden, door de hanen, honden of de imam. Welterusten.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

donderdag 19 april: Bou Fekrane – Loulja
Wat denk je, vanmorgen werden we helemaal uit onszelf wakker, niet door de honden, hanen of imam, wat een luxe.
En wat een gastvrijheid, vanmorgen kregen we roomservice in de camper, een blad met thee en 3 pannenkoeken, waar vind je dat, in Marokko. Als ik het blad terug breng vraag ik aan de mevrouw of ze onze camper wil zien. Maar ze denkt dat we haar mee willen nemen in onze camper, ja, nee, dat wil ik niet zie je haar denken. Geen denken aan dat ze met me mee loopt. 😉

Ik loop naar de buren waar we gisteren zo gastvrij zijn ontvangen, we hadden immers beloofd dat ze ons ‘huis’ mochten zien. Papa en mama zijn druk bezig maar Khadija en Said lopen met mij mee. Khadiija is verbaasd dat het er allemaal zo uit ziet. Ze zal straks op school heel wat te vertellen hebben.
Als we bij het dorp aankomen ziet de bocht vrij smal. Net daarvoor gaat er een onverharde weg naar links. Hier treffen we een fietser aan met een onvervalste voetrem, hij remt met zijn voet in de berm. Gras is zachter dan asfalt, slijten je slippers minder snel. 😉 Hij gaat het pad op en gebaart dat wij er ook op kunnen.
In het begin is het goed te doen maar dan kunnen we hem niet meer bijhouden, het is stapvoets rijden, maar we zijn ondertussen wel wat gewend. Aan het einde bedanken we hem in het voorbij rijden.
Na het dorp rijden we naar de N6 richting Fes en er is van alles te zien. Verkoop van bonen, sinaasappels, melk, kamelen. Een auto die langs de middenstreep rijdt met achterin een man die de piketjes oppakt, ze hebben een nieuwe middenstreep getrokken. Schoolgaande kinderen die vrolijk terug zwaaien, de meisjes vooral giechelend. Een huis in aanbouw met mensen in balancerende situaties. We zien weer ontzettend veel schapen, maar nu ook meer koeien, met herders erbij. Er wordt druk op het land gewerkt, ook nog met de ploeg. Er wordt een hooiwagen gevuld, vanuit een hoge hooiberg. We zien een paar keer een gebouw waar olijven worden geperst. Een mevrouw is haar groente aan het wassen in een grote, modderige plas in een kuil in de weg. Mensen liggen langs de kant van de weg of in het midden van de rotonde. En er zijn weer veel ezeltjes aan het werk, op het land, ze vervoeren snijgroen en mensen.

Na de N6, voor Fes, gaan we noordwaarts, via de P5007 komen we langs een domein van de koning. Overals staan wachthokjes met bewakers erbij. De een zwaait vriendelijk terug, de ander kijkt alleen maar terug.
Via de P5002, R501, P5004 en de P5002 rijden we bovenlangs Fes door een prachtige omgeving. Hier is wit de kleur van het landschap en dat houdt in dat de huizen ook die kleur hebben. Het is heel anders dan elders in Marokko. Wat hetzelfde is zijn de mensen, langs de weg, aan het werk op het land. En, dat weten we nog van 3 jaar geleden, ze zijn vriendelijk. Ook de kindertjes vragen nergens om, ze zwaaien gewoon terug met een gulle lach. Een keer is er zelfs een man die ons een ferme handkus toe blaast, hier worden wij zo blij van. We zien veel hooibergjes bedekt met de witte aarde/leem van de omgeving.

We komen door een mooi dorp oostelijk van Loulja, de mensen zijn er heel vriendelijk, ook de oudere jeugd groet lachend terug, met een ferme handzwaai. Hier gaan we een plekje zoeken.
Aan het einde van het dorp draaien we een R-weg op en rijden het dorp uit. Verderop keren we om en rijden langzaam terug. We komen langs een café en er komen luide stemmen ons tegemoet. Gevolgd door naar buiten lopende jongelui. Eentje vraagt gelijk om Dirhams. Een andere jongeman loopt voor de camper langs en vraagt of we Engels spreken.
Niet veel later zitten we aan de thee in het cafe, op het terras, lekker in de schaduw want het is inmiddels 33,5º. Een van de jongens heeft Google Translate op zijn telefoon. En in Google translate kun je zinnen inspreken en uit laten spreken in allerlei talen, daar heb je wel internet voor nodig. Dat heeft hij en er wordt heel wat gevraagd en vertaald.

Het grappige is, Mohammed praat met ons via zijn telefoon, en Achmed kan zelfs Engels spreken. Als Mohammed iets in het Arabisch aan het inspreken was op zijn telefoon, gaf Achmed lachend al antwoord in het Engels. Maar het is een bijzonder handige manier om met elkaar te kunnen communiceren.
De werkeloosheid is groot in Marokko, en is een groot probleem voor de mensen. Achmed wil wel graag naar Europa, maar ook dat is een probleem, ze komen het land niet uit.
We hebben in het cafe het ook gehad over de gastvrijheid van de Marokkanen en dat ze zo vaak eten, en wij dus ook. Dat we dat op zich niet altijd willen omdat we net gegeten hebben. Het is grappig hoe ook de andere mannen en jongens mee luisteren naar de vertaling van onze verhalen, ze zijn nieuwsgierig, net als wij dat ook zijn.
We worden door Achmed uitgenodigd om met hem mee te lopen naar zijn huis, ook Mohammed loopt mee. Als we daar zijn wordt de tafel bijgeschoven, voor jawel, eten. Ze leggen een hoop venkel neer, ze halen het buitenste van de stengels en even later kauwen we op venkel, het is wel lekker. Er komt thee, ble skar, en nee, we hoeven geen eten/manger. Ze moeten er wel om lachen. Ze vinden het ook vaak leuk dat we een paar woordjes Arabisch kunnen. Nog leuker vinden ze het als we bij het thee drinken ‘Sha’ zeggen, proost.
Na de thee gaan we naar buiten. We kijken of we bij het huis kunnen staan maar dat is niet gemakkelijk. Bij het cafe aangekomen kijken de mannen nog even in ons huis en we geven aan dat we een plekje gaan zoeken in het dorp. We staan hier bij een kruising en zijn bang voor teveel verkeer.
We zien een boerderij waar mensen buiten staan. We parkeren de auto langs de kant en lopen het pad op. Bonjour, Salaam Aleikum, handjes schudden. We vragen/gebaren of we met de camper hier mogen staan om een nachtje te slapen. De man moet het gaan vragen, werkt hier waarschijnlijk.
Hij komt terug naar buiten met een oudere man in een mooie witte djelabba. Inmiddels is zijn kleindochter aan komen lopen, zij spreekt een beetje Frans. Ze geven altijd aan een beetje/suir Frans te spreken, maar dat valt altijd reuze mee.
Het mag, we installeren ons en zetten de stoelen buiten. De opa heeft twee vrouwen die buiten komen zitten op een schapenvacht. Wij gaan erbij zitten en ze beginnen gelijk hele verhalen te vertellen, in het Arabisch. En Fatima, de kleindochter, maar vertalen. Er is nog een meisje bijgekomen, Marwam. Zij is even oud als Fatima maar spreekt geen Frans, ze heeft geen opleiding genoten, heel erg jammer voor haar, zo mis je veel kansen.
Terwijl we daar zitten trekt de wereld aan ons voorbij. Mensen lopen na het werken op de akkertjes terug naar huis en kijken nieuwsgierig naar ons. Buurtjes zitten buiten bij hun huis onze kant op te kijken. Even later komt een buurvrouw een ooit geleend kleed terug brengen, even buurten, grappig.
Er komt thee, ble skar, en we hebben van de jongens in het cafe geleerd wat eten is in het Arabisch, Mekla. Dus we zeggen met een brede lach, ble mekla. Het wordt gesnapt, er komt alleen thee. Maar het past niet in hun cultuur dus Fatima wordt naar huis gestuurd, die wonen ietsjes verderop. Even later komt ze terug met een brood en een schaaltje met daarop geitenvlees en couscous. Mangez, mangez. We doen maar weer even wat mee, het is immers ook etenstijd. Eten we straks wel wat minder.
Als het overdag zo warm is is het ‘s avonds nog zo lekker, dus we blijven nog een tijdje zitten. Het is wel leuk dat Fatima Frans spreekt, anders ben je gauw uitgesproken. Arabisch is gewoon niet te volgen voor ons.
Dan komt de mama van Fatima aangelopen met haar telefoon, ze heeft haar broer in Duitsland aan de telefoon. Die wil Co wel even spreken, grappig. We krijgen zijn telefoonnummer en als we ooit in de buurt van Frankfurt zijn moeten we maar even aankomen.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.


vrijdag 20 april: Loulja – Ain Barda
We kunnen alleen afscheid nemen van Marwam, er is verder niemand aanwezig. Ik krijg een stevige omhelzing van haar en een paar dikke zoenen. We rijden dit mooie plaatjesboek uit en een ander plaatjesboek in.
We vervolgen de R506 naar Loulja, daar gaan we rechtsaf de P5309 op. Het is direct al een slechte weg, we willen het 2km aankijken en als het nog zo is gaan we terug. Dan komen we een taxi tegen en Co gebaart hem te stoppen. Er zit iemand in die Engels spreekt. Op onze vraag of de weg verderop te doen is zegt hij ja. We besluiten om verder te rijden, het was een vraag waard want we blijven 46km op deze weg.
Af en toe is er een stukje goed asfalt, dat geeft hoop, maar elke keer houdt het weer op. We zeggen: die man kon alleen in het Engels vragen; can I help you en voor de rest sprak hij die taal niet en zei hij gewoon ‘yes’ op onze vraag.

We rijden dus 23km op deze slechte weg, stapvoets. We worden een beetje melig en maken grapjes:
Een vrachtwagentje van Danone gaat ons voorbij, Co zegt: die Danoontjes hoef je niet meer te schudden, dat is op deze weg al gedaan.
We rijden stapvoets en na 9km zeggen we: Je bent ook zo een eind weg he?
Effe wat gas terug, dat gerace de hele tijd.
We hebben een ‘achterligger’, oh rustig aan, die is er nog lang niet. (meestal gaan we even de kant in om iemand te laten passeren)
Normaal vliegen de leeuweriken voor ons uit, maar nu liep er eentje voor de camper uit, zo langzaam reden we. haha

Dan komen we over een top en zien beneden ons een politiecontrole en een weg van links. We gaan nu de R408 op. Een R-weg, denken we, nou dat moet toch een betere weg zijn, toch? Niet dus. We hobbelen gewoon weer verder. Wat moeten de mensen er hier slecht mee door, met zo’n weg. Er wordt wel aan de weg gewerkt, dat dan weer wel. Vandaag even niet, want het is vrijdag.
We hebben dus toch de hele 46km op een slechte weg gereden. We denken dat het zeker drie jaar zal duren voordat zo’n weg helemaal klaar is. Er worden op diverse plekken nieuwe bruggen gebouwd. Daar is de weg dus gewoon helemaal weg gespoeld. We reden wel door een prachtige omgeving, dat is wel voor herhaling vatbaar, maar dan op goed asfalt.



Via de N8 gaan we naar Taounate. Tomtom wil ons een paar keer door een smal straatje de berg af hebben maar dat doen we maar niet. Taounate is op een berg gebouwd en de straten zijn behoorlijk steil, eerst naar boven, daarna naar beneden, wat een hoogteverschil.
Een aantal kilometers na Taounate draaien we de R510 op. We lunchen ergens op een terreintje naast de weg en rusten even uit van de slechte weg. Het is hier zeer tranquil.
De omgeving is prachtig, wat is het toch onwijs groen, met mooie vergezichten. De weg slingert maar door, van vallei naar vallei, zeer de moeite waard. Het Rifgebergte is echt mooi.
We komen alleen maar vriendelijke mensen en kinderen tegen. Er zijn veel kinderen op de been en af en toe passeren we scholen maar er wordt niet gebedeld, dat is wel fijn.
We willen wat eerder stoppen en beginnen om half 4 uit te kijken naar een plekje voor de nacht, het liefst bij mensen op het erf. In een bos zitten twee vrouwen op de grond. Een van de vrouwen gebaart om mee te rijden. We stoppen en even later zitten er twee welriekende vrouwen in de camper, ze hebben rijkelijk met parfum gespoten. Ze kijken nieuwsgierig naar achteren en giechelen wat af.
Ze spreken alleen Arabisch dus een gesprek zit er niet in. Onderweg zien we opeens een vogeltje in een boom landen. Nieuwsgierig als we zijn stoppen we om te kijken wat het is. Co zegt verheugd, het is een uil. Hij pakt de 600mm en ik hoor achter me een verraste reactie, jeetje wat is dat nou. Als Co zijn foto’s gemaakt heeft, helemaal blij natuurlijk, laat hij ze aan de vrouwen zien. Ze herkennen de vogel.

Als we aankomen op de plek waar ze moeten zijn open ik de deur maar eerst wordt er een selfie gemaakt met mij erbij. Een van de vrouwen wil me Dirhams geven, ben je gek, je hoeft ons niet te betalen, lekker bij je houden hoor. Ik krijg een dikke knuffel met een paar zoenen en ze stappen blij uit. We stonden midden op de weg stil en als we aan de kant gaan rijdt ons een taxi voorbij. In het voorbij gaan steken er een paar duimen naar buiten, ze waarderen het dat we de vrouwen meegenomen hebben.
Waar de vrouwen het pad oplopen kunnen wij met de camper niet op, dus gaan we verder om een plekje te zoeken. We nemen nog een jongen mee die onderweg is van school naar huis, hij rijdt toch gauw een 12km mee. Waar hij uitstapt is ook geen pad voor de camper, verder maar weer.
Pas tegen kwart voor 6 komen we aan op plaats van bestemming. Een meisje staat boven ons enthousiast te zwaaien, ja hoor, ze is de ‘pineut’, in positieve zin. Ik stap uit en loop langs het pad omhoog. We schudden handjes, ze spreekt gelukkig Frans. Het is Nouhaila, een mooie naam voor een mooi meisje. Ik vraag of we met onze camper hier vannacht mogen staan, ja, bien sur, natuurlijk.
We rijden verder de weg af om te keren en rijden daarna het pad op, best wel wat steil maar we komen goed boven. Nouhaila woont samen met haar mama bij opa en oma in. De vader van Nouhaila werkt in Frankrijk en is er nu niet.
Er worden stoelen naar buiten gehaald en een tafeltje voor de thee, brood olijfolie en pannenkoeken. Er zitten twee oudere vrouwen bij, dat zijn schoonzussen van opa, hun mannen leven niet meer. Ze wonen in het huis hiernaast.
Ik laat de camper zien aan alle vrouwen die het gezelschap rijk is. Ze zijn verrast over hoe het er uit ziet en vinden het prachtig. De twee single vrouwen willen wel mee naar Nederland. Ze zien er prachtig uit met maar twee tanden in hun mond. Maar daar zitten ze niet mee, ze lachen gul.
Als we weer om de tafel zitten vraag ik of ik een groepsfoto mag maken, maar natuurlijk, ze gaan er eens goed voor zitten. Nouhaila en een ander jong meisje maken het vredesteken, met twee vingers. Oma ziet dat en doet ook mee.
Ondertussen is er nog een vriend van opa bijgekomen, hij heef 40 jaar in Frankrijk gewerkt en spreekt goed Frans, voor ons te snel, maar dat mag de pret niet drukken. Hij wil met mij op de foto en Co wil wel met oma op de foto. Ze steekt snel weer twee vingers op.
We vertellen van de uil die we gezien hebben. Co haalt de 600mm op, jeetje wat is die groot zeg. Ze herkennen de uil die Co laat zien. Dan richt Co zijn camera op oma, die weer haar gulle lach geeft en dan weer die twee vingers opsteekt. We lachen tranen met tuiten, wat een mooi mens.
Er komen telkens maar mensen bij, allemaal familie, het is een gezellige boel. We lachen wat af, wat is dat toch lekker. Ze vinden het ook erg leuk dat we wat Arabisch spreken, we verzamelen zo gaandeweg best wel wat woordjes. Alleen komen we er achter dat in de verschillende regio’s men de betekenis van woordjes niet weet, daar hebben ze dan weer andere woorden voor. Het zal wel een dialect zijn.
Tegen 8uur houden we het voor gezien, het wordt nu snel frisser. We nemen afscheid en zeggen ‘a demain’, tot morgen.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.


aterdag 21 april: Ain Barda -Cala Iris
We zijn vroeg wakker, gewoon omdat we klaar zijn met slapen, het was heerlijk rustig hier. Het blijkt vanmorgen dat ons gas op is, we hoopten dat we het nog tot in Spanje uit zouden zingen, maar helaas. Dus gaan we op zoek naar een rode gasfles, die zou passen op onze aansluiting in de gaskast. Gelukkig hebben we tijdens het rijden de koelkast op 12V.
Het voordeel van bij mensen op het erf staan is dat kinderen niet bij de camper kunnen/mogen komen. Onder aan het pad staat een groep jongetjes. Co zwaait naar ze en ze zwaaien terug. Maar als Co uitstapt is dat toch andere koek. Een jongetje rent gauw weg maar Co zwaait nog maar een keer en loopt met zijn handen in zijn broekzakken naar ze toe. Ik zie vanuit de camper dat een van de jongetjes een steen pakt, je weet het maar nooit he, zo’n enge man. Maar natuurlijk is er niets aan de hand, het weggelopen jongetje komt weer terug en de steen wordt terug op de grond gegooid. Even later zie ik een transportbusje langsrijden met allemaal jongens op dak, op de bagagedrager.

We kunnen alleen afscheid nemen van opa, de vrouwen slapen allemaal nog. Om half 9 rijden we weg, we vervolgen onze route over de R510 naar het oosten. We hebben niet echt een plan, ik heb Berkane als eindpunt ingebracht, voor de rest zien we het wel.
We zijn nog niet koud onderweg of ik zeg stop, ik zie een uiltje langs de kant van de weg, op een rots. Terwijl we achteruit rijden zien we hem wegvliegen, maar hij gaat niet zoveel verderop op een rots zitten. Even later staat-ie op de foto, hij houdt ons wel scherp in de gaten.

Als we verder rijden komen we opeens in een heel ander landschap, geen akkertjes meer en weinig huizen, een beetje desolaat. Ook de weg is niet meer wat we gisteren gewend waren. Er staat een bord met een verontschuldiging erop vanwege de wegwerkzaamheden, oh vandaar. Het is inderdaad wel nodig, vooral bij de plekken waar het water uit de bergen over de weg stroomt.
We komen door een dorp waar kasten van huizen staan, goed in de verf, erg mooi om te zien. Ik zeg tegen Co, zullen ze die verdient hebben met de wiethandel? Kif wordt hier gewoon geteeld, het wordt oogluikend toegestaan.

De R510 gaat over in de R505, er zit een vrouw langs de kant en ze maakt het gebaar van ‘mag ik mee’. We stoppen en even later stapt er een knappe, goedlachse vrouw in. Ze wil naar Nador, zo dat is een grote afstand zeg. Ze was hier op bezoek bij familie en gaat nu terug naar huis. Het is kennelijk toch redelijk veilig om als vrouw alleen op deze manier door Marokko te reizen.
Wij gaan niet naar Nador maar richting El Hoceima, dan is ze evengoed al heel wat kilometers op weg. In Tizi Ouzli staan we stil om te kijken wat we gaan doen. De route naar het oosten gaat via een smalle P-weg verder die er in eerste instantie onverhard uit ziet. We zijn het op dit moment een beetje zat, de wegen met gaten etc.
We kijken op de kaart en besluiten om naar het westen te rijden. Via de N2 naar El Hoceima en vandaar via de N16, de La Rocade Mediterannee naar Cala Iris. Daar is een camping met stroom, zo kunnen de koelkast koel houden. We zien onderweg alleen maar groene en blauwe gasflessen. We kunnen nu ook van camping naar camping rijden tot we weer in Spanje zijn of een gasfles opsporen, dan zijn we wat vrijer en kunnen we gaan staan waar we willen. We zullen het zien, Insja Allah.
Terwijl we stilstaan in Tizi Ouzli vraagt een stem aan de overkant van de weg in het Nederlands of alles okay is. In een auto zit een jonge Marokkaanse vrouw die in Nederland woont en hier op vakantie is. Het blijkt ook nog familie te zijn van de vrouw die met ons mee reist. haha
In Kassita nemen we afscheid van de mevrouw, zij gaat rechtsaf naar Nador, wij linksaf naar El Hoceima. Ze dankt ons hartelijk en gaat op pad om een andere lift te regelen.
De N16 is helemaal op de schop, dus we zijn er niet op vooruit gegaan. Vlak voordat we Kassita uitrijden staan we even stil om te kijken of we internet hebben. Gisteren bij de familie hadden we geen ontvangst. Er stopt een Nederlandse auto aan de andere kant en de man komt naar ons toelopen. We zien hier in het noorden wel meer Nederlandse nummerborden langskomen.
We vinden de route niet zo geweldig, misschien ook wel omdat de N16 een grote bouwput is. Als we onder middag bij een moskee staan om te eten staan daar ook twee vrachtwagens met jongelui als chauffeur. Een van de mannen gebaart dat we wel met hun mee mogen eten, ze hebben een kleine snelkookpan en brood. Co is naar ze toegelopen en bedankt ze vriendelijk voor het aanbod. Na het eten lopen de mannen naar de moskee om te bidden.

We rijden nog een aantal kilometers op goed asfalt en langs een groene vallei maar daarna is er weinig groens meer te bespeuren, hier is beduidend minder water gevallen als in andere delen van Marokko.

Via de P5205 rijden we naar Cala Iris, ook deze weg wordt onderhanden genomen. We zijn trouwens onderweg voor de 2e keer in deze reis door de politie aan de kant gezet. Ze hielden ons aan en vroegen om onze paspoorten. Co vroeg of dat echt nodig was, please, want ze liggen in de kluis. Dat vonden ze vast verdacht want toen moesten we aan de kant. We gaven uiteraard onze paspoorten en ze werden uitvoerig bekeken en daarna terug gegeven, une bonne route, een goede reis verder. Sjoekran, dank u wel.
Het is een kleine camping, er kunnen ca. 6 campers staan. Wij worden voor het restaurant neergezet want de enige plek die nog vrij is is te klein voor ons. ‘s Avonds rijdt er tegen donker aan nog een camper binnen die op de kleine plek past. De camping is dus vol.
Na een heerlijk kopje thee lopen we naar het haventje, heen en weer zo’n 3km. Lekker even de benen strekken. Bij terugkomst pakken we een douche, die heerlijk heet is en veel water geeft, dat zien en voelen we graag. Het was vandaag maximaal 20º en bewolkt. Qua temperatuur beter dan gisteren, toen was het 33,5º.
De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.
De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.


ga naar periode 22
terug naar overzicht