2018 Marokko 15 t/m 17 april

Marokko 2018  –  periode 20: 15 april t/m 17 april

zondag 15 april:  Aghbala – Midelt

We zijn vroeg wakker na een onrustige nacht. De hond die gisteren nog even wat blafte met de buurhond hield dat de hele nacht vol. Dan weer dichtbij, dan verder weg. Ook kwam er regelmatig verkeer langs, en dan is het net of ze door je slaapkamer rijden. Het gevolg, ik was er om 5uur al uit. Op zich niet zo erg want gisteravond kwam het er niet meer van om het verslag te maken en de foto’s uit te zoeken.

Het was -1º, zie hieronder de foto van bloemen, ijsbloemen op het voorraam. En de dakluiken zaten in het ijs, koud, brrrrr. Gelukkig hebben we slaapzakken en om 7uur komt de zon op, en die heeft al snel kracht. Bij de familie rookt de schoorsteen al flink. Als ik het later navraag blijkt dat de kachel ‘s nachts niet constant brand, dus dan maar veel dikke dekens op je.

Rond half 9 lopen we naar het huis en worden gelijk uitgenodigd om binnen te komen. Het lage tafeltje komt er weer bij, en er wordt weer van alles opgezet. De kachel snort erover en is lekker heet. Zoo ook de thee die mama inschenkt. We kletsen nog wat en dan gaan we naar de stal om het melken van de koe te zien. Er lopen schapen en een geit en er zijn totaal 6 koeien, groot en klein. Er is ook een schaap/ram met o-benen, een ludiek gezicht, het lijkt de ‘Kromme’ wel.

We hadden beloofd dat ze ook in ons ‘huis’ een kijkje mogen nemen, en dat doen we nu. We hebben de camper verplaatst want we stonden naast de mesthoop en we houden niet van stront in de camper, haha.

Even later zit mama achter het stuur en Co zegt, rij maar naar Nederland. Met een brede smile zegt ze vroem-vroem. De mannen nemen ook plaats en Mustafa wil wel even een rondje rijden. Nou, dat doen maar niet he?

Als de foto’s gemaakt zijn en iedereen weer buiten staat zeggen we, wie wil er mee een rondje rijden. Even later zitten we met 12 mensen/kinderen in de camper en gaan we van start. Eerst noordwaarts. We hebben dikke schik en de jongens, die voorin zitten, zwaaien naar vrienden die we tegen komen.

Bij een tankstation keren we en als we bij het huis komt toetert Co en we rijden verder. Ze vinden het allemaal geweldig. We rijden naar het dorp waar we gisteren doorheen kwamen, Aghbala. Toen was het erg druk maar nu is het juist hartstikke rustig. Onderweg krijgen we te horen dat de familie in het dorp ook nog een huis heeft, of we dat willen zien, ja dat is goed hoor.

Maar als we er zijn blijkt niemand een sleutel mee te hebben, wat natuurlijk logisch is, we wisten niet waar we heen gingen. We rijden door de straten waarvan er een paar behoorlijk modderig  zijn. We komen er heelhuids doorheen. Dan blijkt dat we langs nog een huis van de familie rijden, ze hebben het dus zo slecht nog niet.

Bij terugkomst til ik met mama het zeil met daarop 10 paar schoenen naar de camper en even later staat iedereen weer buiten. We geven mama een zakje met zeezout en een grote zak met walnoten en nemen afscheid van de familie. Ja, echt we gaan nu weer verder hoor. Tot volgend jaar, Insja Allah.

Na een aantal kilometers draaien we een P-weg op waarvan het asfalt wel goed is. Zoals gewoonlijk rafelig en wat gaten maar tranquil. Het is een landelijke route, veel groen en veel huizen. Er zijn ook veel mensen om huis heen.

Dan komen we langs een huis een een vrouw komt enthousiast zwaaien aanlopen. Maar als we stoppen stopt ze met lopen, dat is toch wel eng, zo’n vreemde auto met vreemde mensen er in. Opa moet maar even poolshoogte nemen. We schudden handjes en dan komt het hele dorp aanlopen. Oma geeft aan dat ze last heeft van haar knie en kijkt ons droevig aan. Maar we zijn geen dokter en maken een verontschuldigend gebaar dat we haar niet kunnen helpen.

Een andere vrouw vraagt om dinero, dat is Spaans voor geld. Co zegt dat we nog niet willen dineren, het is nog veel te vroeg. Oma houdt de camper stevig vast, vanwege die zere knie, maar ik denk dat ze ons niet wil laten gaan. Of we thee willen drinken, nee dat willen we niet. Het is 12 uur en we willen straks gaan eten. We krijgen van een vrouw een vers gebakken brood, wat aardig. Maar we gaan verder, ze laten ons dan toch vertrekken.

Dan komen we bij een dorp wat er wel heel ludiek uitziet. Allemaal platte daken in dezelfde richting, het lijkt wel een nieuwbouwwijk, maar dan van leem. Hier houdt ook het asfalt op, daarvoor in de plaats moeten we pootje baden met de camper. En als we in het dorp komen lopen er geultjes langs de weg, uitgesleten door het water dat er door heen stroomt. Het gaat ook nog eens omhoog, nu maar hopen dat we geen tegenliggers hebben. Co rijdt heel geconcentreerd, later zegt hij dat hij niets van het dorp heeft gezien. De mensen groeten veelal vriendelijk terug maar sommige kijken of ze water zien branden. Coordinaten van deze plek: N32.51724, W5.46575, het dorp heet Tikajouine.

Daarna is de weg een stuk slechter, goed uitkijken dus. Als je de gaten in de kustweg al vervelend vindt ga deze route dan vooral niet rijden. Uiteindelijk komen we weer uit op een R-weg, de R503, kijk nu kunnen kilometers maken. TomTom stuurt ons de P7310 op naar Midelt maar daar keren we snel weer van terug. Wat een gatenkaas en er is geen asfalt. Dan maar even omrijden.

Even na 15uur komen we aan op camping Timnay. Het is gecombineerd met een hotel. We zoeken een plekje uit waar we tussen de bomen door de schotel kunnen richten, want PSV-Ajax speelt vandaag en Co wil daar wel de samenvatting van zien.

Als ik naar de douche loop trap ik op, naar ik dacht, een kleine slang. Maar het is een sliert rupsen. Ik ga terug voor de camera. Co loopt mee en maakt een paar foto’s terwijl ik ga douchen. Na het douchen maak ik met de iPhone nog een filmpje. Het gaat hier om de processie-rups. Het is een sliert van 36 rupsen. Ze lopen constant in filevorm, het is een grappig gezicht. De voorste moet toch wel goed weten waar hij/zij heen moet, de rest volgt blindelings.

Het is een heerijk hete douche hier. De camping ligt wel pal langs de N32, dus dat wordt slapen met oordopjes.

De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

maandag 16 april:  Midelt – Azrou

Ondanks het verkeer is het toch wel goed slapen hier. Er is wifi in het restaurant, ik ga even proberen of ik de fotopagina’s kan uploaden. Dat lukt, langzaam aan. Als ik de linkjes naar de fotopagina bij de desbetreffende dag wil plaatsen zie ik da het verslag van 14 april ontbreekt. He, hoe kan dat nou. Geen idee, dus schrijf ik het meteen maar opnieuw, nu weet ik alles nog.

Daardoor vertrekken we pas om 10.45uur. We gaan een stukje terug de route op van gisteren. Na de N32 zoeven we over de R503 richting Khenifra.

Na 17km slaan we rechtsaf de P7317 op. Ik zeg; het is duidelijk wat voor weg het is, rafelig, smal en af en toe gaten, zoals we de laatste dagen gewend zijn.

De omgeving is weer anders als de afgelopen dagen. Een weids uitzicht, akkertjes, bedoeninkjes, maar andere kleuren in het landschap. We zien regelmatig kwekerijen met fruitbomen. De bomen beginnen net uit te lopen, we zitten rond de 1800 meter.

Na een dorpje zien we alleen nog af en toe een glimp van het asfalt tussen de modder door. Gelukkig is de ‘weg’ droog dus rijden we rustig verder. We steken een woest waterstroompje over en zien langs de kant sneeuw liggen. Dan rijden we door een pluk sneeuw heen. Maar het gaat nog steeds.

We pauzeren langs de weg voor een kopje thee, in het zonnetje. Een vrachtwagen passeert ons, de mannen hebben een brede smile op het gezicht. Verder is het rustig.

We gaan verder en na een bocht met daarin veel water zien we in de volgende bocht twee vrachtwagens stilstaan, voor een hoop sneeuw. Naast de achterste vrachtwagen ligt een man in de kant, uit te rusten. Ze kunnen werkelijk overal op liggen, tot steentjes aan toe.

Wij blijven stilstaan, want we kunnen er niet langs, ze staan midden op de ‘weg’. Dan stappen de mannen allemaal weer in de auto’s en de eerste rijdt weg. Om 10 meter verder zich vast te rijden in de sneeuw. We rijden de camper terug door de bocht en parkeren hem langs de kant. We lopen naar de vrachtwagens toe om te kijken hoe de situatie daar is.

De mannen zijn weer uitgestapt, eentje ligt op zijn laadbak brood te eten. We schudden handjes, de mannen lachen en bieden ons brood aan. Non, sjoekran. We vragen of de weg verderop naar boven gaat of naar beneden, naar beneden, dat dan wel. Maar deze sneeuwhoop kunnen wij niet passeren. We zijn zo’n 4km van de verdere route vandaan. De weg naar Oum Rabia en Ain Leuh. Verdorie, nu moeten we helemaal terug. het is niet anders. We zijn hier 2007 meter hoog en in deze bocht is de sneeuw tot een hoop gewaaid.

We keren de camper, rijden terug naar ons pauze plekje en gaan eten. Bij het dorp terug gekomen zegt TomTom dat we links aan moeten houden, boven het dorp langs de P7306 op. Er ligt geen asfalt, alleen opgedroogde modder, het is wel prima te rijden.

Er komt een herder aan en we vragen hem of de ‘weg’ verder wel goed is. Ik laat het via de vertaalapp in het Arabisch zien en hij begrijpt ons. De ‘weg’ is verder goed te doen. We gaan op hem af en gaan verder. Het is inderdaad prima te doen, het is vastgereden modder maar geen gehobbel, geen gaten en erg breed.

Dan komt het asfalt weer in zicht en hebben we gelijk weer smal tot niets, gaten en rafelig, rustig aan dus weer. We hebben er geen moeite mee. Daarna linksaf de P7319 op en die is goed. Dan komen we bij de N13 naar Azrou.

Die gaat over een hoogvlakte, we rijden op een gegeven moment op 2197meter hoog. Hier ligt minder sneeuw als eerder op 2007 meter hoogte. We vinden het een saaie route, we zullen deze niet zo snel meer rijden, het was erg desolaat.

Dan komen we door een groot ceder bos. Hier zijn aapjes te zien. Er zijn een paar plekken waar geparkeerd kan worden en waar ook direct op het toerisme ingespeeld wordt. Er staan pinda verkopers en mooi aangeklede paarden. Wij gaan door, we hebben er geen belangstelling voor.

Pas bij Azrou wordt het weer mooi groen. We gaan naar de Eurocamping van de sheik. Hiervandaan kunnen we goed naar het dorp wandelen, wat we morgen willen gaan doen. Het is inmiddels 21º geworden, dus drinken we onze thee in het zonnetje.

We pakken een heerlijk hete douche, dat wisten we nog van een vorige keer. De douchehokjes zijn groter gemaakt, nu heb je niet meer dat het douchegordijn zo opwaait en je het gevoel hebt dat de hele camping meekijkt. Er is een mooie zonsondergang.

De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.


dinsdag 17 april:  Azrou – Sebt Ait Rahou

Vanmorgen werden we om 6uur wakker gekraaid door de hanen van de camping, de imam hebben we niet gehoord. Dat is weer eens iets anders. De hemel is strakblauw en even later is het zonnetje er bij. Dat is voor het eerst dat we in Azrou na het wakker worden mooi weer hebben. Andere keren kwamen we vaak met mooi weer aan en dan was het de volgende dag of slecht weer of hartstikke koud.

Even na 9 uur gaan we wandelen. Eerst lopen we een onverhard pad in tegenover de ingang van de camping maar dat komt alleen bij een huis uit. De man komt naar buiten en vertelt ons dat een onverhard pad naar het dorp tegenover het ‘magasin’ is. Dat pad vinden we en is erg leuk om te wandelen.

We komen door een wijk van Azrou die tegen de berghelling ligt. Via betonnen trappen kunnen de mensen tussen de huizen doorlopen. Het zijn allemaal huizen die nog niet afgemaakt zijn, althans aan de buitenkant. Je ziet alle oranje stenen, het is zelfs niet gestuukt. Dit was 3 jaar geleden ook al zo. Er staan ook weer overal fruitbomen en ze dragen nog bloesem.

Vanuit de verte zien en horen we dat er markt is in Azrou. Co hoorde de luidsprekers al op de camping. We lopen naar de markt toe en storten ons in het feestgedruis, altijd leuk. Het is een grote markt met een apart gedeelte voor de regionale boeren met pluimvee.

Het is bedrijvig maar in de groente- en fruitafdeling is het bijzonder druk, zoals op alle markten. Het is gezellig en heel kleurrijk. Aan het trappelend is de dierenmarkt. De Marokkanen gaan nu niet bijzonder vriendelijk met hun dieren om. Schapen worden aan voor- of achterpoot voortgetrokken. Bij het laden op de auto worden ze aan hun voorpoot omhoog getrokken. En ze slaan de dieren met een stok om ze de juiste kant op te laten gaan. Een man deed dat zelfs bij een kalfje. Dat is een minder leuke kant.

Er zijn bijzonder veel schapen te koop, schone schapen maar ook ‘vieze’, wij denken dat die vieze schapen altijd buiten zijn en geen stal zien. We hebben nog nooit zo’n drukte gezien op een dierenmarkt, wat een mannen staan en lopen er rond.

Dan lopen we weer terug via de groente- en fruitafdeling. Het ziet er allemaal heel goed uit, ook de aardbeien. Maar we moeten nog een stuk terug lopen en willen niets meesjouwen.

We lopen via een andere route terug. Dan is het wel fijn dat we gps mee hebben, dan kun je zien waar je bent en heen moet. Tegen 12 uur zijn we terug bij de camper. We nemen nog een douche, want het was bijzonder warm om te lopen. Ik ga betalen en vraag of het goed is als we nog eten en dan weggaan. Dat is geen probleem.

Tegen 13uur gaan we rijden. Ik heb een route uitgezet dat we via een omweg naar Meknes rijden. Eerst gaan we via de N8 richting Khenifra. Onderweg kopen we sinaasappels en als Co terug loopt naar de camper vraagt een man, Mhamed, of hij mee kan rijden naar M’rirt, zo’n 37km verderop.

TomTom laat ons eigenlijk na 10km rechtsaf gaan naar een R-weg. Maar onderweg nemen we nog een lifter mee, een jongeman, Abdullah genaamd, die aan het backpacken is. De 1e man steekt zijn duim naar ons op en zegt jhella, goed zo. De jongeman spreekt goed Engels. Hij was op vakantie in Marokko en heeft veel gezien.

We besluiten om naar M’rirt te rijden. Mhamed, vraagt of we straks bij hem willen eten. Wij geven aan dat we een uurtje terug al gegeten hebben maar dat we wel thee willen drinken. Abdullah vertaalt het voor ons want Mhamed spreekt alleen Arabisch. Mhamed slaat gelijk aan het bellen dus wij geven nog even aan dat we graag thee zonder suiker willen, je ziet het, het gaat op bestelling. haha

Als we in M’rirt aankomen stapt Abdullah uit, jammer we hadden hem graag bij de theesessie willen hebben voor de conversatie. We rijden verder met Mhamed en die laat ons een terrein oprijden vlak voor een school. Daar laten we liever niet onze camper achter als we met hem mee gaan. Maar hij gebaart dat we even moeten wachten. Hij kijkt ongeduldig naar de overkant van de straat en gebaart dan naar iemand.

We zien een vrouw aan komen lopen met een zilveren dienblad in haar handen, het is de vrouw van Mhamed. Ze kijkt een beetje verbaasd, zo van wat is de bedoeling. Wij zijn ook een beetje verbaasd, gaan we hier thee drinken? Mhamed neemt ons mee naar een strook gras bij de schoolmuur en gaat zitten. Hij heeft het gemakkelijk, hij heeft immers zijn djellaba/jas aan. We gaan ook maar zitten en hij schenkt de thee in. Zijn vrouw gaat weer terug naar huis.

We drinken thee zonder suiker, of we er wel zeker van zijn dat we geen suiker willen, vraagt hij nogmaals. En of we toch ook niet eten willen bij hem. Maar we geven aan dat we verder gaan naar Rommani. We krijgen zijn telefoonnummer, als we ooit nog in M’rirt komen mogen we alsnog bij hem eten. Hij geeft Co nog een keer thee en staat dan op om naar huis te gaan. Co staat nog met het glas in zijn handen dus die nemen we maar mee naar de camper. Zal Mhamed nu beledigd zijn of zo?

Na M’rirt gaan we via de P7302 naar de R712 die ons via Aguelmouss naar Moulay Bouazza brengt. We rijden door een prachtig landschap. De N8 naar M’rirt was ook al mooi, veel mooier dan de route van gisteren van Midelt naar Azrou. Wat is het hier groen en zijn er veel bloemen.

Ook de mensen zijn vriendelijk en zwaaien vrolijk terug naar ons. Vlak voor het plaatsje Sebt Ait Rahou zien we aan de overkant van een diepte een zwijn. We stoppen direct en rijden een klein stukje achteruit. Het zwijn is er nog en is aan het wroeten in de grond naar eten. Dan zien we nog 2 grote zwijnen en drie kleintjes. Ze blijven rustig door wroeten en eten. Totdat er wat jongelui op brommers stoppen. Die zagen ons staan en stoppen daarom, ik denk dat ze de zwijnen niet eens hebben gezien. De zwijnen zien het als een bedreiging en schieten de diepte in.

Zwijnen hebben een sterke snuit, ze wroeten wat af op zoek naar eten. Er werd heel wat modder opgeworpen. Ook de kleintjes wroeten lekker mee, ondanks dat we bij mama zwijn de tepeltjes voor het zogen zagen zitten.

Een van de jongelui komt naar de camper toegelopen en wil graag met Co op de foto, een selfie met zijn telefoon. Dat is prima joh. Dan rijden we verder. In het dorp rijden ze ons voorbij, keren om en gebaren dat wij ook om moeten keren. Wij rijden verder. Aan het einde van het dorp zien we een paar nette huizen staan met een pad er achter. We stoppen om te kijken of we daar kunnen overnachten. De jongens met de brommer zijn er ook weer en vragen of we bij hun thee komen drinken.

Co geeft aan, in het Engels, dat we dat nu niet willen, we zoeken een slaapplek. We stappen uit en lopen het pad op. Ik zie verderop een groep mensen zitten. Het zijn allemaal vrouwen, ze zitten in de schaduw van een paar dekens die aan de waslijn hangen. We worden uitgenodigd om plaats te nemen.

Er zijn een paar meisjes die Engels spreken. We krijgen een glas karnemelk aangeboden en thee. Natuurlijk komt daar ook weer brood, olijfolie en jam bij. En even later nog een gebakken ei. We eten er maar iets van en geven dan aan dat het genoeg is.

We kletsen wat af, met veel gegiechel van de meisjes. Engels leren op school is natuurlijk toch anders als Engels spreken met buitenlanders. De vertaal app op hun telefoon brengt veel uitkomst. Ik hoor ze ook af en toe overleggen hoe ze iets in het Engels moeten zeggen, leuk hoor.

Ik vraag of Co een foto mag maken van ons, vrouwen. Dat mag, we kruipen lekker bij elkaar en Co kijkt op de telefoon en zegt wauw. Giechel, giechel. Er komen steeds meer vrouwen bij, ook met kleine kindjes. Het zijn jonge moeders, eentje was 19 jaar toen ze een kindje kreeg.

Ook wordt er weer gevraagd of wij kinderen hebben. Ja hoor, die hebben we. Waarom die niet mee zijn naar Marokko. Ik leg uit dat het in Nederland iets anders gaat als in Marokko.

Een van de kindjes wordt aan de borst gelegd, geen probleem dat wij er bij zijn. Ik vraag hoelang de kindertjes moedermelk krijgen, dat is ca. 2 jaar. Dat is een goede zaak. Ik leg uit dat in Nederland de moeders al weer vrij snel aan het werk gaan en dat de baby’s dan poedermelk krijgen.

Uiteraard willen de vrouwen wel in ons ‘huis’ kijken en zijn onder de indruk en vinden het beautiful. Het is inmiddels 19uur en dit is voor ons de gelegenheid om in de camper te blijven. De vrouwen verhuizen naar het deel bij de achterdeur en vleien zich daar op kleden en kussens neer. Het is een geklets van jewelste.

Wij gaan eten en tegen dat het donker wordt is er een klop op de deur. We hadden aangegeven dat we morgenochtend een wandeling willen maken. Er staan twee van de jonge vrouwen voor de deur en ze vragen hoe laat we gaan wandelen, ze willen wel mee. We hebben afgesproken dat we om 9 uur gaan wandelen, ze zullen er zijn.

Het was vandaag prachtig weer, aan het einde van de middag was het 31º, dus we waren blij dat we in de schaduw konden zitten.

De foto’s van vandaag kun je groter bekijken via deze deze pagina en je ziet er ook extra foto’s die ik hier niet geplaatst heb.

De fotopagina wordt geopend in een nieuw scherm, als je na het kijken dit scherm sluit kom je automatisch terug op onze website.

ga naar periode 21

terug naar overzicht