2017 Mexico 7 t/m 10 februari

Canada/USA/Mexico 2016/2017  –  periode 58:  7 februari  –  10 februari

dinsdag 7 februari – San Juan del Lago – Patzcuaro


Zo, vanmorgen trekken we de stoute schoenen weer aan en gaan verder met onze reis door Mexico. Arturo kwam vragen of we eventueel mee wilden rijden naar een plaatsje aan de andere kant van het meer waar we op uit kijken. Het is een Pueblo Magico, dat is een plaats die ooit in aanmerking is gekomen voor zo’n naam, omdat het o.a. een historisch centrum heeft en andere toeristische attracties. Er zijn meerdere van deze plaatsen in Mexico. Tepotzotlán was ook zo’n plaats. We besluiten om toch te vertrekken, na eerst even gefacetimed te hebben met mama.

We bedwingen de afdaling naar het hek, het is echt steil. Arturo heeft het hek losgelaten, althans het slot is eraf, er zit nu alleen een stuk prikkeldraad om elkaar gedraaid. Dus even los draaien en we zijn ‘vrij’.

We rijden weer door de smalle ‘mainstreet’ van het dorp en dan staat er een vrachtwagentje ruim geparkeerd, met brede spiegels en zijn wiel naar de weg toe gedraaid. Verdraaid nog eens aan toe zeg, dat wordt een lastige. Want aan de andere kant is een stoep met een huis met balkon.

Ik stap uit en draai eerst de spiegel naar binnen, kijk dat scheelt al weer een paar centimeters, zo kan onze spiegel er alvast langs. En we kunnen aan de andere kant een klein stukje de stoep op. Als uiteindelijk het achterwiel voorbij de spiegel is kan Co het stuur weer terug draaien en schieten we er langs. Het was echt centimeters werk.

Dan rijden we langzaam voor een topes en gaat er bij het huis rechts opeens een deur open en worden er twee honden en vier geiten naar buiten gestuurd. Wat is dit nu, de geitjes beginnen te mekkeren, ja, dat zou ik ook doen als je zomaar opeens op straat gezet wordt. haha Maar dan gaat de deur weer open en komt er een hele kudde geiten de straat op, plus een herderin. We rijden stapvoets achter ze aan totdat de herderin de geitjes aan een kant manoeuvreert en we er lang kunnen, je maakt wat mee hier in Mexico.

We gaan naar Morelia, een koloniaal stadje en tevens hoofdstad van de provincie Michoacán, het schijnt wel mooi te zijn om te bezoeken. Arturo had ons geadviseerd om bij de Costco te parkeren en dan een taxi naar het centrum te nemen. Bij de Costco aangekomen zien we een garage waar ze ook banden repareren. Laten wij nu net een band hebben die gerepareerd moet worden.

We lopen naar binnen en vragen de monteur om even mee te lopen. Hij spreekt een klein beetje Engels. De band kan gerepareerd worden, het duurt 1 uur en het kost 80 pesos/€ 4,00. Nou tegen dat bedrag zeggen we geen nee. We moeten vooruit betalen en lopen mee naar de kassa. Maar dan blijkt dat we geen pasje hebben van de Costco en dan gaat de rit niet door, of we moeten lid worden.

We lopen mee naar de balie om lid te worden en voor 500 pesos/€25 krijgen we een pasje. Nu kunnen we ook inkopen doen bij de Costco en ook in Amerika. In California hebben we daar Franse kaas en Serrano ham gekocht, behoorlijk goedkoper dan in de gewone supermarkt. En hier in Mexico kunnen we die twee producten in de normale supermarkt al helemaal niet kopen. Dus slaan we groot in, kunnen we voorlopig weer vooruit. We kopen nog wat dingetjes en lopen daarna naar de camper.

De monteur komt de band al afleveren en even later zit de band weer op zijn plek, keurig gemaakt. We willen de monteur een extraatje geven maar hij mag het absoluut niet aannemen. De parkeerwacht neemt gelukkig wel een centje van ons aan. Want hij heeft een taxi geregeld die keurig voor komt rijden. We moeten helemaal nog opschieten.

Met 20 minuutjes zijn we in het centrum en bezoeken daar de kathedraal. Als we binnen wat rondlopen worden we aangesproken door een man die een gids blijkt te zijn. Hij vertelt wat wetenswaardigheden over de kathedraal en vraagt of hij meer mag vertellen. Natuurlijk mag dat.

De bouw van deze kerk heeft 84 jaar geduurd en is gefinancierd door de koning van Spanje, de regering en de indianen. De indianen hebben vooral bijgedragen middels het neerzetten van het fundament. Er is heel veel goud en bladgoud gebruikt en onlangs is men begonnen met restaureren. In een schrijn op het altaar staat een kunstwerk van goud en zilver wat zo’n 400 kilo weegt. Het staat in een glazen kast met veiligheidsglas en er staan camera’s op gericht. Zou ik ook doen als er zoveel begeerlijks staat.

Aan de zijkant van de kerk hangen voorstellingen van de kruisgang van Jezus. Het is van hout en het is uitgehakt uit een blok hout. Als je dat weet kijk je er met totaal andere ogen naar. Wat is dat knap want het is 3dimensionaal. De personen staan soms een behoorlijk stuk naar voren toe. En ook de kleding is mooi uitgesneden, met golvende patronen. We konden in NL ook iemand, vader Cap, die maakte ook van dat mooie beeldhouwwerk van hout.

De gids zegt dat hij een cadeau wil geven, middels een magische foto. Voor een keertje mogen we de flits aanzetten en maken we een foto van een van de beeldhouwwerken. Ik maak er eentje zonder eentje met flits en je ziet dan dat de halo boven Jezus’ hoofd oplicht, grappig. Er is hier een groot orgel, wat gemaakt is in Duitsland.

Het Christus beeld wat voor in de kerk hangt heeft het hoofd naar beneden gebogen. Terwijl de meeste beelden het gezicht naar boven gericht hebben. Dit komt omdat dit Christus beeld gemaakt is van maïsdeeg en het door de warmte van de lichten naar beneden is gaan zakken.

We komen langs een ziekenhuis. In de ziekenhuizen in Nederland zijn vaak restaurantjes/eetgelegenheden inpandig. Maar hier niet, wel buiten. Daar is een straat waar allemaal eettentjes zijn, het is nog gezellig ook. Iets verderop staan op een stuk allemaal tentjes met daarboven zwarte zeilen gespannen. Hier wonen duidelijk de minder bedeelden van deze stad.

We lopen langs een 18e eeuws aquaduct met 253 bogen. Het was ooit 8km lang en vervoerde het water van een bron naar de fonteinen in de stad en naar 150 privé verkooppunten. In het zonlicht ziet het er wel mooi uit.

Het centrum ziet er Spaans uit, een beetje als Madrid met mooie koloniale gebouwen. Het is wel erg druk met auto’s, dat doet een beetje afbreuk aan het geheel.

We pakken een taxi terug en deze taxi chauffeur spreekt prima Engels. Hij heeft 20 jaar in Amerika gewoond en is nu sinds 2 jaar terug in Mexico. Hij is taxichauffeur om geld te verdienen voor zijn studie. Hij wil leraar Engels worden.

Even later zijn we terug bij de camper, doen onze boodschappen en rijden verder naar Patzcuaro, naar de camping. Als we daar aankomen zien we diverse buscampertjes staan, allemaal Canadezen en Amerikanen. Kijk dat is nog eens gezellig, eindelijk andere camperaars op een camping. We raken al snel aan de praat met een oudere man, Jim.

Na het eten schuiven we aan bij de buren waar twee vrouwen muziek maken en zingen. Maar we maken net het laatste liedje mee, ze zijn al een tijdje bezig. Dat hoorden we wel onder het eten, maar dat ging toch echt effe voor.

woensdag 8 februari – Patzcuaro

We blijven nog even hier, het is wel een gezellige camping, eindelijk eens wat aanspraak. Op de campings waar we tot nu toe waren waren geen andere kampeerders, nu wel en we kunnen met ons Engels terecht.

Naast ons staat een oudere vrouw met een klein camperbusje met allemaal stickers er op. Ze had er ooit nog veel meer maar de auto is overgespoten en toen moesten de stickers wijken. Ze zitten nog wel op de ramen en ze gaf al aan dat ze ook op het lakwerk weer gaat plakken, ze vindt de spreuken vaak veel te leuk.

Hier een paar van die spreuken:
Love one another  –  Home is where the Van is  –  Show me the path of wisdom and give me the strength to follow it  –  Music in the soul can be heard by the universe  –  The woman who does not require validation from anyone is the most feared individual on the planet  –  Everything in your life has led to this moment  –  my other car is a bicycle  –  Gratitude is when memory is stored in the heart and not in the mind  –  Life is supposed to be fun  –  The only reason people get lost in thought is because it’s unfamiliar territory  –  What wisdom can you find that is greater than kindness  –  Life isn’t about how to survive in the storm, but how to dance in the rain  –  Too blessed to be stresse

Co en Jim, een van de Canadese kampeerders, hebben nog een paar klusjes voor haar gedaan. Toen de camper was overgespoten hebben ze de luifel terug aangebracht maar ‘vergeten’ om de bouten vast te maken, het was een wonder dat het ding nog steeds aan de camper hing. Het was al jaren niet gebruikt, nu kan de luifel weer gebruikt worden. Het had wel een schoonmaakbeurtje nodig.

De muziek haperde regelmatig maar doet het nu ook weer en de schuifdeur loopt weer op rolletjes, 3 projecten op 1 dag, wat een productiviteit van de heren. Onze buurvrouw komt uit Canada en reist in principe alleen maar ze pikt onderweg regelmatig iemand op die dan meereist. Ze vindt het namelijk niet leuk om constant alles alleen te rijden, zeker in Mexico vindt ze het fijn als ze niet alleen reist. Nu heeft ze een jongeman bij zich met lang haar, een soort provo, die gaat van de week weer zijn eigen padje volgen.

Aan het einde van de middag, toen het niet meer zo warm was, zijn we naar het centrum van Patzcuaro gelopen. Het is een grappig plaatsje met witgepleisterde adobe-huizen met schuine daken van rode dakpannen, koloniale herenhuizen met balkons en wapenschilden en met keitjes geplaveide straten.

Het is rustig in de straten maar als we bij het Plaza Gertrudis Bocanegra aankomen is het gezellig druk. Hier is de dagelijkse Mercado/markt waar van alles te koop is. Wij gaan uit om botten, vlees en groente om soep te maken. We zijn net op tijd want er zijn al mensen aan het opruimen, ze hebben er een lange dag op zitten.

Bij de slager kopen we mergpijpen, een kniestuk, gehakt en een lange saucijs. Er hangt een varkenskop die een natte neus heeft, want er vallen constant druppels op de toonbank. Ik had geen zakdoek bij me want anders……  haha

De mensen zijn vriendelijk hier en groeten als wij groeten, en lachen terug als wij lachen. Terug nemen we een collectivo, een van de vele busjes die door het plaatsje rijden. Van onze buurman op de camping hadden we begrepen dat we als eindpunt ‘Coca Cola’ op moeten geven. De camping kennen ze niet allemaal maar ‘Coca Cola’ kent elke chauffeur. Dat is een groot reclamebord aan het begin van de straat naar de camping.

Het is aan de buitenkant een armoedig gezicht, het busje, maar van binnen is het keurig onderhouden. Strak in de lak met handgrepen om je vast te houden en een aantal ‘stop’ knoppen. Het kost ons 8pesos/€0,40 per persoon en gaat een stuk sneller als lopen, zeker met zware tassen.

Morgen gaan we soep maken dan gaan we vrijdag nog maar een keertje het plaatsje bezoeken, want het is wel een bezoekje waard.

donderdag 9 februari – Patzcuaro

Het is wel frappant, na het bezoek aan de vlinders is het alleen nog maar mooi weer en zonnig. Dat het nu net die dag zo bewolkt moest zijn. Elke dag schijnt de zon er vrolijk op los en is het zo’n 26º, kijk daar worden wij nu vrolijk van.

Vandaag is het dus soepdag en we maken er ook gelijk maar een wasdag van. Dus ‘s avonds kunnen we voldaan achterover leunen, dachten we.

Om de potten soep te kunnen wecken pak ik de dozen uit de kast waar lege potten in zitten. Ik zie dat de dozen die volle potten bevatten, met stoofpotten die we eerder gemaakt hebben, nat zijn, wat nu? We halen de dozen tevoorschijn en komen er achter dat de meeste potten open zijn, behalve die van de rode kool stoofpot. Jeetje, hoe kan dat nu, voor ze de doos in gaan kijken we ze altijd na of ze dicht zijn. Want als ze open zijn gaan ze lekken en ook heel erg stinken. Nu stonk het niet maar open potten is ook niet goed.

Er zit niets anders op dan de potten te legen in de pan, te verhitten en opnieuw te wecken. Gelukkig is alles nog goed, dank zij het vele vet dat we gebruiken. Maar wel weer een hele klus.

We delen het op over twee dagen anders moeten we vanavond nog aan de gang en daar hebben we dus geen zin in. We denken dat de potten open zijn gegaan doordat we hoog in de bergen waren, op 3300 meter. Waarschijnlijk was de druk te groot, anders kunnen we het niet bedenken.

Dus ‘s avonds zitten we wel met de beentjes omhoog maar omdat we alles overhoop hebben gehaald is het een beetje veel rommelig in de camper. Morgen zien we wel weer verder.
Geen foto’s vandaag.


vrijdag 10 februari – Patzcuaro

Vanmorgen gaan we naar de markt in het stadje. In Marokko zijn de markten altijd leuk om te bezoeken, eens kijken hoe dat hier is.

We wandelen de 2,5km naar het centrum en komen via een achterafstraatje bij de markt. In het straatje wordt ook het een en ander aan kraampjes opgebouwd. Als we bij de marktstraat aankomen zijn daar drie vrouwen die elkaar hun been laten zien, de rok een beetje opgetild, ik ga er bij staan en til ook mijn rok een stukje op. Eerst is de reactie, wat moet jij nou, maar ze zien mij lachen en lachen vrolijk met mij mee. Dan is er geen taalbarrière.

De markt is mede leuk omdat er zoveel locals rondlopen, de vrouwen kleurig gekleed. Maar wat zijn de vrouwen allemaal klein van stuk, het is maar goed dat onze vriend Rob hier niet loopt met zijn 1,95 meter dan zouden die vrouwtjes niet verder dan zijn middel komen. De mensen zouden hun ogen uitkijken naar zo’n lange kerel.

Er ligt heel veel groente en fruit en dat ziet er allemaal erg mooi uit. De mensen zijn vriendelijk en groeten lachend terug, leuk hoor. Daarna lopen we door het plaatsje naar het grotere plein. Dit is omgeven door hotels met in de galerij allemaal winkeltjes, heel sfeervol.

Wat opvalt in dit stadje is dat er geen uithangborden zijn. Op de gebouwen waar commerciële activiteiten zijn is er op de gevel geschilderd wat voor bedrijf er aanwezig is. In mooie zwarte letters en de eerste letter van elk woord is rood. Geen schreeuwende reclame langs de weg.

We lopen door kleine straatjes terug naar de markt, want daar is de drukte en gezelligheid. We kopen aardbeien, verse kurkuma en schuursponsen voor de pannen, de rest hadden we van de week al gekocht.

Dan komen we op een authentieke markt, hier zie je alleen maar locals. Het valt ons sowieso op dat je weinig toeristen ziet in Patzcuaro, het is nog niet ontdekt door de massa. Op de gehele markt zie je overal eettentjes en er wordt driftig gebruik van gemaakt.

In heel Mexico (ook in Amerika, Canada en Europa) rammelt het van de apothekers (farmacie). Vandaag kwamen we langs een farmacie en Co zegt: Het moet niet gekker worden, er staat een Coca Cola automaat in de winkel. Ik zeg: je moet er toch voor zorgen dat je klanten houd?

Terug nemen we een collectivo die ons keurig bij de Coca Cola weer af zet. Vandaag reden er ontzettend veel collectivo’s rond, het was gewoon file rijden in het centrum en een hoop getoeter, net of dat helpt, niet dus.

Na de middag gaan we weer verder met het wecken. Van de potten gisteren waren er toch nog een paar open gegaan. Het is net of we het niet meer kunnen, maar we houden vol, het komt goed.

Het is erg warm dus we verblijven veel in de schaduw, daar is het lekker. Dan is alles in potten en kan het afkoelen en vacuüm trekken. Morgen zien we weer verder.

Op de camping is het wel gezellig, we hebben veel aanspraak. Amerikanen en Canadezen camperaars zijn wel aardige mensen die graag een praatje maken. Er staat ook een Overlander, een grote Duitse truck. Ze zijn al 10 jaar onderweg en pas van New Zeeland overgestoken naar Los Angeles. Daarna zijn ze direct naar Baja California gereden, het was in LA veel te koud. ‘It never rains in California’ van de Beach Boys, nou dat konden ze niet onderschrijven. Ze gaan elke zomer voor een half jaar naar huis/Duitsland om daar de zomer door te brengen. Als dan de ganzen vertrekken naar warmere oorden doen ze gezellig mee en gaan terug naar hun camper, veelal in een warm land. Wat een leven he?

De rest van de foto’s vind je op de aparte fotopagina bij vrijdag 10 februari.

ga naar periode 59

terug naar overzicht