
Canada/USA/Mexico 2016/2017 – periode 57: 3 februari – 6 februari
vrijdag 3 februari – Tepotzotlán – Santuario de la Mariposa Monarca Chincua
De nachten beginnen te lengen voor ons, we waren nu pas om half 5 de eerste keer wakker. De ochtend doen we rustig aan, we bereiden ons voor op onze verdere reis en zitten daarna nog even lekker in het zonnetje.
Raoul komt er even bij zitten en drink thee met ons mee. Hij vraagt of hij een recept van ons kan krijgen want het rook van de week zo lekker toen we aan het koken waren. Hij vertelt dat als er Europeanen staan dat het vaak zo lekker ruikt als ze koken. Dus ga ik aan de slag en vertaal het recept voor de rode kool stoofpot voor hem. Hij is er blij mee. Hij weet wel wat kruidnagels zijn als we die laten zien maar volgens hem kun je die hier niet kopen. Dan krijgt hij er een aantal van ons, we hebben er genoeg.
Na het eten nemen we afscheid van Benjamin en Raoul. Raoul trekt me naar zich toe voor een ‘hug’, we vinden het leuke en aardige man en wensen hem alle goeds toe.

Vandaag dopen we om tot de ‘dag van de topes’. Een tope is een drempel, en niet zomaar een drempel het zijn soms bijna heuvels gelijk. Voor de aardigheid begin ik ze te tellen en aan het einde van de dag stopt de teller op 179 stuks, oeps.
Bij tope nr. 160 ging het bijna mis. De meeste topes zie je zowat niet, ze zijn asfalt kleurig en als ze dan in de schaduw liggen is het oppassen geblazen. Ze worden niet aangegeven, ja 1 keertje wel maar toen stond het bord na de tope, lekker handig. Sommige topes zijn geverfd met witte en gele strepen maar net zo vaak zijn die kleuren vervaagd en zie je bijna niet. Een mannetje was ergens bij een dorp witte strepen aan het aanbrengen, waarschijnlijk wordt er te vaak schade gereden.
We rijden vandaag een bijzonder leuke route, wel heel veel kilometers over een slechte weg. Op het kaartje onderdaan deze dag zie je dat we een stuk naar het zuiden reden en toen dezelfde afstand weer terug naar het noorden. We wilden eigenlijk zuidelijker rijden, dat ging via TomTom kronkelroute. Maar bij het keerpunt moesten we rechtsaf een smalle weg op die later onverhard werd, dus dat moesten we maar niet doen. De dag zou evengoed al lang genoeg duren.
De rit zou zo’n 160 km zijn dus we dachten dat wel in een middag te rijden. Nou niet deze route. Hij was mooi maar het asfalt was slecht, er waren dus 179 topes en er was geen stukje rechte weg maar heel veel bochten. We startte vandaag op ruim 2200 meter, reden op een gegeven moment op zo’n 2600 meter hoogte en eindigden de dag op 3166meter hoogte. Je snapt bijna niet dat hier vlinders kunnen overwinteren, ze komen tenslotte uit warme oorden vandaan.

Onderweg zagen we heel veel politie op de been, en veelal langs de weg geparkeerd. We reden in de middle of nowhere toen we een politieauto tegenkwamen. Net bij een tope dus allebei rustig aan. De agent keek met een schuin oog naar ons nummerbord en passeerde ons. Even later keerde hij om en we moesten stoppen. Hij vroeg om de papieren, wij vroegen waarom? Maar dat doen we maar niet weer, we blijven gewoon maar vriendelijk. Ik moest de papieren uit de kluis halen want die hebben we tot nu toe nog niet nodig gehad.
Hij wilde de kentekenpapieren zien en Co zijn rijbewijs. En hij wilde binnen komen, dat was een hele toer want we stonden naast een hoge greppel en wilde de motor niet uitdoen. En met een draaiende motor kan het trapje niet uit, hij moest dus effe gymmen. Hij bewonderde onze camper en wilde nogmaals Co zijn rijbewijs zien. Hij vroeg nog veel meer maar we begrepen niet wat hij vertelde, het ging ons te snel en te Spaans. Uiteindelijk begrepen we dat de Mexicaanse politie erg vriendelijk is maar wel controleert op veiligheid op de weg. Hij heette ons van harte welkom in Mexico en toen mochten we weer verder.
Verderop op de route moesten we weer langs de kant, bij een politiecontrole, wat nu weer. Ook nu wilde men de papieren zien, kentekenpapieren en rijbewijs. Er wordt dan in gekeken maar ik vraag me af of ze het allemaal snappen wat er staat, het is tenslotte in het Nederlands. Maar ze bleven vriendelijk en vroegen waar we naar toe gingen. Even later mochten we weer gaan.
We komen door een plaatsje waar allemaal barbecue plaatsen zijn en er staat bij dat ze op zaterdag en zondag open zijn. Dan zal het hier wel heel erg druk zijn. We weten dat de Mexicanen in het weekend erg ‘van buiten de deur’ zijn. Van Raoul hoorden we waarom er zoveel topes zijn in Mexico. Dat komt omdat in het weekend de Mexicanen veel drinken en dan erg hard gaan rijden, die topes moeten dat voorkomen, en zo ook ongelukken en verkeersslachtoffers.

Weer verder komen we door een plaatsje waar een paar grote bussen staan met veel mensen op de been. Hier rammelt het van de winkels langs de weg. Er wordt van alles verkocht, huishoudelijk artikelen, kleding, ballen en nog veel meer. Helemaal gericht op toeristen.
We rijden door diverse kleine dorpjes met smalle straten, met kinderkopjes, dus hobbel-de-hobbel-de-hobbel. En topes natuurlijk, die niet te vergeten. Nou die vergeet je niet hoor, stapvoets er over heen.
En dan zegt Co: doe de muziek eens uit, ik lijk wel wat te horen. En ja hoor, het klinkt als een lekke band, maar het rijdt niet zo. We stoppen waar het veilig is en Co gaat eens kijken. Hij vraagt of ik de camper een ietsje naar voren wil rijden. Dan ziet hij een grote bout in het wiel steken, dat maakte dus het vreemde geluid.
We hebben gelukkig een reservewiel en stelpoten onder de camper, dus 20 minuten later zit er een andere band onder. Het komt allemaal goed af. Dus moeten we op zoek naar een reparatie bedrijfje voor onze band.

Dan breekt het gouden uurtje aan, het laatste uurtje van de dag. De zon baadt alles in een gouden gloed. Dat kan prima in dit dorre, droge landschap. Wat zal het er hier anders uitzien als het allemaal groen is. Maar dit is ook heel apart.

Het is een landelijke omgeving, er wordt op het land gewerkt. Dorre maïs wordt geoogst en op karren geladen. Er lopen diverse vrouwtjes langs de weg met takkenbossen op de rug, de zogenaamde takkenvrouwtjes. In Marokko zag je ze ook. Aanmaakhout voor de oven. Ze zijn bijzonder kleurig gekleed en dragen strooien hoeden.

We zien ook regelmatig cowboys rijden. Veelal te paard maar ook wel in auto’s, wel de cowboy hoed op dan he.

Tegen half 7 komen we aan op onze eindbestemming, Santuario de la Mariposa Monarca Chincua. Hier vind je miljoenen vlinders die vanuit Amerika helemaal naar hier komen vliegen om te overwinteren van november tot half april. Vlinders leven normaal gesproken niet zo lang maar deze vlinders vliegen een gedurende een lange tijd naar hier, overwinteren, zorgen voor nakroost en gaan dan dood. Hun nakroost vliegt dan weer terug naar Amerika. Daar zorgen ze ook weer voor nakroost die dan weer de normale korte tijd leeft. Wat is de natuur toch mooi he?
Morgen gaan we 2 km lopen naar de plek waar de vlinders zich verzamelen. Het schijnt een apart schouwspel te zijn als ze allemaal gaan vliegen. Daarover morgen meer.

We staan nu naast een militaire post op een voetbalveld. We staan dus bewaakt. Er zijn ook veel honden die regelmatig aanslaan. We hopen maar dat die vannacht een goed heenkomen zoeken, het zal wel koud worden. Het was bij aankomst maar 18º.
De rest van de foto’s vind je op de aparte fotopagina bij vrijdag 3 februari.

zaterdag 4 februari – Santuario de la Mariposa Monarca Chincua – Rancho Viejo
Het ging hard gisteravond. We kwamen om half 7 aan, toen was het nog 18º en om 21uur was het 7º. Vanmorgen was het 5º buiten, 13º binnen. De nacht is rustig verlopen, geen blaffende honden. Wel was er al vroeg reuring bij de militaire post.
Al vroeg kwam er een bus langs en even later diverse auto’s, waarschijnlijk van de mensen die boven werken, zoals op de parking, in de restaurantjes etc. Wij gingen ook al vroeg op pad, toen de zon scheen gingen we lopen. Vanaf de militaire post is het 2km lopen naar de parking waar het beginpunt van de wandeling naar de vlinders is.
Onderweg gingen ons een paar auto’s voorbij, zo ook een auto met achterin allemaal mensen. We werden gewenkt of we mee willen rijden, dat willen we wel. Even later zaten we tussen de Mexicanen. Er was een man bij die Engels sprak. Bij aankomst bleek dat er twee toeristen in de auto waren, een man Chaam genaamd en een vrouw Sara. Chaam komt van Mexico en Sara van de USA.

Ze vragen of we ook met de gids mee willen lopen, Elizabeth geheten. De auto was van haar familie. Sara en Chaam (geen stelletje) logeren in een hotel in Angangueo en reden met deze familie mee naar de vlinders. Elizabeth is 12 jaar en is gids. Haar moeder heeft een restaurantje waar de andere dochter in mee helpt. De broer van Elizabeth is van de paarden. Je kunt nl. ook per paard naar de vlinders toe, althans een groot deel. Wij gaan lopen. Dit gezin leeft van het toerisme.
Onderweg komen we diverse paarden met ruiters tegen, 1 bereden paard en 1 onbereden, op weg naar nieuwe klanten. Het is een flinke tippel. Omdat we op zo’n 3300 meter hoogte lopen zijn we bij het stijgen snel achter onze adem. Dus nog rustiger aan wandelen.

Het kleinere broertje van Elizabeth loopt ook mee, zo leert hij vanzelf het vak. Hij vertelt af en toe ook iets maar het gaat in rapido Spaans dus we verstaan er niets van. Sara en Chaam spreken gelukkig Engels en kunnen het een en ander voor ons vertalen.

Sara is een fietster, ze is net gestart voor een rit van 9 maanden, ze volgt de migratie route van de Monarch vlinder. Ze zal niet zo snel fietsen als de vlinders vliegen maar het gaat om het idee. Ze werkt ca. 6 maanden in het jaar betaald werk en tijdens haar fietstocht geeft ze op scholen in de USA en Mexico gratis voorlichting over de vlinders. Op die manier hoopt ze de mensen bewuster te maken van de natuur en dat ze kunnen helpen om deze vlinders te behouden.
Want het aantal loopt drastisch terug. o.a. vanwege de mindere aanwezigheid van de belangrijkste plant voor deze vlinders: ‘milkweed’. De vlinders hangen hun eieren onder aan de bladeren van deze planten. De rupsen die uit de eieren komen voeden zich met deze bladeren. In de bladeren zit een giftige stof waar de vlinders goed op gedijen. Doordat ze nu min of meer giftig zijn worden ze niet zo snel gegeten door vogels. Er zijn zelfs vlinders die zich voordoen als een Monarch vlinder om niet gegeten te worden door hun vijanden.
Normaal leeft een Monarch vlinder vier tot vijf weken maar vlinders die migreren naar o.a. Mexico leven zo’n 8 maanden. In Mexico leggen ze hun eieren, zo’n 500 per vlinder. Die plakken ze tegen de onderkant van de bladeren. De rups die uit de eitjes komen voeden zich 10 tot 15 dagen met de bladeren. Dan verpoppen ze zich zo’n 10 tot 15 dagen en transformeren tot een volwassen vlinder.

De ‘oude’ vlinders hebben het werk er op zitten en gaan dood. De nieuwe vlinders vliegen terug naar Amerika waar ze zorgen voor nieuwe vlinders en zelf dan dood gaan. De cyclus begint weer van voor af aan. Na ca. 5 of 6 generaties vliegt die generatie weer naar Mexico. Ze weten precies waar ze zijn moeten, dat is toch knap geregeld door moeder natuur.
Op de route zijn diverse informatieborden en ook een verzoek om de vlinders niet aan te raken, ook niet de dode vlinders. Die scheiden nl. een stofje af wat er voor zorgt dat de 6e generatie vlinders hun weg naar hier vindt. Als we dichtbij de plek komen zien we overal dode vlinders liggen.
Wij dachten, het is hier op deze hoogte ook behoorlijk koud, het kan zelfs vriezen. Is het dan niet veel te koud voor de vlinders. Maar het is hier een stuk beter als in Amerika, daar is het gewoon veel te koud voor ze. Hier hangen ze in grote trossen bij elkaar, ook warm te blijven.
Ter plekke mogen we geen lawaai maken, niet luid praten en zo. De vlinders hangen in grote trossen aan de takken. Ze komen in 1 soort bomen voor, ik weet zo niet de naam. Als ze zouden schrikken gebruiken ze onnodig veel energie, ze zijn heel kwetsbaar. Als de zon gaat schijnen en ze opwarmen gaan ze vliegen en verplaatsen om te eten en te drinken.
Wij treffen het niet. Het is al een giga tijd prachtig weer en we zijn vanmorgen ook vertrokken onder een strak blauwe hemel maar als we bij de vlinders zijn is en blijft het bewolkt. We mogen er maar 20 minuten blijven en moeten dan weer weg. Jammer, maar dat is de natuur.
Bij terugkomst bij de parking gaan we met zijn viertjes eten in het restaurant van Elizabeths moeder. We eten vlees, dat besprenkelt is met citroensap en toen in de zon gedroogd, wel gebakken trouwens. Daarnaast bonen, rijst met groente en cactus. Er worden tortillas bij geserveerd.

Daarna lopen we gezamenlijk terug naar de militaire post waar onze camper staat. We brengen Sara en Chaam terug naar Angangueo. Daarna rijden we verder naar Rancho Viejo. Het is wederom een leuke route, wel weer af en toe een slechte weg. Ook de topes ontbreken niet.

We zijn op tijd bij de camping en zoeken een plekje wat niet zo gemakkelijk is want het is overal hartstikke scheef. We staan nu met onze voorwielen los van de grond, en we zijn weer erg blij met onze stelpoten.
We maken kennis met Alberto, Veronica en Patricio. We zagen een camper de camping op komen rijden en zeiden, dat zijn Europeanen. Zo’n vorm zie je hier niet in Mexico, wel in Europa. We liepen er naar toe maar het waren dus wel Mexicanen. Hij heeft de auto zelf gebouwd. Heeft daarvoor het internet afgespeurd en kwam zo in Duitsland terecht. Naar die voorbeelden heeft hij zijn camper gebouwd, knap hoor.
Morgenochtend vroeg willen we in de hotspring, dan is het waarschijnlijk rustig. Nu is het enorm druk in de baden met Mexicanen, die allemaal weekend vieren.
De rest van de foto’s vind je op de aparte fotopagina bij zaterdag 4 februari.

zondag 5 februari – Rancho Viejo – San Juan del Lago
Naast de camping is een bedrijf die iets met stoom doet, in ieder geval dreunen de turbines er lustig op los. Maar toch hebben we er vannacht geen last van gehad, wel net zo fijn. En weer een half uurtje later wakker, om 5 uur. Buiten is het 4º, dat houdt niet over.
Om 7 uur stonden we op en even later lagen we in het lekker warme water van de hotspring. We zijn niet de eerste, er zijn vier kinderen aanwezig. Kinderen zijn natuurlijk ook altijd vroeg wakker. Kindjes naar het zwembad, kunnen papa en mama nog even lekker omdraaien.
Om tien over half 10 rijden we weg van de camping. Op onze route door de bergen zien we regelmatig van die stoom bedrijfjes, het lijkt wel ‘Yellowstoom’, haha. Maar het rammelt hier van de hotsprings.

Je kunt merken dat het zondag is, er zijn veel Mexicanen op pad, het is niet druk langs de weg maar wel op de toeristische plekken en bij de barbecue tentjes. Het is zo wel gezellig langs de weg.

We komen weer door kleine dorpjes met kleine straatjes maar grote topes. De mensen zijn vrij en nemen het ervan, ze staan met elkaar te praten, er zit een groep mannen onder een grote boom, lekker in de schaduw.

Dan rijden we door een dorpje, het asfalt wordt betonplaten en dan opeens is daar gravel en hard zand. O je, dat hadden we niet besteld. TomTom staat ingesteld op ‘onverhard vermijden’, maar ja, TomTom weet ook niet alles. Gelukkig kunnen we keren en even later zwaaien we weer naar dezelfde mensen. In dit dorpje zwaaien ze eindelijk eens een keertje terug, dat is lang niet overal zo. Dan kijkt men je aan met een blik van ‘wat moet je nou’.
Het houdt wel in dat we een andere kant op moeten, gelukkig is het maar 4km meer. Als we ca. 1 uur verwijdert zijn van ons einddoel bellen we naar de camping eigenaar. Hij neemt op en we geven aan dat we er over 40 minuten zijn. Hij geeft een routebeschrijving en het verzoek of we willen bellen als we in het dorp zijn, dan loopt hij naar de poort om die te openen.
Ik kijk in TomTom na of we die kant langs gaan, nee dus. Ik geef een tussenpunt in en opeens is het 20 minuten langer. Maar we zouden bellen als we in het dorp zijn, dus we bellen niet meer op.
Als we in het dorp opbellen zegt hij dat hij al bij de poort is. Gelukkig had hij daar wat klusjes te doen. We rijden zijn pad op en hij zegt dat het verderop steil wordt maar dat we dat wel moeten redden. En het is steil, maar gelukkig ook verhard, anders hadden we het niet gered. We hebben wel power maar we moeten vaste grond onder de wieltjes hebben.

Even later staan we op een mooie plek, het ziet er allemaal wel mooi uit op deze camping en de reviews in iOverlander waren goed. Het zou een soort van paradijsje zijn. Terwijl ik dit zit te tikken klinken achter mij de uitlaten van afremmende vrachtwagens. Die remmen niet op de motor af maar op de uitlaat. Vraag me niet hoe dat zit, dat hebben we gehoord van iemand. Dus zo paradijselijk is het dus toch niet. Het vreemde is dat niemand dit in de reviews heeft vermeld.
Er staat een andere kampeerder, een oude caravan met dito oude auto. Even later komt onze buurman kennis maken. Hij ziet er Indisch uit maar komt uit Engeland. Hij reist samen met zijn vrouw en moeder, ze zijn onderweg naar Belize. Maar ze staan hier nu al 2 maanden en plakken er nog een maand achteraan. Ik moet er niet aan denken dat we 3 maanden op 1 plek zouden staan.
Vandaag heb ik weer eens topes geteld. We hebben 111km gereden en ik heb 145 topes geteld, tel uit je winst. Het is gelukkig wel allemaal goed gegaan. Nu is het effe helemaal stil hier, geen vrachtwagens, zo willen we het graag hebben.
We kregen van Leertronic, het bedrijf waar we onze omvormer hebben gekocht, een antwoord terug over onze problemen met de omvormer:
“Als het probleem zich alleen op 1 bepaalde camping voordoet is er mogelijk iets mis met de spanning van het net ter plaatse.”
Dat bevestigt ons eigen vermoeden.


maandag 6 februari – San Juan del Lago
Vandaag hadden we stoeltjesdag, dat houdt in dat we niet veel ‘uitgevreten’ hebben, ook wel eens lekker. Het was mooi weer en lekker warm.
In de iOverlander app stond bij deze camping dat mensen een weekje gratis aangeboden kregen, of dat als je geen stroom afnam dat je dan ook gratis kon staan. Dat was allemaal een beetje onduidelijk.
Vandaag kregen we duidelijkheid van Arturo, de eigenaar. Hij heeft 21 grote plaatsen voor campers/caravans. Hij mikt op ‘long stayers’, de snowbirds uit Canada en Amerika. Die blijven in de regel langere tijd op een plek. Op zijn site had hij een promotie om mensen te lokken. Dan mocht men 1 of 2 weken gratis staan om even te proeven in de hoop dat die mensen dan langer bleven en ook boekte voor een volgende keer. Het allermooiste wat hij in gedachte heeft: dat ze zo’n plaats leasen voor een jaar.
Hij heeft eigenlijk liever de long stayers dan mensen van iOverlander, omdat die vaak maar 1 of 2 nachtjes blijven. Wij gaan nu in de app zetten dat het met stroom 300 pesos kost en zonder stroom 200 pesos. Dan is er maar duidelijkheid. Arturo vroeg of we het dan als donatie neer willen zetten. Als hij het nl. zakelijk aan pakt moet hij geld betalen aan de gemeente voor een permit en dat wil hij nog niet, zolang als het nog niet goed loopt.
Wij denken dat het niet zo van de grond zal komen, dat met die long stayers. Er is simpelweg te weinig te doen op loopafstand van de camping. Nu hebben long stayers wel altijd een auto achter hun camper hangen, dan kun je wat beter uit de voeten. Wij hebben het in ieder geval na vandaag wel weer gezien. Morgen gaan we weer verder.

Vandaag zagen we de veroorzakers van de poep die overal op de camping ligt. Het zijn wilde paarden, nu liepen er vier rond. Ze schrapen met hun hoeven de steentjes van hun plek om het gras daaronder weg te grazen. Met de paarden komen er ook ibissen mee, ze vullen elkaar aan. Ik denk dat de paarden met hun hoeven insecten naar boven halen die de ibissen dan weer opeten.


Aan het einde van de dag hebben we een stukje door de omgeving gewandeld. Het was nog lekker warm en het zonnetje kleurde de omgeving in een warm licht. We zagen nog een schorpioen rond scharrelen en kwamen een paar groepjes koeien met een cowboy tegen.

Ga naar periode 58
terug naar overzicht