
Canada/USA/Mexico 2016/2017 – periode 61: 19 februari – 22 februari
zondag 19 februari – La Saladita – Loma Bonita
We hebben wel redelijk geslapen zo met het dakluik open maar om half 5 begonnen de hanen te kraaien die bij het restaurant horen, jammer dat ze niet op de menukaart staan. 😉
Vanmorgen hebben we de potten soep geleegd in de wc, wat een meur, gelukkig alles weg kunnen spoelen. Daarna heeft Co de potten in de oceaan afgespoeld. Hij moest nog achter de potten aan rennen want er kwam opeens een hoge golf en die nam zo alle negen potten mee, oeps. Daarna dus een grote afwas maar hebben we buiten onder de palapa gedaan, in stijl.
We dachten hier nog een nachtje te blijven maar het ziet er bij nader inzien toch wel een beetje vies en stoffig uit allemaal. Dus gaan we weer verder maar niet zover vandaag, op 2 uurtjes rijden vind ik een camperplaats van twee Canadezen. Maar eerst loop ik even een rondje over de ‘camping’, er loopt nl. een witte kalkoen rond met een bijzonder kleurige kop, een kip met kuikens en een zwarte eend met rode knobbels op de kop. Verder zijn er wat leuke bloemetjes om te fotograferen.

De weg terug naar de MEX200 (en dus gisteren ook heen) heeft een aantal gaten. Gisteren zei ik tegen Co: het zijn geen gaten, het lijken wel kraters, het was even zigzaggen over de weg.
De MEX200 is gelukkig goed tot zeer goed te rijden. Behoudens de ‘kleinere’ stukken waar nog wel eens gaten in kunnen zitten. En in de dorpjes de topes, twee uur later komen we aan bij Casa Rayo de Sol in Loma Bonita, de camping van Marc en Lorraine.

Als we buiten de poort staan en naar binnen kijken komt er een man aanlopen, het is Jordan, een Canadese camperaar die hier voor een nachtje kwam maar nu al 6 weken hier verblijft. Ja dat kan ook gebeuren dat je het ergens toch wel zo leuk vindt dat je gewoon blijft.
Hij vindt het duidelijk gezellig dat we er zijn en op een gegeven moment kijk ik op de klok en blijkt het al dik etenstijd te zijn. ‘s Middags zitten we in de schaduw onder de palmbomen en werk ik twee dagen verslag bij. Co gaat zwemmen en heeft met Jordan afgesproken dat hij aan het einde van de middag gaat proberen te planksurfen.

Ik dacht een foto te maken van een zwemmende Co maar Co zat nat en wel op het terras te praten met de mama van Marc. De golven waren te wild dus het was een korte swim. Mama vertelt dat Marc een muur heeft laten bouwen aan de kant van het strand. Een hurricane had de vorige keer veel schade aangericht en door deze muur te bouwen slaat het water niet de grond van de camping weg.
Er wordt volop gewerkt door Marc en Lorraine. Het is familiebezit, dit stuk grond met toebehoren en vroeger stond er een hotel op. Maar dat hebben ze gesloopt. Op het voormalige zwembad gaan ze kamers met badkamer maken en ze hebben in het woonblok ook een paar kamers om te verhuren.

De brokstukken van het gesloopte hotel liggen er nog en daar leeft een Leguanen familie in. Als je te dichtbij komt schieten ze weg en eentje maakt geluidjes om de andere te waarschuwen. Het schijnt dat ze ‘s ochtends vroeg tevoorschijn komen om van een bepaalde plant te eten. Laat die plant dichtbij onze camper staan, dus morgen maar eens in de gaten houden.

Ik ben het water in gelopen en keek achterom. Er hingen mooie wolken boven het land en die weerspiegelden zich in het water, prachtig. We hebben wel een leuke plek gevonden. Onze buurman Jordan kletst ook graag dus dat kunnen we prima onderhouden, ouwehoeren moet je een beetje bijhouden tenslotte.


maandag 20 februari – Loma Bonita
We blijven nog een dagje, het is hier wel leuk. Het is een schone plaats met fijn grind i.p.v. zand, dus minder stoffig. En ze hebben betonnen looppaden gemaakt bij de camperplekken, wel zo fijn. Het gebouwtje met douche en wc is nu gereed dus rekenen ze 200 pesos per nacht.
Het was wel weer erg warm vannacht, 28º binnen ondanks dat we twee dakluiken open hadden en ik heb gisteravond de klamboe weer opgehangen want ‘s avonds zijn er muggen. En die hou je niet uit je camper als je alles open hebt staan, uiteraard met de horren dicht. Af en toe loop je eens naar buiten om af te koelen dus dan glipt er altijd wel eentje door.
Vanmorgen hebben we een strandwandeling gemaakt. Op een gegeven moment zagen we in de verte een groepje kleine steltlopertjes rondvliegen in formatie, ze bleven constant bij elkaar. Wat wel grappig was, soms zag je ze niet en als ze afbogen en de zon scheen op hun lijfjes en vleugels dan leken ze net van zilver, heel apart. Even later zagen we de aanjager wegvliegen, een roofvogeltje, hij had, voor hem helaas, geen prooi gevangen.


Het strand liep oneindig door, maar wij niet hoor, het kan ook te gek. Net voor de middag gaan Co en Jordan met een korte surfboard het water in. Ik stond met de 600mm op de rand van de camping en heb wat foto’s en filmpjes gemaakt.
Het viel nog niet mee, van ver af heb je wel een goed overzicht en zei ik elke keer voor Co; ja nu moet je gaan. Maar als je in het water staat heb je dat overzicht niet. Maar uiteindelijk ging-ie toch een paar keer een flink eind op de golf mee.
Een keer had de golf hem flink te pakken en verdween Co helemaal onder, hij zei dat-ie toen een tijdje oorpijn had, zo’n klap maakte het water.


‘s Middags kwam de groenteboer langs bij de camping. Dat doet hij twee keer per week en hij heeft goede spullen zei Lorraine. Ze leveren ook aan de restaurants hier in de buurt. Het was een kleine vrachtwagen met achterin de groente en fruit. Het waren pa en ma en het dochtertje was ook mee, een leuk kindje om te zien met prachtige donkerbruine ogen.
Lorraine had niet veel nodig zei ze maar elke keer als de groenteboer iets omhoog hield en vroeg of ze daar iets van nodig had zei ze ja, dus ze moest helemaal een paar grote tassen halen.

Vanmorgen vroeg hebben we nog gekeken of de leguanen nog bij de plant waren maar nee hoor. Later zagen we er vier op de puinberg. Co heeft een paar leuke plaatjes kunnen maken.


De zon was vandaag weer heet maar in de schaduw was het prima vertoeven. Aan het einde van de middag hebben we nog een rondje gelopen door het dorp maar daar waren we zo mee klaar. We zagen nog wel een Aloë Vera plant staan, dus morgen maar even een blad oogsten. Van de week hebben we bij de Walmart een ijsblokjesvorm gekocht, dus die kunnen we in gebruik nemen.

dinsdag 21 februari – Loma Bonita
En we zijn hier nog steeds, nog een dagje er bij. We hadden vannacht de dakluiken open en de zijramen, nu was het goed te doen met de warmte. Gelukkig is de maan afnemend dus is het donker genoeg.
Vanmorgen doen we weer een wandeling over het strand maar nu hebben we in onze strandkar de camera’s geladen. Dichtbij is het begin van een lagune en we gaan kijken of daar wat te fotograferen valt.

Co richt zijn lens op de vogels in het water en de bomen, ik zit voorover op mijn knieën, de lens gericht op de kleine krabbetjes die in en uit hun holletjes schieten. Het is een geduld kwestie maar ze komen toch altijd weer even te voorschijn. Als je ook maar even een beweging maakt trekken ze zich razendsnel weer terug.

Over het strand loopt een hermiet krabbetje, een krabbetje met een schelp op zijn rug. Kom je te dichtbij dan trekt hij zicht terug in zijn huisje. Ook weer een kwestie van geduld en hij komt te voorschijn en vervolgt zijn tocht. Op het laatst kwam-ie recht op mij af en dan komt-ie via de lens wel heel dichtbij, grappig.

Op de camping wordt hard gewerkt aan allerlei dingen. Ze zijn bij de poort een betonnen rand aan het maken, misschien komt er een hek op? Het houdt wel in dat wij morgen nog niet weg kunnen want vandaag is het beton gestort. Niet erg hoor, we vermaken ons nog wel een dagje.
Een man komt zakken cement brengen en die vervoert hij op zijn hoofd, ja echt, 25kg op zijn hoofd, dan moet je toch wel sterke nekspieren hebben. Hij kan ook nog lachen als hij op de foto gaat.
De werklui halen met een lange stok met aan het uiteinde een sikkel een aantal kokosnoten uit de boom. Jordan, onze buurman weet dit wel te bedienen en even later liggen er twee kokosnoten op de grond. Hij doet met een noot voor hoe die te openen, de 2e noot mag Co doen. We lenen de machete van de werkmannen. Het is nog een apart werkje maar het lukt.

Als we de noten hebben leeggedronken gooit Co de kokosnoten op de hoop groen afval. Jordan ziet dat en schrikt, je gooit het beste deel weg. Dus Co moet de berg op om ze terug te halen. Jordan hakt de noten open en laat zien dat het witte vlees prima te eten is.
Wij hebben het op Sri Lanka gegeten en waren er niet weg van maar dit kokosvlees smaakt heerlijk en is zacht. Dus haal ik het er met een lepel uit, zo dat staat in de koelkast.
Gisteren hebben we ergens Aloë Vera zien staan dus we gaan wat halen. Nu is er iemand aanwezig, er ligt een vrouw in een hangmat. We vragen of we twee bladeren mee mogen nemen en dat is geen probleem. Even later heb ik ze verwerkt en in de ijsblokjesvorm in de vriezer gedaan.
‘s Avonds is er weer een mooie zonsondergang. Er hangen donkere wolken in de lucht maar ze kleuren dit keer niet rood, jammer. ‘s Avonds komen ook weer de muggen, we hebben al heel wat bulten op de benen zitten. Maar we willen geen muggenspul gebruiken, dat is allemaal troep, geen chemie in/op ons lichaam. Dan maar krabben, alhoewel, we doen er H2O2 3% op en dat neemt de jeuk weg, wonderspul.
We zitten tot het donker wordt met Jordan te kletsen, een gezellig gast en een leuke buurman.

woensdag 22 februari – Loma Bonita – Fuerza Aerea Mexicana
Vanmorgen hebben we afscheid genomen van onze buurman Jordan en van Marc, Lorraine en hun moeder, we gaan weer verder. Het is gerust een leuke plek om nog te blijven maar we willen meer zien van Mexico en dat gaat alleen als je verder gaat.
Marc had nog een leuke plek opgegeven zo’n 40km verder naar het zuiden. Daar is een mooi strand met een plek waar je eventueel ook kunt overnachten. Op het strand is een rots die op een dolfijn lijkt en er is een grote zwarte rots met een door het water uitgesleten poort.
De weg er naar toe is redelijk te doen, af en toe even voorzichtig omdat door regen spoelrichels in zitten. Als we aankomen zijn we de enige daar en het is een mooi strand. We vinden de dolfijn en zien de 2 poorten in de zwarte rots. Rondom de grote rots zien we allemaal vreemd gevormde rotsen, zoals in de Alabama Hills in Amerika.

Dan denk je alleen te zijn en zo komt er een man aanlopen van de andere kant. Hij loopt naar de waterkant en werpt een lijntje uit, het aas haalt hij onder zijn pet vandaan. Even later heeft hij een klein visje aan de haak die hij op het strand neer legt, daar sterft het een langzame dood.

We gaan weer verder en rijden af en toe door behoorlijk groene stukken met palmbomen en bananenbomen. Daartussen veel gras en we zien af en toe koeien grazen. En we komen weer door dorpjes waar altijd wel iets te zien is.


We zijn onderweg naar camping Sol y Arenas, vlak bij Acapulco. Maar zo’n 4 km ervoor zien we links een doodlopende weg met huizen ernaast. We gaan eens een kijkje nemen en zien dat het mooie huizen zijn. We besluiten om hier ons kamp op te slaan, vlak bij het strand.


Even later maken we kennis met Patricia, een Canadese vrouw die hier permanent woont, ze is haar hond aan het uitlaten. Dan stopt de vuilniswagen in de straat en mensen komen hun vuilnisbakken legen. Een deur staat open en er komen twee pitbulls naar buiten die naar de hond van Patricia toe komen. Eerst is het snuffelen en om elkaar heen draaien maar dan valt een van de pitbulls de hond van Patricia aan en de andere komt er ook bij. De hond van Patricia vlucht gauw naar huis. Wij lopen er met Patricia achteraan en ze nodigt ons uit voor een biertje of zo, het wordt een glas water.
Ze hebben een man in dienst die allerhande klusjes in en om het huis doet, Francesco. Grappig dat zo’n man een vaste baan heeft bij hun, hij is erg aardig. We krijgen een kokosnoot uit eigen tuin en er staan druiven op tafel. We zitten gezellig te kletsen, het echtpaar woont hier nu 10 jaar. In Canada hadden ze een bedrijf dat vis uitjes regelde, ze woonden aan een groot meer. Aan de zijkant van hun huis hebben ze op de muur die om de tuin loopt een mooie mural die hun leven uitbeeldt. Van de sneeuw in Canada tot de oceaan in Mexico waar ze nu wonen.

Daarna lopen we nog even een rondje door de buurt, het ziet er goed uit en de mensen groeten vriendelijk terug. We verplaatsen de camper zodat we wat wind vangen en gooien alles open wat er maar open kan, effe luchten. Het was vandaag 36º.

Na het eten zitten we nog even buiten en dan komt er een auto de straat in rijden. Hij stopt bij het tweede huis. De man komt naar ons toe en zegt dat het hier niet veilig is. Het tweede huis is van hem maar hij is er drie jaar niet geweest omdat er drie jaar geleden iets ernstigs was voorgevallen. Hij is nu voor het eerst weer terug omdat het nu wat beter en veiliger is dan toen.
Co loopt nog even naar Patricia om dit verhaal te checken maar zij weten nergens van, ze wonen hier nu 10 jaar. We weten niet of de man van het tweede huis ons weg wil hebben omdat hij niet van campers houdt of dat het hier werkelijk niet veilig is maar we nemen het zekere voor het onzekere en gaan naar de camping. In het donker rijden valt hier niet mee, er zijn gaten in de weg en je ziet de topes niet zo snel, vooral als er geen borden bij staan. Maar de 4 km zijn te overzien.
Bij de camping aangekomen is de poort gesloten en ondanks ons tikken, bonzen, roepen en toeteren komt er niemand naar de poort toe. Dan besluiten we om maar voor de poort te overnachten. We hopen dat het vannacht wat rustiger wordt met verkeer, het is tenslotte een doodlopende weg, cross your fingers.
Tegen half 10 horen we een auto stoppen en deuren dichtslaan. Even later staat er een man aan onze deur die vraagt iets in het Spaans. Het blijkt dat het de mensen zijn die hier wonen. In de app van iOverlander stond dat er een vrouw op de camping woont en dat die de eigenaar moet bellen voor een prijs. Als ze de eigenaar niet kan bereiken mag je er niet in.
Ze vraagt of we elektra nodig hebben, dat hebben we niet nodig. Ze overlegt met haar man en noemt een prijs van 350 pesos op. Wij zeggen en zonder elektra, ze overlegt weer met haar man maar wij noemen alvast een prijs van 250 pesos. Daar gaan ze mee akkoord omdat het voor 1 nachtje is. Even later staan we op onze plek. We betalen meteen en, dat is altijd wel grappig, ik stel mezelf voor als Maria en meteen komt er een glimlach tevoorschijn. Ik schud de hand met Henri en zijn vrouw heet Awi, je voelt je meteen meer welkom. Hier zullen we de nacht wel redelijk rustig doorbrengen en een voordeel is dat de zijramen weer open kunnen blijven, want het is nog steeds warm in de camper.

Ga naar periode 62
terug naar overzicht