2016 USA 16 t/m 19 september

USA/Canada/Mexico 2016/2017  –  periode 30:  16 september – 19 september

vrijdag 16 september – Bridger National Forest – Moran

Vanmorgen om 5.15uur opgestaan en om 5.49uur maakte ik de eerste foto. Op onze weg naar Schwabacher landing moesten we stapvoets rijden omdat er allemaal bizons op de lagen, ze gingen langzaam op zij. Toen we op de Hwy reden zagen we op een heuvel 5 elks staan, prachtig in silhouet, het waren mannetjes met grote geweien. Zo, de dag begon al erg goed.

De zon zou om 6.05uur opkomen en dat klopte precies, om 6.05uur maakten we een foto van de eerste rode bergtoppen, altijd een mooi gezicht. We waren niet de eersten in Schwabacher landing. De parking was al vol en langs de rand van het water stonden allemaal mensen met fotocamera’s. Wij waren precies op tijd om onze plaatjes te schieten. Wat is dit prachtig, het eerste zonlicht op de bergen en dat weerspiegelt te zien in het stille water. Alhoewel het water niet 100% stil was want er waren watervogels die ook al vroeg wakker waren.

Ik ben zelf nog verder langs het water gelopen naar twee andere punten maar het verste punt was niet zo spectaculair. Ik heb daar nog maar eventjes een paar bloemetjes van dichtbij gefotografeerd, later zagen we pas dat de bloemetjes nog in de vorst zaten. Terwijl ik daar op mijn hurken zat hoorde ik Co roepen, hij zag twee bevers die van het eerste zonnetje genoten en lekker zaten te eten. Even een sprintje trekken want dat willen we natuurlijk niet missen.

Ze zaten tegen de rietkraag in het warme zonlicht lekker van de onderwaterplanten te snoepen. Even later zwommen ze terug naar hun burcht, of ‘house’ in het Engels. We liepen samen op met de zwemmende bever en hij hield ons goed in de gaten, de oogjes gingen constant heen en weer.

Tegen 6uur reden we nog even naar de Mormon Row, alleen bezochten we nu de rechterkant van het kruispunt. Daar staan ook allemaal oude huizen en schuren, in het warme ochtendlicht een prachtig gezicht, het was volop genieten. Er waren ook wat vogeltjes actief en even later nog een roofvogel.

Terwijl we aan het fotograferen waren spraken we nog een man in een rolstoel en dat werd wel een leuk contact. We lieten onze foto’s van het wildlife zien en hij was helemaal enthousiast, zijn dochters ook. Later kwam zijn vrouw er nog bij en bij deze hebben we een uitnodiging om als we in Colorado zijn bij hun langs te komen en een nachtje te blijven. Of we ook met twee campers bij hun kunnen staan, ja hoor, ze hebben ‘1,5 acres of land, no problem at all’. Het zijn Kevin & Leda Wolitzky. De kinderen gaan niet naar school, ze krijgen thuis les van de ouders, top hoor, dat kan in dit land, in NL heb je met zoveel voorwaarden en regels te maken, daar lukt het vaak niet.

Na de Mormon Row rijden we naar de Chapel of the Transconfiguration. Nu schijnt de zon volop en zijn de bergen goed zichtbaar, ook door het raam achter het altaar. Het is een mooi gezicht. Nanda luidt nog even de klok aan het begin van het pad. Ik zeg, de bel wordt geluid door iemand die het niet kan horen. Nanda zegt; misschien moet ik het nog iets luider doen.   😉

Onderweg pakken we nog even een ‘scenic drive’ mee langs Lake Jenny, maar we vinden er weinig ‘scenic’ aan, je ziet alleen maar bomen. Er is een parking waar je een uitzicht hebt over het lake en dat is het. We hebben al mooiere dingen gezien, gelukkig.

Dan komen we aan bij een houten kerk, the Chapel of the Sacred Heart. Volgens schrijven moeten er hier glas-in-lood ramen zijn met dieren afbeeldingen. Die zijn er niet, we vinden het wel een mooie sobere kerk, totaal geen overdaad, en er hangt achter het altaar een prachtig rond glas-in-lood raam met in het midden een hart. Het is ijskoud in de kerk, dus we blijven er niet zo lang.

Dan op naar Oxbow Bend, hier waren we eergisteren ook, toen waren er geen bergen te zien door de bewolking, nu wel. We gaan lekker in het zonnetje zitten en kijken of we nog wild kunnen spotten. Er zijn veel watervogels en we zien twee vreemde vogels in het water, ze zwemmen constant met hun kop net onder de oppervlakte, een vreemd gezicht, we horen later dat het ‘loon ducks’ zijn, nog nooit gezien.

Terwijl we lekker zitten ziet Co opeens in de verte iets groots in het water, de verrekijker laat zien dat het twee herten, mama en jong, zijn die zwemmende het baaitje overzwemmen. Ze gaan aan land en even later zwemmen ze de rivier over. Eenmaal aan land is de moeder bijzonder alert en even later sprinten ze naar de bosrand. Dit hebben we ook nog nooit gezien, zwemmende herten, prachtig hoor.

We besluiten om vannacht weer in Moran te slapen, tussen de koeien. Als we de Buffalo Valley Road oprijden zien we een nest boven in een paal met daarop een roofvogel. Er is gelukkig ook een pullout dus we staan al snel stil en al even snel is Co er uit met de 600mm. Het is een erg mooie roofvogel maar we weten niet wat het is, we denken een soort havik. De vogel vindt het niet zo leuk dat we naar hem kijken, we zijn wel ver genoeg bij hem vandaan om hem niet te deren, maar hij schreeuwt en is een beetje onrustig.

Even later zijn we ter plekke en installeren onze campers. Weer even later genieten we van de warme herfstkleuren in het dal in het gouden uurtje. We hebben een topdag achter de rug waarin we veel moois gezien hebben. Voor ons is Grand Teton NP een topper.

Morgen staan we weer vroeg op om de zon op te zien komen bij Oxbow Bend, ook daar is breed water met bergen in de achtergrond. Ook Hannie en Nanda gaan weer vroeg mee, ze krijgen nog de smaak te pakken. Vanmorgen vroeg Co aan Hannie of ze het leuk vond, ze vond het wel leuk maar voor een keer. Co vroeg, zei je nou, wil je nog een keer…..  😉  Nou ze gaan nog een keer mee hoor, arme Nanda, houdt niet zo van zo vroeg opstaan maar heeft het over voor Hannie, toppie hoor.

Daarna rijden we noordelijk terug naar Yellowstone park, gaan langs het grote meer en dan via de oost ingang weer het park uit, op naar Cody.

We hebben de camera’s weer goed gebruikt vandaag, de rest van de foto’s zie je op de aparte fotopagina van deze periode.

zaterdag 17 september – Moran – Deaver

Vanmorgen dus wederom vroeg op, om 5.10uur stond de wekker. Tegen 6uur zijn we bij Oxbow Bend, we zijn niet de eerste er staan al heel wat mensen met camera’s gereed. We voegen ons bij hen.

Het water is helaas niet stil, er staat een klein briesje. Ik loop beneden naar de waterlijn en zie grote vissen boven het water uitspringen. In de verte klinkt een schreeuw van een Eagle en ook het burlen van de mannetjes herten. Verder is het bij de waterlijn opvallend stil.

De zon komt op de bergen maar minder mooi als gisteren, ze staan anders ten opzichte van de zon. Je ziet ze vaag in het water weerspiegelt. Wat het wel weer mooier maakt is de maan boven die bergen, ze spiegelt vrolijk mee.

Tegen half 7 maken we onze laatste foto’s en dan gaan we rijden. Eerst naar het noorden naar Yellowstone NP, we komen dan ook weer door het verbrande gebied. Er is een behoorlijke rookontwikkeling dus we zetten de verwarming op interne circulatie. De verwarming moet gewoon aan want het was onder nul vanmorgen, het voelt ook kouder dan gisteren vanwege de wind.

We hoorden van de week dat bosbranden in Yellowstone niet bestreden worden, men houdt het wel in de gaten en onder controle maar er wordt niet bewust geblust. Vandaar ook de rookwolken, het is er mistig van.

We zien weer diverse Elks langs de weg en overstekend, het blijft leuk om te zien. We komen langs Lake Yellowstone maar zien er niet zoveel van vanwege de bomen die op de eerste rij staan. Dan draaien we de weg op naar de oost ingang. Dat is nog een behoorlijk lang stuk tussen allemaal bomen door. Yellowstone vinden we wat dat betreft behoorlijk saai. Grand Teton vonden we erg mooi met weidse uitzichten, hier komen we zeker ooit nog eens terug.

Als we het park uit zijn start er een Scenic Byway, de Chief Joseph Hwy naar Cody. Er wordt hier veel paard gereden, er stonden veel trailers langs de kant van de weg en er zijn diverse aanbieders van paardenritten door de omgeving.

En toen begon het spektakel, wat een prachtige, geheel andere omgeving reden we door. Ruige rotsen in warme bruine tinten in allerlei vormen, klein en groot. En daar mogen wij doorheen rijden en van genieten. Later wordt het weidser en geler van kleur. Onder de middag zitten we lekker buiten in het zonnetje te eten.

In Cody gaan we naar de VVV voor wat informatie. Er blijkt een gezellige straatactiviteit te zijn, de hoofdstraat is voor een deel afgesloten. Ze hebben geen wifi daarvoor kunnen we naar de bibliotheek. Dat doen we eerst, er is een supersnelle verbinding, altijd fijn.

Eerst Facetimen we met mijn moeder, die is morgen jarig en we weten niet of we morgen wifi hebben. Thuis is het 22.30uur maar mijn mama gaat nooit zo vroeg naar bed. Ze is wakker en is blij met onze felicitaties. Morgen kookt zwager Paul voor 15 man, de kinderen en kleinkinderen komen allemaal lekker smikkelen en genieten van zijn kookkunsten.

Daarna even contact met zus Karin en zwager Paul, die zijn op bezoek bij een zus van Paul en zitten lekker te Keezen. Het blijft magisch, we zijn beiden niet thuis en hebben toch contact met beeld en geluid.

Daarna lopen we nog even naar het ‘feest’ maar er wordt al opgeruimd, het feest is gebeurt, helaas. We besluiten om nog een uurtje te gaan rijden naar Deaver. Ik heb vandaag gekeken op freecampsites, daar vind je allemaal campings die gratis zijn. Vaak in ‘national forest’ of op BLM, Bureau of Landmanagement. Op terreinen van hun kun je vaak gratis overnachten. Soms zijn er helemaal geen voorzieningen en soms een toilet en picknickbanken. Er is helaas geen app van dus je moet online om informatie te vergaren. Dat heb ik vanmiddag ook even gedaan.

We rijden nu dus eigenlijk verder naar het oosten wat ook inhoudt dat het eerder donker wordt. We komen tegen half 7 aan en een kwartier later is het gewoon aardedonker. Dat is even wennen zeg. Er staat veel wind dus we gaan met de kop naar de wind toestaan, anders schudt het zo erg.

De rest van de foto’s vind je hier.

zondag 18 september – Deaver – Sheridan

Er was vannacht af en toe een stevige wind dus stonden we met de campers zo nu en dan hevig te schudden. Vanmorgen was Co met de 600mm paraat want er waren een paar mooie vogeltjes, konijntjes en een paar eekhoorntjes.

Vandaag gaan we naar Bighorn Canyon NP. We rijden via Lovell waar we bij het visitor centre informatie ophalen ver het park. Ze hebben ook internet dus gaan we toch nog even mijn moeder feliciteren op haar verjaardag. Mijn broers en zus zijn er ook dus zwaaien we even naar iedereen. We kregen al een fotootje van de heerlijke salades die Paul heeft gemaakt, met de tekst erbij: dit missen jullie.  😉  Bij het visitor centre is ook een buitenkraan en we krijgen toestemming om onze watertanks te vullen.

Als we door Lovell heen zijn slaan we linksaf Hwy 37 op en even later zijn we in het Nationaal Park. Het is een mooie omgeving met ruig gevormde bergen in mooie warme tinten, rood, geel, groen en grijs.

Er zijn twee zijwegen in het park, de eerste gaat naar Horseshoe bend. De weg eindigt op een parking bij het water en op dat moment gaat ook de zon even aan en hebben we een mooi uitzicht op de overkant.

We rijden het weggetje terug en slaan rechtsaf op de Hwy 37 en gaan een aantal mijlen verder de tweede zijweg in, richting Devil’s Peak. Hier is het uitzicht spectaculair te noemen. Wat een diepe kloven heeft het water uitgesleten. Onderin de kloof varen een paar bootjes, wat zijn ze ienie-mienie, wat ben je dan toch nietig in deze grote natuur.

We rijden nog verder naar het einde van de weg en komen aan in Barry’s Landing. Onderweg is er nog een gebiedje waar brand is geweest maar er groeit al weer het een en ander rond de dode bomen. Barry’s Landing is een grote parkeerplaats verder is hier niet zoveel te beleven.

Als we terug rijden zien we opeens 5 berggeiten langs de weg, een mannetje, twee vrouwtjes en twee jonkies. We parkeren onze auto’s op de pullout die daar is en maken foto’s en filmpjes. Even later zitten we lekker buiten met de verrekijker de dieren te bewonderen. Als je de kijker weg legt zie je ze bijna niet met het blote oog, vooral niet als ze niet bewegen, ze hebben een beste schutkleur.

We rijden het NP uit en slaan linksaf Hwy 14 op, dit is een ‘scenic byway’. Nou daar is niets teveel mee gezegd, het is een mooie route om te rijden. We komen uiteindelijk uit op 2895meter en hebben weidse uitzichten. Onderweg zien we diverse keren muledeers/muilherten langs de kant van de weg.

We rijden over een brug en Co zegt, ik zie een ijsvogeltje. We keren om en stoppen aan de kant van de weg. Co loopt er direct heen en ziet het vogeltje weer, maar die vliegt meteen weg. We keren weer om en rijden weer over de brug, nu ziet Co het vogeltje weer. We stoppen weer en Co gaat nu met zijn camera er naar toe. Maar het ijsvogeltje vliegt weer weg en gaat verder weg in een boom zitten. Het is te ver weg om een mooie foto te maken, jammer. We kunnen niet langer wachten want we hebben nog wat kilometers te gaan, en het wordt vroeg donker.

Na een paar kilometer zeg ik, ik denk dat er een roofvogel op die elektriciteitspaal zit. Co kijkt en roept, stop, het is een uil, die heb ik nog nooit gefotografeerd. We keren weer om en binnen no-time is Co de camper uit met 600mm en 3-poot. Klik, eerst een foto en dan proberen dichterbij te komen. Op een gegeven moment roept-ie: het is een nepper. Blijkt het een houten uil te zijn. Co dacht al, hij beweegt niet erg als ik dichterbij kom, shit, heb ik dat. We kunnen er wel smakelijk om lachen. Co zegt, ik zal mijn eerste uil niet zo snel vergeten.  haha

Uiteindelijk komen bijna in het donker aan in Sheridan. Daar heb ik een plek gevonden, via de 4allstay app, in een stadspark. Het is aan de rand van een drukke weg maar we gaan niet verder zoeken. Daar we zo laat zijn doordat wij aldoor willen stoppen voor vogeltjes en andere dieren nodigen we Hannie en Nanda uit om bij ons soep te komen eten, dat nemen ze graag aan. Even later zitten gezellig samen te smikkelen en te lachen over Co zijn nep uil.

De rest van de foto’s vind je op de aparte fotopagina bij zondag 18 september.

maandag 19 september – Sheridan – Sundance

En het was een drukke weg, wel pas vanaf vanmorgen vroeg, dus de nacht was wel redelijk te doen. Vanuit Sheridan draaien we Hwy 14 op en dat is en daar komen we een bord tegen ‘wildlife loop route’, en dat is het. Vandaag is het ‘Pronghorn day’ voor ons. We hebben ontzettend veel Pronhorns gezien, Muledeers en herten. Ook zagen we veel roofvogels boven de weilanden. Zelfs een stinkdier liep door de weilanden te struinen, of was het een das, we gaan dat nog even uitzoeken en tijdens onze theepauze een blauwtje (vlindertje). Eerst liep Co een blauwtje want het vloog aldoor weg maar daarna bleef het rustig zitten voor de foto.

Vandaag kwamen we ook weer een paar keer een trein tegen, niet zo lang als eerder deze reis, wel met twee locs ervoor en erachter. Wat een zwaar dreunend geluid komt er van die locomotieven, een machtig gehoor.

Hwy 14 is wel een leuke route, je rijdt op zo’n 1200 meter hoogte door een glooiend landschap met vergezichten, daar houden wij wel van. Dan komen we aan bij de Devils Tower National Monument. Het is in 1906 door President Roosevelt tot het eerste National Monument benoemd van de Verenigde Staten. De steile wanden zijn 264 meter hoog, de top heeft een oppervlakte van 0,6 hectare en de omtrek – gemeten aan de voet – bedraagt ongeveer 1600 meter. De top bevindt zich op 1558 meter boven de zeespiegel. Wat een gevaarte, het ziet er prachtig uit in het late zonlicht.

Over het ontstaan van de rots zijn verschillende theorieën in omloop. De meest waarschijnlijke theorie is dat zich 60 miljoen jaar geleden gesmolten magma onder het aardoppervlak bevond, dat uiteindelijk is gestold en ineengedrukt door het gewicht van de bovenliggende lagen. Daarbij zou de rotslaag in kolommen zijn gespleten. In de loop van miljoenen jaren is de rots, als gevolg van erosie, aan de oppervlakte gekomen en nadat ook de omliggende lagen zijn weg geërodeerd is de vrijstaande rots overgebleven. Puin en gebroken kolommen aan de voet van de monoliet laten zien dat Devils Tower ooit groter moet zijn geweest.

Er bestaat ook een legende die wordt verteld bij de Native Americans, met name bij de Kiowa People. Volgens deze legende zouden ooit zeven zusjes en een broer in deze omgeving hebben gespeeld. De broer zou tijdens het spelen zijn veranderd in een beer, waarop zijn heftig geschrokken zusjes voor hem wegvluchtten. Ze kwamen bij een grote boom, die tegen hen sprak en die hen zei dat ze omhoog moesten klimmen. Terwijl de meisjes dat deden, begon de boom tot hoog in de lucht te groeien. Zij waren net buiten het bereik van de beer, die met zijn klauwen diepe groeven in de boomstam trok. De zusjes werden vervolgens in de hemel opgenomen, en werden de zeven sterren van het sterrenbeeld Grote Beer. Van de

boom bleef alleen het onderste deel over; de stam versteende en de groeven zijn nog steeds duidelijk zichtbaar. In 2005 is er een poging gedaan om de naam van het monument te veranderen naar Bear Lodge National Historic Landmark, omdat die naam erkenning zou geven aan de historische band van de Native Americans met de monoliet. Omdat men vreesde dat een naamswijziging het toerisme zou schaden, heeft dit voorstel het niet gehaald. Een leuk detail voor filmliefhebbers: Devils Tower speelde een belangrijke rol in de film Close Encounters of the Third Kind (1977) van regisseur Steven Spielberg.

De informatie hierboven komt van ontdek-Amerika. Je kunt een trail rond de rots lopen maar wij waren te laat om dat te kunnen doen. Het wordt immers al vroeg donker en we moesten nog een slaapplek zoeken. Het is zeker de moeite waard om de trail te lopen.

Er waren twee klimmers actief aan de zonkant van de rots, jeetje dat moet je ook maar durven hoor. Ze waren aan het klimmen met hun handen en voeten, wel gezekerd maar een zware klus. Het waren een jonge man en vrouw. De man was al een uur op de richel aanwezig, de vrouw had meer moeite met het klimmen. Op de plek waar wij haar zagen klimmen was ze bijna in spagaat bezig. Bewondering hoor, ze was helemaal kapot toen ze op de richel aan kwam. En toen gingen ze via abseilen naar beneden, dat ging een stuk sneller, dat zal wel een beloning voor ze zijn, plus het uitzicht vanaf hun eindplek. En dat was nog maar halverwege de berg. We konden alles mooi zien en vastleggen via de telescoop.

Devils Tower is erg populair bij rotsklimmers. Je bent verplicht om je vooraf te laten registeren, en om je na afloop af te melden. Uit respect voor de Native Americans, voor wie Devils Tower heilig is, mag de rots in de maand juni (waarin veel Indiaanse ceremonies plaatsvinden) niet worden beklommen.

Vlak voordat je bij de Devils Tower aankomt is er een weide met allemaal Prairiedogs. Wat een grappige beestjes zijn dat, ze zijn snel en actief, leuk om te zien. En dan zijn er toch weer mensen die, ondanks de verbodsbordjes, de beestjes voeden. Dat vind ik echt stommelingen, want ze krijgen voedsel (als je dat zo mag noemen) wat niet voor hun geschikt is. De beestjes werden er helemaal een beetje agressief van, jammer. Toen die mensen weg waren keerde de rust weder.

Boven rond de rots zweefden zo’n 20 Eagles, een machtig gezicht. Via de telescoop zagen we een paar jonge Eagles op een richel zitten, af en toe kwamen pa en ma aan zweven en landen ze op de richel.

We pakken Hwy 16 op richting Sundance en rijden op een gegeven moment langs een plek met leeg staande huizen en schuren. We keren om en plaatsen de campers op het gras voor een verlaten Community Hall. Even later zien we een spectaculaire zonsondergang over de hele breedte van ons uitzicht. Aan de andere kant van de weg lopen nog wat Muledeers te grazen, we staan midden tussen het wild.

Ga naar periode 31

terug naar overzicht