
USA/Canada/Mexico 2016/2017 – periode 22: 15 augustus – 18 augustus
maandag 15 augustus – Burns Lake – Red Rock Road
Het was een prachtige plek bij het meer, voor overdag. ‘s Avonds laat kwam er een trein langs, en die zijn lang en die lijken altijd wel te moeten toeteren. Vanmorgen vroeg kwam er weer eentje. En er loopt een weg vlak achterlangs de ‘camping’ en daar kwamen zware vrachtwagen overheen.

Vanmorgen even Facetimen met mama, alleen jammer dat het de wifi zo haperde. Maar we hebben elkaar toch weer even gezien en gesproken.
Dan gaan we weer op pad. ‘s Ochtends tijdens de thee/koffiepauze nemen we weer even de tondeuse ter hand, alle haartjes weer wat korter, kunnen we weer voor de kraam langs. 😉

Onderweg legen we onze wc’s bij een openbare wc langs de Hwy. Daar stoppen ook twee fietsers die we net voorbij gereden zijn. Een van de mannen moet naar de wc, hij spreekt Co die zegt dat we uit NL komen. Dat geeft hij door aan zijn maat en die loopt nu ook naar Co. Wat blijkt, hij heeft net een maand terug met zijn vrouw in NL gefietst op een tandem en vond dat erg leuk, een echt fietsland. Hij keek er van op dat je in ons land zoveel fietspaden hebt. Hier fietsen ze langs zo’n drukke Hwy en dan op redelijk ruw asfalt. Gezellig naast elkaar fietsen is er niet bij, veel te gevaarlijk. Het is ook een drukke weg met veel vrachtverkeer, die allemaal harder willen dan ons.

We doen boodschappen in Prince George en gaan dan op zoek naar een slaapplek, eerder dan anders maar het is warm vandaag, de thermometer geeft 27º aan, een beetje drukkend is het.
iOverlander geeft een plekje aan bij een meer. Het laatste stuk is gravel en dat stuift behoorlijk, de auto’s die we tegen komen maakt het allemaal niet uit, die ‘stuiven’ door en ons onder.
Op het plekje is het behoorlijk scheef en een steile toerit, we gaan toch maar verder. Hannie en Nanda komen naast ons rijden op het gravel stuk dan lopen ze minder stof op.

Ik heb ook nog coördinaten van een plek via Ton en Anneke, bij een meertje die ze Red Rock hebben genoemd. Ter plekke kunnen we het meer niet vinden maar wel een plekje aan het einde van de Red Rock Road. Het is ondertussen wel alweer 17uur en we gaan nog even buiten zitten, in de schaduw.
Vlak na het eten zien we aan het einde van het weggetje een mama hert en bambi lopen, grappig.

dinsdag 16 augustus – Red Rock Road – 100 Mile House
Leuk, vanmorgen zagen we een beer aan het einde van het weggetje waar we staan. Het was een redelijk jonge zwarte beer. Hij keek eens onze kant op, snoof onze lucht op en koos ervoor om de andere kant op te gaan. Daar staat een boerderij, even later zagen we hem aan het einde van de afrastering rondstruinen. Weer even later was-ie weer bij het hek aan het einde van het weggetje, hij had een appeltje in zijn bek. We gingen met z’n vieren in onze camper en reden verder het weggetje op tot aan het hek. Toen we er bijna waren zagen we de beer naar rechts het bos in vluchten. Het leek wel een kwajongen die betrapt werd bij het appeltjes jatten. We hebben nog even gewacht maar hij kwam niet meer terug. Dat brengt het aantal beren die we gezien hebben op 23.

We hebben een rustige maar wel warme nacht achter de rug en rijden om 8.30uur weg over de gravelweg naar de Cariboo Hwy. Nog 700km te gaan naar Langley bij Vancouver. Daar gaan we logeren (in onze campers) bij een broer van Donna. Bij Donna en Dan hebben we in London een nachtje op hun oprit gestaan. Dan is familie van Hannie. Donna mailde ons van de week, ze volgen ons via onze website. Ze gooien de tekst door ‘Google vertaal’ (dat geeft amusante vertalingen, schreven ze) en zien dat we al aardig in de buurt van Vancouver komen. Ze heeft een broer wonen in Langley en we zijn daar meer dan welkom om 1 of 2 nachtjes te komen staan.
For Donna and Dan, above I wrote that you mailed me about your brother in Langley. He mailed us back that we are more than welcome on his property and that we can stay for 1 or 2 nights. We gladly accept his offer en we are looking forward to see him. Thanks for your mail about this. We are also very happy that we met you both, we have nice memories of our staying with you.
Onderweg bij de VVV in Quesnel hebben we een snelle wifi verbinding, dus even twee filmpjes op Youtube gezet: fish hatchery Valdez, kariboes en ik heb een beren filmpje vervangen.
We raken langzaamaan uit het gebied van de 2 jaargetijden: 8 maanden winter en 4 maanden wegwerkzaamheden. Ondanks de vele wegwerkzaamheden in het noorden konden we gelukkig wel goed overal komen/doorrijden.
We hoorden vorige week ook een leuke opmerking over het douchen in je camper. Iemand heeft op een duikboot gewerkt en daar kennen ze de uitdrukking ‘duikbootdouche’. Het houdt in dat als je in een duikboot werkt en gaat douchen dat je jezelf nat maakt, douche uit, inzepen, en dan afspoelen. Dus allemaal zo kort mogelijk om water te besparen. Dat doen wij dus ook als we douchen in de camper, het is zeer herkenbaar.
Na Quesnel gaan we verder en we hebben besloten om niet de ‘snelle’ route naar Vancouver te nemen maar een mooie route via Whistler. Whistler is een wintersportgebied dus daar komen we sowieso in en door de bergen en daar houden wij wel van. Het zal misschien iets langer duren maar dat geeft niet. We hebben geen horloge maar wel de tijd.
De route van vandaag is leuk, we rijden door farmers land en af en toe lijkt het wel of we in Oostenrijk zijn. We komen trouwens een eethuis tegen met de naam ‘Edelweiss’, toepasselijk. Er wordt veel gehooid in de landerijen en er liggen al veel hooibalen te wachten om opgehaald te worden.

Het is wel weer enorm druk op de weg, vooral veel vrachtwagens, die allemaal harder willen dan wij. We worden dan ook regelmatig ingehaald maar als we tegen een helling oprijden met twee baanvlakken zakken die vrachtwagens terug in snelheid en halen wij hun weer in. Zo halen we een vrachtauto met hout wel vier keer in.
We komen onderweg nog een ongeluk tegen, een caravan is helemaal aan flarden, de mensen zijn de puinhopen aan het opruimen. Dat is trouwens goed geregeld, bij zoiets worden gelijk de hulptroepen ingeschakeld. Er worden borden langs de kant neergezet dat er een ongeluk is gebeurt en er staan aan weerskanten van de onheilsplek mensen met ‘stop’ en ‘slow’ borden die het verkeer regelen.

Het was vandaag een warme dag, 30º, we besluiten om op tijd een plekje te zoeken en of in de schaduw te gaan zitten of in de zon. Het wordt uiteindelijk Centennial Park in 100 Mile House. En we zitten in het zonnetje want het is toch alweer tegen 17uur als we daar aankomen.
Het is wel grappig, we zijn nu in 100 Mile House maar hier naartoe kom je plaatsjes tegen 150 Mile House, 130 Mile House, zelfs een 108 Mile House. Verderop zitten er ook nog een paar 78 Mile House, zeer origineel maar wel duidelijk hoever je er in zit. Waarom ze het trouwens Mile noemen, we zijn in Canada en daar gelden kilometers.

Het Centennial Park heeft bij de ingang een hek en er hangt een bordje dat de parking tussen 1 mei en 1 oktober tussen 19.30uur en 8.30uur gesloten is. Het park zelf is tussen 22uur en 6.30uur dicht. Tussen 1 oktober en 1 mei is het helemaal gesloten. Dus misschien moeten we hier nog weg. Maar als ik dit schrijf is het al 19.50uur en we zitten hier nog steeds. Het lijkt ons wel een rustig plekje, we horen het geruis van de rivier dus dat overstemt het geluid van de weg. Hiervandaan gaan een paar trails en er is een speeltuin in het park voor de kinderen.
We zien ook vaak bij wandelpaden en parken dat er een bakje hangt met honden zakjes, dat is goed geregeld. Zo hou je omgeving schoon van hondendrollen, prima service.
Maar dan om 20.15uur komt er een auto aanrijden die stopt bij onze campers. Het is de beheerder van het park en hij geeft aan dat het park zo dicht gaat en dat we hier niet mogen kamperen. Er is iets verderop een camping en hij is ook daar de beheerder van, de camping kost CAN$15 per nacht, we kunnen eventueel nu bij hem betalen dan kunnen we er zo heen rijden. Co zegt dat we moeten overleggen met de andere camper. Hij zegt: dan zie ik jullie zo wel.
We gaan niet naar de camping maar rijden naar de Airport Road, ik had al even op Maps.me gekeken voor het geval we hier weg moesten. Daar is een grote parking helemaal achterin, zover mogelijk weg van de drukke weg. Daar rijden de vrachtwagens af en aan en het geluid draagt ver. Leuke bijkomstigheid is dat we een mooie zonsondergang zien, die hadden we anders gemist.

woensdag 17 augustus – 100 Mile House – Squamish
We zijn op tijd wakker na een warme nacht en rijden om 8.15uur weg. Goed dat we niet achter het hek stonden dan hadden we later kunnen rijden.
Rond 9uur is het al 18,5º dus dat zal wel weer een warme dag worden. Het is nu een stuk rustiger op de weg, minder vrachtwagens en die zullen straks wel de snellere route naar Vancouver kiezen.
Wij slaan rechtsaf de Sea-to-sky road op naar Whistler. Het is klimmen en dalen en we slingeren door het landschap. Het is een leuke route. We tanken onderweg bij een ‘tradepost’ en de prijs valt ons mee. Er hangen wat oude reclamebordjes aan de wand van dikke boomstammen. We zien nog twee hertjes in het veld, mama en bambi en even later een hert langs de weg.


Onder de middag stoppen we op een parking met uitzicht op een mooi blauw meer. Er loopt een spoorlijntje langs de waterkant en even later zien we een treintje aankomen, waarschijnlijk een toeristentreintje, zal wel een mooie rit zijn, zo vlak langs het water tussen die hoge bergen door.

De rit verder Whistler gaat dan vooral bergafwaarts en merken aan de remmen. Het is een beetje lastig, om in zijn twee te rijden op de motorrem is het te steil en in zijn drie gaan we te hard. Dus moeten we constant bijremmen wat resulteert in hete remschijven, ze begonnen te stinken. Dus een verplichte pauze, we gaan in de schaduw zitten want de thermometer geeft 31º, het warmste vandaag was 37º, pfffff.
Tegen 14uur komen we aan in Whistler, het is er enorm druk. Bij de VVV kun je niet parkeren dus rijden we even verder. Daar is een mega grote parkeerplaats waar je CAN$2 per uur betaald, voor een hele dag CAN$8. Als we later weer wegrijden zie dat ‘Lot4+5’ gratis zijn, zullen wel verder van het stadje afliggen.
We gaan bij de VVV even internetten en dat gaat prima. Dan lopen we nog even door het plaatsje. Het is er enorm druk, wel gezellig. Ik denk dat er een mountainbike week is of zo. Er zijn allerlei stands m.b.t. mountainbiken en er lopen heel wat die-hards met een helm op en een fiets aan de hand. Of die gebruikt is……? Waarschijnlijk wel.

We hebben nog even geinformeerd naar de ‘peak-to-peak’ ronde, je gaat met een lift omhoog, wandelt een stuk en dan weer met een lift naar beneden. Daar mag je dan CAN$60 p.p. voor neerleggen. We hebben al zo vaak op een berg gestaan en gereden dat we dat er niet voor over hebben. We gaan maar weer verder.

Ik heb via Ton en Anneke (die we volgden op hun reis door Noord-Amerika in 2013) een plekje gevonden in Squamish, op de Spit (landtong). Daar rijden we na het eten nog naartoe. De laatste 3km is gravel met een wasbord, zo hebben we er nog geen een gehad, wat een trutteschudderspad. Maar het uitzicht maakt veel goed. We zijn omgeven door water en als de duisternis valt is het helemaal donker. We zien aan de andere kant van de baai de lichtjes van het industrieterrein dat daar ligt. Het zal hier wel stil zijn vannacht.

donderdag 18 augustus – Squamish – Langley
Op onze website natuurpareltjes vind je o.a. ook foto’s van het wildlife wat we hier allemaal hebben gezien.
Je denkt dat je rustig staat en dat de weg ver weg is, helemaal aan de andere kant van de baai maar toch is er al vroeg veel geluid. Een trein die zijn toeters laat horen en het industrieterrein waar heftrucks en vrachtwagens rijden, dus geen plek om naar terug te komen.
En dan moeten we weer de stofweg terug, het is ‘maar’ 3 kilometer maar als het een stofweg is lijken het wel 10 kilometers. Als we weer op asfalt staan doet Co zijn dagelijkse klusje, de ramen lappen, zodat we helder zicht hebben en mooie foto’s.

De rit naar Vancouver is voor een groot gedeelte in de schaduw van de hoge bergwand waar we langs rijden. We hebben wel een mooi uitzicht over de baai. Het is om 9uur, in de schaduw, al 20º dus dat wordt weer een warme dag.
We gaan op zoek naar een VVV in Vancouver. En als zo vaak wordt het keurig aangegeven en als zo vaak zijn het laatste bordje vergeten te plaatsen en is het zoiets als: zoek het effe zelf uit. We vinden het VVV dus niet. Dan niet, we rijden wel verder, dwars door de stad Vancouver.


We zijn uitgenodigd bij de broer van Donna, Daryl geheten en hij woont in Langley. Dus op naar Langley. Daar komen we rond 11uur aan. Daryl is niet thuis dus we zetten zelf onze camper op een plekje op de ruime oprit, in de schaduw van de hoge bomen.
Even later komt-ie thuis. Hij woont op de bovenverdieping, het is niet zijn huis maar van goede vrienden van de ouders van Donna en Daryl. Het huis is verkocht aan een projectontwikkelaar. Die heeft in deze wijk alle huizen en grond opgekocht om er kleinere percelen van te maken, huizen er op te zetten en weer te verkopen, dat heet geld creëren. Maar het houdt wel in dat een huis kopen meer bereikbaar wordt voor bijv. jongeren. Want de huizen zijn hier best wel duur. Daryl is dus eigenlijk een soort ‘housekeeper’.
We mogen in het leegstaande huis van alles gebruik maken, de keuken, de douche, wifi, de wasmachine en de droger. We installeren ons op het terras in de schaduw want in de zon is het zo’n 33º, zonder wind, veel te heet. In de schaduw is het prima uit te houden. Hannie en Nanda doen vandaag hun wasjes, ik ga morgen aan de gang.
We zitten lekker te internetten, te surfen en ik heb dan het fotoalbum over wildlife gemaakt. Met zo’n goede internet verbinding nemen we even via FaceTime contact op met het thuisfront. Co zegt dat we voor een paar dagen een huis hebben gehuurd en laat de buitenkant zien. He, waarom huren jullie nu een huis en zo groot. Grapje…..
Dan bedenken Co en ik dat we eigenlijk deze paar dagen net zo goed soep en stoofpotten kunnen maken zodat we weer een tijdje vooruit kunnen.
Ik ga dus op internet op zoek naar een goeie slager en een natuurwinkel voor de biologische ingredienten voor onze soep en stoofpotten. Ik vind een goede slager met grasgevoerd rundvlees en een natuurwinkel. De slager is 4km noordelijk van ons logeeradres en de natuurwinkel 4km zuidelijk van ons logeeradres.
Eerst maar naar de slager. Het is bijzonder druk op de weg en ook op de parkeerplaats bij de winkel. Maar we vinden een plek en lopen naar binnen. We geven door wat we willen hebben maar zo’n hoeveelheid gehakt moeten ze maken en dat is over een uur klaar.
Dan eerst maar naar de natuurwinkel, die is ruim gesorteerd dus we gaan met een winkelwagen vol weer op pad. De slager is gelukkig tot 20uur open want tegen 19uur zijn we pas weer terug om het vlees op te pikken. De jongen vraagt of we gasten krijgen, nee hoor, we gaan stoofpotten maken en dat wecken we. Hij begreep wat we bedoelden en wenste ons succes en een fijne reis verder.
Terug bij ons logeeradres gaan we eerst eten en dan douchen. We installeren ons in de woonkamer als het donker wordt en vermaken ons hier prima. Morgen gaan we koken.
Zaterdag moeten we onze campers even achter op het terrein neerzetten want er is een schuur verkoop, van de spullen die over zijn uit het huis. En waar we nu staan, op de oprit, staan we dan in de weg. Prima hoor, we werken wel mee. 😉 We moeten in ieder geval voor 3 september weer weg zijn want dan wordt het huis overgeschreven naar de nieuwe eigenaar.
Donna thanks for the suggestion to go to your brother and Daryl thank you for your hospitality, we appreciate it very much.

Ga naar periode 23
terug naar overzicht