2016 Canada 8 t/m 11 juni

USA/Canada/Mexico 2016/2017  –  periode 5:  8 juni – 11 juni

woensdag 8 juni – Mahone Bay – Cape Sable Island

Het heeft vannacht heel hard geregend, dat houdt in dat we minder geslapen hebben dan normaal, want de regen op ons dak maakte behoorlijk lawaai. We zijn dan ook al vroeg op en om 8.30uur rijden we weg van de werf, op naar Lunenburg, een plaatsje met een oude stadskern die op de lijst van Unesco staat.

Daar zijn we redelijk op tijd, we rijden eerst naar het visitor centre. Het is bij een camping en daar staan een paar campers en caravan/trailers met uitschuifbare delen, dat zie je hier veel.

We krijgen in het visitor centre een plattegrond mee van het stadje en gaan op pad. Het is gelukkig droog met af en toe een klein miezertje. We lopen eerst naar de haven. Het is een grappig plaatsje met allemaal gekleurde houten huizen waarvan er veel al heel oud zijn, ergens uit 1800.

In de haven staat een echte Canadese schoolbus, de deuren open. We zijn zo brutaal dat we even een kijkje binnen nemen. Even later komt de chauffeur aangelopen. Hij is meer dan bereidt om ons het een en ander te vertellen. Het was ons al opgevallen dat als er een schoolbus stopt langs de kant van de weg dat zowel het verkeer achter de bus als voor de bus stopt, niemand passeert de bus.

De chauffeur laat zien dat als hij stopt om kinderen in of uit te laten stappen er aan de wegkant een stopbord tevoorschijn komt, voor- en achterop gaan er lichten knipperen en aan de voorkant zwenkt een arm uit zodat de kinderen niet te dicht voor de bus langslopen. Hij zit al 27 jaar op de bus en zegt dat er veel veranderd is.

Er mag geen lichamelijk contact zijn met de kinderen. Op de eerste banken zijn kinderen beneden een gewicht van 40 pond verplicht een gordel te dragen. Die mag hij niet omdoen, dat moeten de ouders doen als ze de kinderen in de bus brengen. Bij de school moet de leraar de gordel losmaken. Je zou per ongeluk ‘intieme’ delen aan kunnen aanraken, dat mag niet. Ik zei: Als zo’n leraar vergeet een kind los te maken zit die dus de hele dag in de bus. Hij moest er wel smakelijk om lachen.

Vroeger kon een kind nog wel eens een knuffel geven aan de chauffeur maar dat is er ook niet meer bij. Ook als een kind dreigt te vallen als het uitstapt mag de chauffeur het niet in zijn kladden grijpen om hem/haar overeind te houden, gewoon laten vallen dus. Nou, deze chauffeur doet daar niet aan mee, als een kind dreigt te vallen pakt-ie het gewoon vast. Even later rijdt-ie na een stevige toeter weg.

We lopen wat door de straten en komen uit bij St. John’s kerk. Het is een kerk helemaal van hout, zowel van binnen als van buiten. Het is een mooi gezicht en binnen erg sfeervol met al dat donkere hout en glas-in-lood ramen.

Dan lopen we naar het Knaut Rhuland huis, een museum. Het huis ingericht in de sfeer van 1793. Het is een symmetrisch huis, de kamers links en rechts van de gang zijn hetzelfde. Het enige wat anders is, in de 1e kamer rechts zitten geen ramen, die heeft een van de eigenaren eruit gehaald om een blinde muur te hebben. Het ziet er allemaal leuk uit en er lopen twee meisjes in klederdracht rond die het een en ander toelichten. In die tijd metselde men een schoen in de muur om de duivel uit huis te weren, het zit keurig achter glas.

Er zijn bij diverse huizen veel deurkozijnen aan de boven- en/of onderkant scheef, we weten niet waarom dit zo is, het valt ons wel op. Als we de ronde door het stadje gedaan hebben en terug lopen naar de campers breekt het wolkendek open en begint de zon stralend te schijnen, dat is lekker zeg. We kunnen zelfs buiten eten. We nemen het er even van en koesteren de zon op onze huid.

Daarna gaan we verder, er is een bakkerij in Lahave west waar ze volgens Heidi goed brood verkopen, en we zijn er weer aan toe. Zaterdag kan ik zelf pas weer brood bakken daar ik een nieuwe zuurdesemstarter moest maken, die kon ik niet meenemen van thuis. Een nieuwe zuurdesemstarter duurt 7 dagen voor die klaar is en ik kon het pas maken toen we de campers weer hadden.

Om van Lahave oost naar west te komen rij je zo’n 40km rond een inham of je kunt met de ferry overvaren wat dus die 40km scheelt. Vanuit Peggy’s Cove heeft het visitor centre voor ons gebeld of er ook campers op kunnen en dat kan.

Dus staan we voor de veerboot te wachten die aan de overkant ligt. Even later rijden we er op en na ons nog zo’n 8 auto’s, dus ruimte zat. Het kost CAN$ 7 dus prima te doen. Met onze campers, die je hier niet zo veel ziet, hebben we altijd wel aanspraak. Zo ook van een mevrouw die aan de overkant een galerie heeft. Ze heeft met een aantal vrouwen ooit eens 50 gouden tulpen gemaakt en die aangeboden aan het koninklijk echtpaar der Nederlanden in Den Haag. We worden uitgenodigd om haar galerie te bezoeken maar we willen verder.

Aan de overkant gaan we naar de bakker maar ze hebben geen zuurdesembrood. Dan maar een rogge-tarwe brood met nog wat andere biologische ingredienten, we doen het er mee.

Daarna pakken we de snelweg 103, we moeten ook wel wat afstand maken anders zijn we in oktober nog op Nova Scotia, haha. In Shag Harbour is in oktober 1967 een UFO waargenomen die in de oceaan gestort zou zijn. Hannie wil daar wel een kijkje nemen en daar we vandaag toch ergens moeten stoppen rijden we die kant op.

Onderweg stoppen we in Barrington bij de VVV, nog net op tijd voor sluitingstijd. De vrouw geeft aan dat het info centre over de UFO nu dicht is en morgen om 10uur weer open gaat. Dat wetende rijden we naar Cape Sable Island om een plekje voor de nacht te zoeken. Morgen zien we wel weer.

Donderdag 9 juni – Cape Sable Island – Onslow

Ondanks dat er gisteren een paar automobilisten aan het slippen waren op de parkeerplaats bleef het vannacht rustig. Om 8.15uur reden we weg, niet naar de UFO plek maar verder naar de andere kust van het eiland, langs de Fundy bay.

Gistermiddag werd het nog prachtig mooi weer, 25º als warmste temperatuur. Vanmorgen beginnen we met zon maar gaandeweg de dag wordt het bewolkt en dat blijft de rest van de dag zo.

We rijden aan de westkant van het eiland. Daar wonen voornamelijk Fransen, mensen die ooit door de Engelsen zijn verbannen en waarvan hun land was ingenomen. Later zijn ze terug gekeerd en hebben ze zich gevestigd aan de westkust waar ze weer een bestaan hebben opgebouwd. Het rammelt er van de kerkjes. Vroeger heerste er misschien armoe, tegenwoordig staan er best wel wat paleisjes tussen.

We stoppen onderweg bij een visitor centre om even te internetten. Zwager Paul gaat morgen voor een operatie naar het ziekenhuis, voor een nieuwe heup. Dus even een hart onder riem gestoken via Facetime.

We gaan naar de Bearriver farm om roggemeel te kopen om brood te kunnen bakken. We hebben in Halifax al een paar broden gekocht die door deze mensen zijn gemaakt. Als we ter plekke komen is het niet helemaal duidelijk waar het is. We proberen te keren op een pad maar lopen hopeloos vast met onze achterkant van de camper, ondanks dat we hem opgepompt hebben. Gelukkig is de man van het huis thuis en komt ons even helpen met wat planken, zodat we de achterkant op kunnen liften.

De boerderij blijkt aan de andere kant van de weg te zijn, hoog in de heuvels, je kunt het zien liggen. Maar volgens de buurman zijn ze niet thuis, vandaag verkopen ze hun brood in Halifax, verdorie, hij komt vanavond pas weer thuis. Daar kunnen we niet op wachten.

We gaan verder over weg nr. 1 richting Truro. Bij Truro kun je een ‘Tidal Bore’ zien, dat is een natuurverschijnsel waarbij twee getijden botsen met elkaar. Als het vloed wordt komt het water terug uit de zee terwijl het water uit de rivier nog die kant op stroomt. Dat geeft hevige kolken en meer. We hebben het jaren geleden ook gezien in Noorwegen, het is best indrukwekkend.

Je kunt het zien op Tidal Bore Road bij Truro: N45º22’18”, W63º19’19”. Toen wij er kwamen was het al te laat. Op het infohuisje bij de parking hangt een getijde tabel van heel 2016 en om 16.33uur was het al geschiedt. We komen hier waarschijnlijk nadat we op Cape Breton geweest zijn nog even terug, dan is het later in de ochtend.

We rijden naar de winkelstraat en gaan daar eten. Even internetten bij de McDonalds en daarna gaan we op zoek naar een plekje voor de nacht. Bij die winkels is het veel te druk, er is zelfs een winkel open tot middernacht. Morgen wordt er een nieuw bedieningspaneel verzonden naar het adres van Heidi, het zal eind volgende week aankomen.

Uiteindelijk belanden we achter een brandweerkazerne, nu maar hopen dat er in de omgeving geen brand uitbreekt. Welterusten.

Vrijdag 10 juni – Onslow – Wallace

We hebben een rustige nacht doorgebracht, geen brandjes vannacht. Vanmorgen miezerde het. We rijden naar de boerderij van ‘the Dutchman’s cheese’, van Willem. Hij maakt al 35 jaar Gouda kaas in Canada en dat lijkt ons wel wat, we verwachten dat het wel een gat in ons budget zal slaan.

We zijn er op tijd maar de winkel is al open. Je kunt door grote ramen een kijkje nemen in de kaasmakerij, er wordt druk gewerkt. Naast kaas is er van alles te koop, zoals: stroopwafels, Venco drop, speculaas brokken, Wilhelmina pepermunt, wybertjes, Bolletje Fries roggebrood, Delfts blauw en uiteraard klompen.

Willem kwam ook nog even kijken in de winkel maar we hebben hem niet lang gesproken, hij was een beetje afstandelijk, jammer. We hebben twee grote kazen gekocht, Hannie en Nanda eentje. En inderdaad, we moesten flink in de buidel, € 18,00 per kilo waar we in NL € 10,00 per kilo betalen, uiteraard afhankelijk van de leeftijd van de kaas. Maar we willen graag kaas, we zijn nu eenmaal Nederlanders.  😉

Na de kaas aankopen zijn we naar het noorden van het gebied gereden, daar woont een vriendin van Heidi. We hebben een leuke ontmoeting met haar gehad.

Nu staan we op de parking bij een visitor centre annex museum. Het museum gaat over de kreeften vangst en over de historie van Wallace, de plaats waar we nu zijn. Vanmiddag thee gedronken in de zon, heerlijk zo, die zon op onze huid.

Kreeften zijn normaal gesproken bruin van kleur maar af en toe worden er andere kleuren gevangen.
Blauw: 1 op de 2 miljoen
rood: 1 op de 10 miljoen
geel: 1 op de 30 miljoen
calico (katoen): 1 op de 30 miljoen
2 kleurig: 1 op de 50 miljoen
albino: 1 op de 100 miljoen
En het grappige is, als je die gekleurde kreeften kookt worden ze uiteindelijk rood, net als de normale bruine kreeft.

Zaterdag 11 juni – Wallace – St. Peters

We hebben wederom een rustige nacht gehad, als er een auto aankwam hoorde je die al van verre maar okay, dat weet je als je dichtbij een weg staat.

Vandaag gaan we naar Prince Edward Island (PEI) via de Confederation bridge. Een brug tussen New Brunswick en PEI, 14km lang, heeft 900 miljoen CAN$ gekost, ooooink…….

Onderweg in Pugwash nog even boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt waar Co op de parkeerplaats van een mevrouw hoort dat er ietsje verderop een farmers market is, waar een NL vrouw een kraampje heeft, José (ik dacht) Goudwind. We lopen naar de market en bij een kraampje kopen we aardbeienjam en eieren. De vrouw zegt in het Engels dat ze ook nog Dandelion Jelly heeft, ik vertaal voor Co dat dat gelei is van paardebloemen. Oh, zegt ze, jullie praten Nederlands, ik ook hoor. Blijkt het José te zijn. Ze is nu al 40 jaar in Canada wat je, zoals bij veel immigranten, kunt horen aan het Engelse accent. Ze gebruiken ook vaak Engelse woorden, niet meer wetend wat het in het NL is, grappig.

Via New Brunswick (andere provincie) rijden we naar de brug en zo’n 10 minuten later zijn we op het eiland. Eerst maar even de VVV bezoeken voor een wegenkaart. Dat is hier prima geregeld, kom je een provincie of regio binnen dan bezoek je het eerste het beste VVV en je bent van alle informatie voorzien en je wordt geholpen door vriendelijke mensen.

Op de parkeerplaats gaan we even eten en dan heb je altijd wel aanspraak van voorbijgangers. Ze willen allemaal weten waar je vandaan komt. Een NL immigrant zal ons nummerbord wel herkennen maar een Canadees niet. Ze zijn ook allemaal verrast als je vertelt dat de campers verscheept zijn van Europa naar Halifax. Hoe lang we dan wel niet rond gaan reizen, 4 a 5 maanden Canada, wow, amazing. Als we dan vertellen dat we dan ook nog naar de USA gaan…. what a dream trip, wow? Enjoy, have much fun, good trip, en zo meer, altijd leuk.

We stellen TomTom in op ‘kronkelen’ en gaan op pad. Het is een leuk eiland, erg groen en een golvend landschap met veel akker/landbouw. Het is vandaag prachtig weer, strak blauwe lucht met aan de randen van ons blikveld grote wolkenvelden, aan de kant van Nova Scotia, zal wel bij de zuidkust zijn……

In het noorden van het eiland belanden we bij een strand, het is in een Nationaal Park. Hannie is helemaal verontwaardigd, Dit is toch geen Nationaal Park, het rooit nergens op. Co stelt voor om een brief te schrijven, dat dit echt niet kan zo.

We gaan het strand op en lopen lekker een stukje door de branding. Terug bij de campers gaan we een stukje verder naar een ander strand om thee te drinken. Bij het eerste strand waren alle sanitaire voorzieningen gesloten en we hebben behoefte aan vers water. Bij het andere strand, Stanhope strand genaamd, is er wel water maar de kraan gaat zo langzaam, dat gaat uren duren.

We besluiten om bij een tankstation, na het volgooien met diesel, te vragen of we ook onze watertanks af kunnen toppen. Dat mag en even later gaan we ‘verzadigd’ op pad. Ingebracht eindpunt Greenwich, waar een nationaal park is, volgens het boekje ook een strand met duinen. Maar uiteindelijk ‘stranden’ we in St. Peters, 10km voor Greenwich.

Het is nog mooi weer dus willen we buiten zitten, maar we vluchten gauw naar binnen want het rammelt hier van de muggen. Even later ook in de camper, even te lang de deur open en het is feest. Maar wij zijn net zo bloeddorstig als deze beestjes dus er sneuvelen er heel wat tussen onze handen.

Morgen staat Charlottetown op het programma en Victoria, schijnt een aardig dorpje te zijn, en Tryon waar rode kliffen te bewonderen zijn, we gaan het allemaal zien.

Ga naar periode 6

Terug naar overzicht