2016 Canada 10 t/m 13 juli

USA/Canada/Mexico 2016/2017  –  periode 13: 10 juli – 13 juli

zondag 10 juli – Fort St. John – Fort Nelson

Wederom een rustige nacht achter de rug en zowaar, vanochtend schijnt direct de zon vanuit een blauwe lucht.

Wij slaan wat yoghurt in bij de Safeway supermarkt, de Walmart had niets, maar het scheel best wel veel met de Walmart. Bij de Walmart betaalden we tot twee Walmarts terug nog CAN$ 2,00, daarna was het CAN$ 2,67. Bij de Safeway kost dezelfde yoghurt CAN$ 4,29. We tanken ook nog even en dat is maar goed ook want verder langs de Alaska Highway werd het alleen maar duurder. In Fort St. John was het CAN$ 1,069 per liter, hier in Fort Nelson is het CAN$ 1,229, dieven zijn het.

Vandaag weinig te melden, we hebben langs de rand van het bos een mama hert met bambi gezien maar waren te laat met de camera. De route van Fort St. John naar Fort Nelson is ronduit saai te noemen, het enige leuke zijn de mooi wolken. Dat het een saaie route zou worden was ons gisteren al door een man verteld maar soms moet jezelf iets beleven om te zien of dat zo is, maar het was waar.

Gisteren had ik nog niet vermeld dat een caravan een klapband kreeg, hij kwam ons tegemoet en toen hij ons passeerde klonk er een harde knal, we schrokken ervan, waren we geraakt, gelukkig niet. Co zag in zijn spiegel dat hij een klapband had, pfffff. Nanda vertelde later dat ze hard in de rem moest omdat er een hert vlak voor hun camper overstak, het gevolg van die knal/klapband misschien, wie zal het zeggen.

Vandaag was het best wel warm, 29,5º. Bij aankomst in Fort Nelson gaan we gelijk in de schaduw van de campers zitten, veel te warm in de zon. Bij de VVV is er een sanistation, lozen water en vers water innemen. Vanavond weer lekker douchen en morgen vers water innemen.

Via Maps.me hebben we weer een leuk plekje gevonden, aan het einde van een doodlopende weg bij een picknickplek waar ook wandelingen beginnen. We na lange tijd weer eens een spelletje keezbord gedaan, 1-0 voor Co en Hannie. We hadden een primeur, we konden tijdens de 1e beurt geen van vieren een pion opzetten, hadden we nog niet eerder gehad. Is eigenlijk niet zo belangrijk maar vond het wel leuk om te melden.

‘s Avonds kwam er een mama hert met twee kleintjes langs, tenminste dat meldde Nanda, ik heb alleen het achterste hertje kunnen zien voordat het verdween in het bos.

maandag 11 juli – Fort Nelson – Muncho Lake, langs Alaska Hwy

Het was een rustig en stil plekje, ‘s ochtends was er alleen een eekhoorntje dat druk doende was. We hebben gisteren weer voor het eerst gegymd, Co en ik. Vanmorgen zijn we weer gestart met zijn viertjes, het is wel lekker, we zitten immers veel tijdens het reizen, lekker alle spiertjes los.

Nou, vandaag moet het dus gaan gebeuren, na Fort Nelson zou de route mooi worden, volgens de jongeman die we eergisteren gesproken hebben. En hij heeft geen woord gelogen, het is een prachtige route. Het komt langzaam op gang maar dan komen de bergen weer in zicht. De vele bomen blijven maar nu rijden we tussen de bergen door en af en toe langs een wild stromende rivier.

Ze zijn ook regelmatig met de weg bezig en dan moeten we stukken gravel rijden wat natuurlijk enorm stuift, vooral de auto’s met caravan rijden erg hard en zwiepen een complete stofwolk op.

In Toad River stoppen we om te eten. Co gaat even een ommetje maken en komt enthousiast terug, achter de camping waar we voor staan is een spiegelmeertje en er zijn veel vogels te zien en dus te fotograferen. Na het eten lopen we samen heen en voelen ons in de speeltuin. Even later komen Nanda en Hannie met hun stoelen erbij zitten en genieten mee via hun verrekijker.

Het rammelt er ook van de waterjuffers en libellen, goed voer voor de vele zwaluwen die nu aan het nestelen zijn. Er lopen steltlopertjes in de waterkant en ook een paar roodborstlijsters. Ze hebben de snavel vol met allerlei beestjes, tot kikkertjes aan toe, het is een leuk gezicht zoals ze bezig zijn om hun jongen te kunnen voeden.

We gaan weer verder en komen langs Summit Lake, maar dat is geen spektakel. We gaan gewoon verder. Onderweg komen we nog een paar bergschapen en mooses tegen, ook soms met jongen. Ze zijn duidelijk nog in de rui, de wintervacht moet er nog af, het is een ‘rabberig’ gezicht. Bij een van de mooses is het net of hij van die witte slobkousen draagt, zoals Dagobert Duck.

We wassen op dit soort dagen soms wel vier keer per dag ons voorraam, vanwege de vele muggen en andere grote beesten die zich te pletter vliegen op ons front. Na het eten hebben we het niet gedaan en we stoppen op een parkeerplaats langs een wilde rivier om even de ramen te doen. Dan zegt Co; zullen we de hele camper even doen, dat wil Nanda ook wel, dus even later zijn we alle vier druk aan het werk, vooral de voorkant behoeft wel wat boenwerk vanwege die muggen. Als alles spic en span is mogen we even uitrusten en genieten van het uitzicht.

Dan komen we bij Muncho Lake, een onwijs groen/blauw meer wat ook erg groot is. Muncho Lake betekent ook ‘groot meer’, dus het doet zijn naam eer aan. Bij een uitzichtpunt stoppen we voor een foto en blijkt het ook een plek te zijn die ik in Maps.me al had ingebracht. We parkeren de auto’s in een inham en besluiten om hier te blijven.

Dan begint het te regenen en licht te onweren en we rijden onze campers uit de inham vandaan, want het loopt wat af en de ondergrond is modderig. We willen niet het risico lopen dat we morgen niet weg kunnen komen na een nacht regen. Verder was het vandaag na een aarzelende start prachtig weer, tot 29º aan toe.

Een extra fotopagina laat je onze dag verder meebeleven.

dinsdag 12 juli – Muncho Lake – Watson Lake

We waren al vroeg wakker en vannacht waren er een paar vrachtwagens die langs denderden, ik had verwacht dat het ‘s nachts wel rustig zou zijn. Om 7.30uur rijden we al weg.

Vandaag vonden we de route niet zo geweldig, gisteren was het veel leuker, zelfs erg mooi. Maar vandaag zagen we veel wild. Het begon al snel met een mama beer en twee kleine beren in de bosrand, de kleine beren worden hier ‘cub’s’ genoemd. Maar zodra we gas terug nemen en stil gaan staan vluchten ze het bos in, jammer, de eerste keer dat we jonge beren zien.

Dan komen we een bizon tegen, eerder werd er al middels borden gewaarschuwd om voorzichtig te rijden want er kunnen bizon’s op de weg lopen, dat klopt dus.

Dan komen we aan bij Liard hotsprings, een warm water bron waar je kunt baden. Het kost CAN$ 5,00 per persoon(incl. parkeren) en je kunt er zolang in blijven als je wilt. We parkeren de auto’s en trekken onze zwemspullen aan onder onze kleding, bij het bad blijkt dat er kleedruimtes zijn. We lopen het water in dat bij de inlaat zo’n 50º is, waar je het bad inloopt is ca. in het midden van het hele bad. Links is er nog een apart bad dat via twee watervalletjes in verbinding staat met het 1e bad. In het 2e bad is het water minder warm en hoe verder je bij de inlaat vandaan zwemt hoe koeler het water wordt. In de winter kan dat zo’n 5º zijn, dan heb je dus tussen inlaat en verste punt een verschil van 45º.

Als we in het 1e bad richting de inlaat zwemmen wordt het al snel veel te heet. Het water wordt richting het 2e bad koeler omdat er op allerlei punten ook koel water in het bad komt. Je mag er geen shampoo, zonnebrand, muggenmelk of andere spullen gebruiken, ook geen biologisch afbreekbare. Er is een warmwater beestje, de Physella Wrighti, die op een plek op de aarde voorkomt en dat is hier in Liard hotsprings. Het is een verswater slakje zo groot als de vingernagel van je pink. Een slak kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, net hoe het uitkomt en het leeft 1 jaar. Shampoo e.d. zorgt voor een filmpje op het water en dan kunnen slakjes niet meer ademen, dan moeten ze een barrière doorbreken.

Het water is heerlijk en we verblijven er zo’n 1,5 uur voordat we rozig en voldaan terug lopen naar de campers. Het is pas 11 uur maar we hebben allemaal flinke trek en dan is de klok niet belangrijk. Coördinaten: N59º25’27”, W126º06’10”

Tegen 12uur rijden we verder. En dan zie ik in een flits een beer tussen de struiken, ieeeee in de rem. Ze zijn met z’n tweetjes en weten even niet wat ze met ons aanmoeten. Eerst lopen ze wat door en dan steken ze de weg open en verdwijnen aan de andere kant in de bosrand. We blijven nog even staan en zien ze verderop weer tevoorschijn komen. We keren om en rijden er heen. De jonge beer komt af en toe poolshoogte nemen en even later steken ze weer de weg over, nu verdwijnen ze echt in het bos. Het was erg leuk om te zien.

Dan stuiten we even later op een grote kudde bizons, met jonge kalfjes. Er staan al meerdere auto’s stil, er zijn meer mensen die dit leuk vinden. Een mannetjes bizon kan wel tot 1000kg wegen, ze slapen ‘s nachts op de weg en zijn heel moeilijk te zien in het donker omdat ze met hun kop naar beneden staan/liggen zodat er geen licht in de ogen weerkaatst. Verderop langs de route zien we regelmatig plat gras, een teken dat ze daar gelegen hebben.

Rond 17uur komen we aan in Watson Lake, we rijden naar de VVV om te internetten. Jullie hebben al 2 dagen niets meer van ons vernomen dus ik moet leesvoer en foto’s uploaden, anders krijgen we mot met onze lezers.

Voor de VVV zie je ruim 82000 bordjes van mensen over de hele wereld, het is grappig om te zien. Ik kan tijdens het rondlopen 2 bordjes ontdekken van Nederlanders, er zullen er vast meer zijn maar ik ga niet alle bordjes bekijken, dan ben je een dag bezig.

Om 20uur gaat de VVV dicht en is de wifi ook afgesloten, jammer. We gaan op zoek naar een slaapplek en vinden die achter een schoolgebouw. Morgen om 8uur gaat de VVV weer open, dan zijn we weer present om nog wat dingetjes op te zoeken voor onze verdere reis naar Alaska.

Zie voor de rest van de foto’s op de extra fotopagina bij 12 juli.

woensdag 13 juli – Watson Lake – Whitehorse

Het was een rustige plek naast de school, het is ook nog vakantietijd dus geen kinderen om ons heen en we stonden vanmorgen in de schaduw van het gebouw dus we voelden ons geen gekookt eitje.

Om 8 uur zijn we bij de VVV voor internet alleen lukte het Hannie en Nanda niet om hun site te uploaden, jammer. Misschien vanavond bij de Walmart in Whitehorse.

We gaan weer op pad, langs bloeiende bermen en weer heel veel bomen. Dat is dus Canada, veel bomen, maar het zijn de longen van moeder aarde dus erg belangrijk. Na 1,5 uur rijden wordt het landschap weer iets aantrekkelijker, bergen in zicht en af en toe een meer. Ook zijn er een paar stukken met gravel op de weg waardoor we weer veel stof opwaaien, arme Nanda en Hannie achter ons.

Als we gaan lunchen is dat op een plek waar 2 mensen in de rivier aan het vliegvissen zijn, een grappig gezicht.

Aan de rand van de Canol Road drinken we een beker kefir. Er staan een paar oude auto’s, die zijn al heel oud van 1942 om precies te zijn. Toen zijn ze de Canol Road gaan aanleggen, 226km onverhard naar Ross River aan de Campbell Highway. Die weg hadden we nog in gedachten vanaf Watson Lake maar dan moesten we 440km gravel rijden, die bewaren we voor een andere keer, we hadden er nu niet zoveel zin in. Maar langs de Canol Road staan als het goed is diverse relikwieën en het verzoek is om ze met rust te laten.

Canol is een afkorting van Candian Oil. Langs deze weg is een pijplijn aangelegd om olie uit de North West Territories te vervoeren naar Whitehorse. Eerst werd het verscheept maar nadat de Japanners op de Aleoeten en men was bang dat de olie niet veilig aan zou komen waar het moest aan komen. Het project werd geschat op US$ 30 miljoen maar kostte uiteindelijk US$ 134 miljoen. De kosten van een vat Canol olie was 4x hoger dan de wereldprijs. De Canol pijplijn werd in 1944 gesloten, binnen het jaar nadat er in Whitehorse een raffinaderij geopend was. Foutje, bedankt.

Tijdens de aanleg van de Alaska Highway (8 maanden) moesten er 8000 rivieren, kreken en andere watertjes oversteekbaar gemaakt worden. Dit ging middels bruggen, drijvende pontons en schragen. De bouwers vochten met ijs, vloedwater en drijfhout dat de structuren schuurde, erop vastliep en ook wegvaagde. Alleen al in 1942 gingen er door hevige regenval (waardoor er overvloedige rivieren waren) 133 bruggen verloren gingen.

De Teslin brug, zie foto, is een van drie permanente stalen bruggen in de Alaska Highway, door Amerikaanse ingenieurs. Het was de tweede hoogste brug en het kwam gereed in 1944 en kostte toen $1.200.000, dat is voor die tijd al ontzettend veel geld.

Een grote hoeveelheid werknemers, cement, I-balken en spanten, bulldozers en kamp apparatuur werd verscheept van Skagway en per trein verder vervoerd naar Whitehorse. Vanaf Whitehorse, duwden drie sternwheelers (raderboten) elk een binnenschip, reisden over de Yukon River en de Teslin rivier tot aan de plek waar de brug gebouwd ging worden. Elke boot heeft negen keer heen en weer gevaren om de apparatuur en de werknemers die nodig waren om de Teslin River Bridge te bouwen over te varen.

Als je dit soort details leest op de borden dan roept dat enorme bewondering op voor al die mensen die in 8 maanden tijd zo’n weg hebben gebouwd. Onder extreme temperaturen, met onvoldoende goede kleding en meer problemen om mee te dealen.

Teslin is het eindpunt van de zalm migratie. De Chinook zalm komt tussen mei en juli vanuit de Bering zee de Yukon rivier ingezwommen en komt rond eind augustus aan in Teslin, dan hebben ze 2970km constant stroomopwaarts gezwommen, poeh he, doe ik ze niet na hoor. Tijdens deze toch voeden ze zichzelf niet, ze teren volledig op hun vetreserves.

De zalmen houden ervan om in grote rivieren of stromen met schone rotsige bodems te paaien. Het diepe, snelle water levert veel zuurstof op voor de eitjes. Het vrouwtje laat de eieren los en het mannetje bevrucht ze. Een Chinook zalm paar kan ca. 5000 eieren produceren. Na het paaien sterven de ouders en hun rottende lichamen geven voedingsstoffen af voor kleine waterdieren. Tegen de tijd dat de eitjes kleine visjes geworden zijn voeden die visjes zich met de kleine waterdieren, zo voeden de ouders toch nog hun kinderen.

Als de zalm visjes 1 jaar zijn zwemmen ze naar de Bering Zee. De ouders voeden op deze manier niet alleen hun kindervisjes maar ze zijn onderweg ook voer voor Grizzly beren, grijze wolven en nog 135 andere dieren. Ook planten en bomen profiteren van de zalmtrek, door de poep van de deelnemers aan dit rijke buffet.

Een Yukon Chinook zalm leeft 2 tot 6 jaar in de oceaan. Daar voedt het zich met inktvis, garnalen en kleine vis, daardoor groeiend en zichzelf aan het klaarmaken voor de lange reis terug naar huis.

Maar de zalm wordt bedreigd en er zijn beduidend minder zalmen dan vroeger. Dit komt door vervuiling van het water, door minder plantengroei stroomopwaarts en het ontbreken van schoon, koud water. De vermindering komt ook door commerciële visserij, mede doordat ze bijvangst zijn in netten.

Vroeger zagen de rivieren rood van de vele zalm en bij wijze van spreken kon je over de ruggen van de zalm naar de andere kant van de rivier lopen. Misschien een beetje overdreven maar het geeft het verschil aan met nu. In 1993 is er een stop geweest van 2 dagen met het conserveren van vis, dit om de vissen gelegenheid te geven om te paaien. In 2010 werd er, voor het eerst in de historie, zelfs besloten om een jaar niet te vissen.

Nu kweekt men wereldwijd zalm en visbassins, maar dit is ongezonde vis. Ze worden gevoed en vet gemest met verkeerde dingen, dat wil je niet in je lijf krijgen.

Ze doen hier trouwens niet wat ze beloven, we zien aldoor borden langs de weg staan waarop gewaarschuwd wordt voor mooses en je mag niet op Bighorn schapen jagen maar we zien geen van deze dieren. We zien ook geen beren op de weg, jammer.

Rond 17uur komen we aan bij de Walmart in Whitehorse. Het is er hartstikke druk met campers en caravans. Trouwens, onderweg komen we meer campers en caravans tegen dan ‘normale’ auto’s. Ook worden we regelmatig ingehaald door grote slagschepen met daarachter nog een auto. En dan doen ze in sommige Europese landen moeilijk over het vervoeren van een auto achter je camper middels een triangel.

Ga naar periode 14

Terug naar overzicht