
Marokko 2014-2015 – periode 10 : 22 december – 24 december
maandag 22 december – Tifnit – Sidi Ifni
Het was, ondanks de rollende golven en daardoor een constant geluid/ruis, een rustige plek om te overnachten. ‘s Ochtends kleuren de wolken rood door de opkomende zon. Als we langs de kust naar de N1 rijden zijn ze op het strand al volop aan het werk, schaaldieren en wieren verzamelen en er wordt ook al gevist vanaf de kant.

We gaan naar Aglou, want daar is op maandag markt zegt onze kaart, er staat Tnine bij de naam Aglou. Onderweg is er weer van alles te zien, wat opvalt is dat de vrouwen heel kleurig gekleed zijn maar wel helemaal gesluierd, alleen de ogen zijn vrij.

Nu komen we onderweg af en toe de gevolgen tegen van de vele regen, aan de kant van de weg liggen bergen opzij geschoven grond en zand. En bij kruisingen met rivieren zie je ook dat het water heeft huisgehouden. Op een plek daar is zelfs een nieuwe doorgang gemaakt, provisorisch.

Onderweg nemen we een lifter mee, alleen spreekt deze man amper een woordje Frans, nog minder dan ons. Dus het zijn lange 24kilometers. Als we in Aglou aankomen wil hij er daar wel uit. We vragen waar de souk is maar er is geen souk, dan moeten we in Tiznit zijn.
Dan rijden we maar door naar Aglou Plage, daar is een camperplek bij een boerderij, lijkt ons wel leuk. Maar als we ter plekke aankomen spreekt het ons totaal niet aan.

We besluiten door te rijden naar Legzira, daar is een camperplek en daar zijn arcades in zee te zien, twee vliegen in een klap. Trouwens vliegen zijn er ook wel genoeg op dit moment, Nanda zit met de vliegenmepper buiten om ze van zich af te slaan, letterlijk en figuurlijk. Arme Nanda.
De camperplek bij Legzira is niet te bereiken, de opgang er naar toe is door de vele regen onbegaanbaar en het ziet er verderop ook niet aantrekkelijk uit. Als we zo de boel staan te bekijken stopt er een auto en de man weet ons in het Duits uit te leggen dat er verderop, vlak voor een slagboom een piste naar beneden gaat, naar het strand. We gaan de weg op en parkeren de auto’s zo’n 150 meter voor de slagboom in een inham. We lopen naar de slagboom en de man achter de slagboom en honden zegt dat we bij hem kunnen parkeren want daar op de weg mag het niet. We kunnen er ook overnachten maar hij vraagt 70DH per nacht per camper, dat vinden we te duur, zonder faciliteiten. We proberen een prijs te bedingen van 40DH voor twee campers maar daar trapt hij niet in. We gaan toch even een kijkje nemen en moeten dan langs de twee honden die hun tanden ontbloten en nijdig blaffen, gelukkig zijn hun kettingen kort genoeg dat ze niet bij ons kunnen maar een pretje is het niet. De camping wordt in ieder geval wel goed bewaakt.
Aan het einde van zijn ‘camping’ is een hek en daar gaan we doorheen, een steile lange trap af en we staan op het strand. Ons wordt de weg gewezen naar de arcades want vanaf het strand is niet te zien welke kant we op moeten. We moeten om een grote in zee staande rotswand heen maar het water komt met elke golfslag tot aan die wand. Maar als we zo staan te kijken is het af en toe wel te doen, mits we goed timen. En dat gaat wel goed, het is voorzichtig lopen want het zijn grove kiezels tot keitjes waar je overheen loopt.

Dan zien we een arcade, er moeten er vier zijn en als het eb is kun je verder het strand oplopen naar het water toe en dan moet je als het goed is vier arcades in één keer kunnen zien.
We lopen naar de arcade en willen er onder door. Een jongen is ons voorgegaan dus het moet kunnen. Ook hier is het weer een kwestie van timen. Het lukt en we staan onder de arcade te wachten tot we weer verder kunnen.
Als we eronder uit komen is er onder de overhangende rotswand een grot waar van alles is opgesteld, zelfs een schedel met een helm op. Verder op het strand ligt een kadaver van een dier te rotten en te stinken, zal wel naar beneden gevallen zijn. We zien nog een tweede boog maar besluiten dan om terug te keren.

Het begint eb te worden dus de golven komen niet zover meer, maar toch lopen wij drie vrouwen het op en krijgen natte voeten, het is maar water moet je maar denken.

Als we bij de campers zijn overleggen we met elkaar waar we heen gaan, over 10km er is een camping in Sidi Ifni, camping El Barco, daar gaan we heen. Bij Sidi Ifni kun je zien dat ook hier de regen flink heeft huisgehouden. In de hoek bij camping El Barco zijn eigenlijk drie campings: camping Sidi Ifni, camping Gran Canaria en El Barco. Van de eerste twee campings staan alleen nog de poorten overeind, daarachter is alles weggespoeld. Wat vervelend voor de mensen, het seizoen komt er aan, zie dan alles maar weer op de rit te krijgen.

We zitten trouwens hier in Sidi Ifni op de hoogte van de Canarische eilanden, om precies te zijn op de hoogte van Lanzarote.
We kunnen nog even lekker in het zonnetje zitten, morgen gaan we het stadje bezoeken. Ook eerst even lekker een hete douche gepakt, en die is heerlijk, het sanitair is ook oké en goed schoon. ‘s Avonds blijkt dat ik ‘s middags mijn enkel heb verstuikt, hij is behoorlijk dik en gevoelig. Eens kijken hoe dat er morgen uit ziet.

dinsdag 23 december – Sidi Ifni
Vanmorgen was de zwelling op mijn enkel al een stuk minder dus zijn we naar het centrum van Sidi Ifni gelopen. De camping ligt onderaan bij het strand en daar is alles naar toe gespoeld, op het strand liggen dan ook allemaal dode planten en ander afval. Ook is de boulevard voor een deel weg geslagen, de deuren van een gebouw komen uit op een ‘afgrond’. Achter de poorten van de twee andere campings is een grote leegte.

We zijn niet zo gauw negatief en misschien waren we niet op het juiste tijdstip in het stadje maar het deed allemaal erg treurig en verlaten aan. De huizen hebben dringend een verfje nodig en er ligt overal vuil op de straat en stoep, niet zo gezellig dus. We doen onze inkopen en gaan weer terug.

We kijken ondertussen ook uit naar een garage want de linker achterband van de camper van Nanda en Hannie staat niet op spanning, lek of niet, het zal blijken. Maar we zien geen garage. We lopen over de boulevard en kijken dan boven op de camping, leuk gezicht en het valt ons op dat ons dak erg ‘vol’ is en dan vooral met dakluiken.
Als we op de camping komen gaan we betalen omdat we verder willen rijden. Maar eerst moet die band heel. Bij de receptie probeer ik in mijn beste Frans het duidelijk te maken, dan neemt Nanda het over. Ze maakt een rond gebaar en slaat dan met een klap op de ‘band’ pats. Het is ‘één klap’ duidelijk en er is ‘toevallig’ een mannetje op het terrein die dat zou kunnen fixen. Het mannetje duikt onder de camper en geeft aan dat de remblokjes ook niet helemaal jofel meer zijn. De band wordt gewisseld met de reserveband en dan gaan Co en Nanda naar de garage. Ze zijn er niet bij maar even later komt de band vol weer terug, of-ie nu lek is/was, we weten het niet. De remblokjes zouden helemaal uit Agadir moeten komen en dat zou dan drie dagen moeten duren, of langer, Insjallah. Dat willen we niet dan kijken we wel verder.

Naast de garage is een timmerbedrijfje. Nanda mailt mij vanaf haar telefoon of ik een fotootje toe wil sturen van hun opstapje, die hebben ze laten staan in Moulay Bousselham. Morgen om 10uur kunnen we het opstapje ophalen. Dus we blijven nog een nachtje.

We installeren ons weer in het zonnetje en genieten de rest van de middag met puzzelen, borduren (Hannie) en thee drinken, hoe goed kan het leven zijn.

woensdag 24 december – Sidi Ifni -Tiznit
Om 10uur kunnen we het opstapje voor Hannie en Nanda hun camper ophalen en het klopt precies hoor, om 12uur rijden we weg. Huh ja, en die tussentijd dan, wat is er allemaal gebeurt. Laat ik bij het begin beginnen.
Een dag met hoogte- en dieptepunten. Om 10 uur kunnen we dus het opstapje ophalen voor Hannie en Nanda. We gaan op tijd van de camping weg en rijden via coordinaten naar de timmerman. Er is een stoplicht dat op rood staat, als het op groen gaat slaat Nanda linksaf een straat in maar dan moet ze eerst over een hoge hobbel heen. Co zegt dat is niet de juiste weg maar Nanda gaat al en gaat heel langzaam en voorzichtig over de hobbel heen. Ze blokkeert de andere helft van de weg. Op dat moment komt er links naast ons een rode auto van een of andere ‘securite dus stonden we twee rijen dik te wachten tot Nanda verder ging. Wij gingen rechtdoor want over die hobbel konden wij niet met onze camper. Maar omdat we moesten wachten was het stoplicht onder tussen weer op rood gegaan maar dat zagen we niet meer omdat we er voorbij stonden. Dus staken we het kruispunt over om verder op even langs de kant van de weg te parkeren. Daar stond een agent midden op de weg die naar ons toe kwam lopen en vertelde dat we door rood waren gereden. Wij zeiden natuurlijk dat dat niet het geval was maar hij hield voet bij stuk omdat de auto’s die van rechts kwamen waren aangevangen met rijden, dat was voor hem een teken dat hun stoplicht op groen stond. Ik moest mijn rijbewijs en de autopapieren overhandigen, die natuurlijk net in onze kluis lagen. Verdorie.
We probeerden in ons beste Frans/Engels/Nederlands uit te leggen hoe het allemaal had kunnen gebeuren en dat het licht toch echt op groen stond maar dat we moesten wachten op onze reisgezellen. Niets mee te maken, rood is rood, en dat moest 700DH/€ 63,00 kosten. Ik zei, nee dat gaan we niet betalen. Hij riep meteen hulp op, die al snel door een auto werd afgezet op de plaats delict. Gelukkig sprak deze man wel een beetje Engels en deden we nog een keer ons verhaal. Co was ondertussen naar Nanda gelopen, die net weer aan kwamen rijden, en zei tegen Nanda ‘je moet even ons helpen en het aandikken dat we samen reizen en dat we jullie niet konden waarschuwen omdat jullie ons niet kunnen horen’. Maar het was gelukkig al niet meer nodig want ik kreeg de papieren terug en ze streken met hun hand over het hart, pffff. We bedankten ze natuurlijk hartelijk voor het niet bekeuren, je moet ‘mon ami’, toch te vriend houden.
Toen hebben we de campers maar op een groot terrein neer gezet en zijn we lopend op zoek gegaan naar de timmerman. En dan lijken alle straten op elkaar. Opeens zien Co en Nanda de man staan in een ander bedrijf dan waar ze hem gisteren hadden achtergelaten, blijkt dat hij in dit bedrijf de machines mocht gebruiken en daarom was hij hier, dat heeft zo moeten zijn zeggen we dan maar.
Het opstapje is nog niet gereed, sterker nog, het moet helemaal nog gemaakt worden. Nanda en ik halen onze campers op dan hebben we alles live present. Het is hier een beetje vreemd geregeld met de verkeerslichten, op de doorgaande weg staan ze wel maar in de zijstraten niet, dus hoe die lichten nu reageren, gewoon voor de kat zijn viool denk ik. Je moet het als je in zo’n zijstraat staat zelf maar bekijken wanneer je de weg op kunt draaien.
We parkeren de campers bij het timmerbedrijf en Co en ik gaan even geld wisselen bij een bank twee straten terug. Als we terug komen is Nanda aan het gebaren met haar hand bij haar hart, zo van keboenk-keboenk,keboenk. Toen we aankwamen met de campers hebben we ze aan de linkerkant van de weg geparkeerd op de daarvoor bestemde plek. Maar nu blijkt dat als je aan komt rijden je rechts moet parkeren, niet tegen het verkeer in. Dat kregen ze te horen van de timmerman, gelukkig was de politie nog niet langs geweest, alweer pffffff.
Hannie wil, omdat het nog even gaat duren, wel eventjes door het plaatsje wandelen maar niet in haar eentje, dan ga ik wel mee hoor. Fotografisch gezien is het wel een fotogeniek plaatsje maar het ziet er wel erg armoedig uit allemaal. Maar ja, als de portemonnee leeg is kun je je huis niet schilderen natuurlijk.


Maar uiteindelijk is het opstapje klaar en rijden we om 12uur weg. En het moet gezegd worden: het opstapje is vakwerk en zit heel gedegen in elkaar, het is geen frutselwerk.
We willen naar Guelmim en draaien rechtsaf de N12 op om na 200 meter stil te komen staan, er liggen bergen aarde en puin op de weg, daar kunnen we niet langs. We hadden het op de camping gevraagd en de receptionist gaf aan dat het met de camper niet mogelijk was die weg te rijden, we moesten via Tiznit. Maar ja, wij zijn eigenwijs, we hebben wel vaker gehoord dat iets met een camper niet begaanbaar is en dan valt het hartstikke mee. Maar dit gaat hem niet worden dus, de weg is verderop gewoon weg. Er komt een mannetje aanlopen vanaf die kant en Co gaat eventjes vragen. Op die plek kwam het onheil van twee kanten, van boven vanaf de berg alle prut, puin en planten en door de rivier het onstuimige water wat ook van alles met zich meesleurde, zo ook de weg. En het gebeurde allemaal ‘s nachts.
Co gaat na het eten even een stukje de weg op en heeft het vastgelegd. Dat gaat een hele tijd duren voordat die weg weer bereden kan worden.

Dan toch maar naar Tiznit via Sahel, de R104. Ook daar zijn bij kruisingen met rivieren de wegen weg geslagen. Het is allemaal provisorisch gemaakt en op een plek zijn ze nu een nieuwe brug aan het bouwen met dikke betonnen pilaren. Het is wel een bijzonder mooie omgeving waar we doorrijden met heel veel cactussen en groene hellingen. De regen heeft wel gezorgd dat de planten goed vooruit kunnen, erg mooi.

In Tiznit gaan we naar een ‘gedoogplek’ tegenover de camping Municipal International. Daar is bij een supermarktje een braak liggend terreintje waar we twee jaar geleden werden weggestuurd. Hannie en Nanda hebben hier tijdens hun vorige reis twee nachten gestaan en als we er aankomen staat daar een Fransman die we ook in Tifnit hebben aangetroffen. Hij staat hier al twee nachten zonder problemen, dus we gaan het gewoon proberen.
En dan volgt er ‘het’ hoogtepunt van de dag: de officiele opening/inhuldiging van het opstapje. Nanda heeft de eer om het lint c.q. handdoek door te knippen want Hannie is immers de fotograaf die het officiële feit vastlegt op de gevoelige plaat.

We drinken een kopje thee en gaan dan het stadje in, ik vraag aan Hannie en Nanda of ze al bekomen zijn van de plechtigheid en ze zijn helemaal tot rust gekomen. Het is er nog rustig, we slaan wat groente, fruit en pinda’s in en lopen terug naar de campers. Even later lopen we weer terug het stadje in waar het nu een stuk drukker is geworden, de mensen komen allemaal op straat, gezellig hoor.

We zoeken een naaistertje op, Co wil zijn spijkerbroek in laten nemen in de taille, volgens Nanda moet-ie gewoon meer eten zodat-ie dan de broek weer past. En ik wil een broek korter laten maken, die heb ik al jaren maar kon die alleen met hele hoge hakken dragen. En tegenwoordig draag ik platte schoenen. De mevrouw wil het wel doen en het is vrijdag eind van de middag klaar, kosten 30DH. Nanda moest haar mond helemaal met haar hand dichtdoen want die viel van verbazing open.


We lopen nog wat door de medina waar het gezellig druk is en lopen dan naar de campers om te gaan eten.
Zo rond 19uur rijdt er een wagen van de securité langs de campers dus we verwachten elk moment een klop op de deur, maar even later rijden ze weer verder. We zien het wel, als we weg moeten dan is camping Assllaf 1,5km verderop.

ga naar periode 11
terug naar overzicht