
Marokko 2014-2015 – periode 30: 10 maart – 12 maart
dinsdag 10 maart – Sefrou – Outat el Haj
Deze dag staat in het teken van de Marokkaanse gastvrijheid, we begonnen de dag ermee en we eindigden de dag ermee. Maar eerst is er een mooie zonsopkomst, gefotografeerd door Co.

We waren ons aan het klaar maken om te vertrekken toen een mevrouw Co aansprak, Co vroeg aan mij of ze van ‘hier’ is, ik antwoord: ze komt net aanlopen. Een Babylonische spraakverwarring. Hierdoor dacht Co dat ze van de camping is en hij vroeg haar waarom de camping niet open is. Er schijnt een probleem te zijn en dat zij, Insjallah, volgend jaar de camping hoopt te runnen. Toen vroeg ze of we thee willen drinken bij haar, waarop Co ja zei. Blijkt dat de mevrouw niet van de camping is maar in de straat woont net buiten de camping poort. Hannie, Nanda en ik hebben eigenlijk niet zo’n zin om thee te drinken en het is niet helemaal duidelijk of we nu werkelijk worden verwacht omdat de mevrouw weg is gelopen. Dus we starten de motoren en rijden het terrein af. Dan staat ze daar in de straat en ze zegt: ik heb thee gemaakt en nu gaan jullie weg waarop wij antwoorden, nee hoor, we parkeren de campers hier zodat we straks zo weer verder kunnen, pfffff.
We gaan naar binnen en komen in een verrassend grote ruimte, heel mooi betegeld. In de ruimte naast de zitkamer ligt nog iemand te slapen, later blijkt dat dit haar man is. Er komt thee op tafel en er wordt een ‘petit dejeuner’ (ontbijt) voor ons uitgestald. Kakelvers stokbrood met echte boter, olijfolie, smeerkaas, honing, croissants en eigen gemaakte chocolade/amandel koekjes. Met de uitnodiging om vooral goed toe te tasten en dat doen we, het smaakt allemaal erg lekker.

Als we eten en drinken komt er een vrouw uit een kamer te voorschijn, en even later nog twee vrouwen. De een is een zuster van onze gastvrouw en haar dochter. Er lopen nog twee jonge meisjes rond die de opdrachten uitvoeren die onze gastvrouw ze geeft, ze zijn dus in dienst van….. Maar ze hebben in ieder geval werk.
En natuurlijk komt de vraag hoe de relatie is tussen ons vieren. Co en ik zijn dus getrouwd en net als dat wij in Marokko 3, soms 4 kinderen hebben, zijn Hannie en Nanda in Marokko zusjes van elkaar. 😉 Onze gastvrouw en haar zus vinden ook wel dat Hannie en Nanda op elkaar lijken, dezelfde ogen en hetzelfde wipneusje. Als we het er later onderweg over hebben moeten we er nog smakelijk om lachen, ze zeggen dat als mensen langere tijd met elkaar omgaan dat ze op elkaar gaan lijken, misschien zit er een kern van waarheid in.
Onze gastvrouw is een vermogende vrouw, ze heeft in Sefrou een groot, goed ingericht huis en een nog groter huis in Fes, ze verteld het vol trots. En natuurlijk heeft ze, net als vele andere Marokkanen, familie in NL wonen, op Texel en in Den Haag. Ze spreken Frans en met onze talenknobbel en handen en voeten kunnen we toch een aardig gesprek voeren met elkaar. In ieder geval mogen we, als we een volgende keer terug komen, bij hun logeren, aardig he? Haar man heeft de hele tijd liggen ‘slapen’, kan het me niet voorstellen met 6 pratende mensen en andere mensen die in en uit lopen, maar misschien had hij geen zin in visite.
Dan rijden we uiteindelijk toch weg en gaan verder richting het zuiden. Onderweg bij een waterpunt nemen Hannie en Nanda nog wat water in. Er zijn drie vrouwen aan het water tanken, ze hebben tien ezeltjes helemaal vol geladen met flessen water. Ze moeten waarschijnlijk een eind lopen voor water dus dan haal je zoveel mogelijk, logisch.
Verderop komen we langs uien opslagplaatsen. Er zijn lange rijen met stenen gestapeld, daar worden de uien opgelegd en daarover heen komt stro en dan daarop weer plastic. Door de gestapelde stenen komt frisse lucht bij de uien en zo blijft alles vers totdat ze nodig zijn voor gebruik of verkoop.

We slaan linksaf naar de P5016 en bij de eerste de beste uien opslagplaats zetten we de campers aan de kant en gaan een kijkje nemen. Er is een man aan het werk met een ploeg en hij zet de ‘motor’ (lees: ezeltjes) uit en komt naar ons toe. We vragen wat uitleg over de uien opslagplaats en hij laat het vol trots zien. Nanda wil wel een kilo uien kopen, het kost 2DH. Als ze geld heeft gehaald pakt hij een kilo uien bij elkaar maar wil geen geld hebben. Nee, hij krijgt het toch van Nanda, voor niets gaat de zon op.


Co gaat nog even bij de ploeg kijken, het is zelf gemaakt en heeft een stalen punt. De ezeltjes zijn de ‘motor’ en je ziet dat ze er flink voor aan het werk moeten, het is harde grond. Heel verrassend voelen de uien koel aan, maar dat komt dus door de beluchting van onderaf door de stenen. Een ingenieus systeem.
De P5016 gaat bij Skoura over in de P5105 en daar is de weg gedurende 6km behoorlijk slecht, maar langzaam aan rijdend is het nog wel te doen. We rijden door een mooie omgeving met een aantal dorpjes met veel mensen bij de huizen en op straat. Je merkt gewoon dat hier maar weinig campers langs komen, ze staan allemaal even stil om ons na te kijken. Ze reageren wel allemaal vriendelijk op ons zwaaien en bonjour. Doordat de route nogal slingerend door het landschap gaat zien ze ons vaak al van ver komen, dus wij zien ze van ver ook al staan te kijken, grappig hoor. We kijken en worden bekeken, helemaal niet erg, we zijn allemaal nieuwsgierig naar elkaar.

Tijdens deze route komen we voor het eerst twee gemetselde moskeeën tegen, nog nooit gezien, heel apart en erg mooi. Verderop wordt het landschap weer anders, roodbruin gekleurde struiken die het landschap weer een ander aanzicht geven. Wat is Marokko toch mooi en apart.
Bij Boulemane rijden we weer de R503 op en als we eventjes stil staan om te kijken welke weg we naar het oosten nemen stopt er een Marokkaanse auto en de jonge, goed geklede bestuurder komt naar ons toegelopen met een ‘goedemorgen’. Hij heeft aan de Erasmus universiteit in Rotterdam een studie rechten gestudeerd en nu is hij hier in Marokko een rechter. Co zegt gelijk: we hebben niets verkeerds gedaan hoor, hij moet wel lachen. Hij heeft al tien jaar geen Nederlands gesproken en verontschuldigd zich. Maar wij zeggen dat hij nog prima Nederlands spreekt. Hij was gestopt omdat hij onze gele, Nederlandse nummerborden zag. Even later neemt hij afscheid en wenst ons een goede reis en een plezierig verblijf in Marokko.
We draaien de P5108 op richting Missour. We komen door weer een ander landschap, Marokko blijft ons verbazen. We rijden op een groot plateau en het ziet er een beetje uit als in het zuiden, de woestijn richting Mhamid. Dan komen we door een maanlandschap, Hannie noemde het de Grand Canyon zoals in Amerika. Het is prachtig allemachtig met grillig gevormde rotsen.

Volgens het boekje van Edith Kohlbach kun je in Missour bij een hotel op de parkeerplaats staan, er staat geen prijs bij. We gaan er naartoe en kunnen er inderdaad parkeren. Als Nanda en ik naar binnen lopen om te betalen voor een nacht wordt ons verteld dat het 100DH per camper kost. Dat gaat hem dus niet worden he, veel te duur voor alleen een parkeerplaats. We vertrekken subiet. Missour zelf spreekt ons totaal niet aan, het ziet er sjofel en rommelig uit met donkere mensen, geen negers maar zoals je ze in het Rifgebergte ziet bij K’tama, een hard Arabisch uiterlijk, niet de vriendelijke gezichten die we de laatste dagen gezien hebben, we gaan dus de N15 weer op.
De eerstvolgende plaats is 50km verder maar het is over de N15 dus het rijdt snel aan. Ik kijk ondertussen op de TomTom wat er mogelijk is in de omgeving van Outat el Haj. Er gaat noordelijk een kleine weg die evenwijdig loopt aan onze route dus daar gaan we heen en dan zien we wel.
In Outat el Haj is het heel druk op straat, we zien dat er net een marktje op zijn einde loopt. Overal zitten mannen op terrasjes ‘thee’ te drinken en bij de winkeltjes is het druk. Ook hier komen denk ik nooit campers want ze kijken of ze water zien branden.
We rijden het stadje uit de kleine weg op en na ca. 500 meter is er een klein plateautje bij twee huizen waar we de campers op neer zetten. Er komt een man aangelopen die op het landje aan het werk was. Co loopt naar hem toe en vraagt of we hier mogen staan om te overnachten. Het is totaal geen probleem en hij zegt dat het hier ‘s nachts ‘tranquil’/rustig is. Hij spreekt Frans en verstaat wel een beetje Engels maar spreekt het niet.
We worden uitgenodigd om thee te komen drinken. Maar we gaan eerst eten en we spreken af dat we 19.30uur Marokkaanse tijd thee komen drinken.
Het is al donker als we naar het huis toe gaan, aarde donker, er is geen maan maar wel miljoenen sterren in de lucht, een pracht gezicht. We worden tegemoet gelopen door onze gastheer en hij brengt ons naar het huis. In huis is het ook donker alleen in de ‘zitkamer’ heeft hij een gaslamp aangestoken. Er is geen elektriciteit in het huis. Hij heeft 12 zonnepanelen op het dak staan maar die worden gebruikt voor de waterpomp. Het is een pomp die water oppompt uit de grond en dat wordt gebruikt om de pas geplante olijfbomen van vocht te voorzien. Ze zijn dit jaar geplant en het duurt ca. 4 jaar voordat ze ‘volwassen’ zijn. Zelf werkt hij niet maar zijn broer wel, in de huizenbouw en die zorgt voor de inkomsten.

In het huis wonen 10 mensen, vader en moeder, 2 zonen waarvan eentje getrouwd is en twee kindertjes heeft, dat zijn er dus 7. De andere drie zijn kindertjes van de derde zoon. Die zoon woont en leeft in de bergen en heeft drie kindertjes. Omdat er waar hij leeft geen school is zijn zijn drie kinderen tijdens schooldagen bij zijn ouders, heel apart. Maar de kindertjes krijgen zo wel de gelegenheid om te leren, dat is alleen maar toe te juichen.
Heel grappig, als ik met Hannie naar de campers terug loop om onze laptop op te halen en voor Hannie en Nanda sokken (de schoenen gingen bij de deur weer uit en dan zijn blote voeten een beetje fris) liep de vader met ons mee, hij was onze gardien/bewaker.
Co laat via de laptop zien hoe we door Marokko zijn gereisd en hij laat ook de foto’s zien van eergisteren toen we door de sneeuw zijn gereden. Ook laat Co foto’s zien van ons huis in Nederland. We vertellen dat bij ons alles vlak is en dat er geen bergen zijn, ze zijn verbaasd.
Er komt thee op tafel en grote ronde platte broden, olijfolie, zout, sinaasappels en voor ieder een gekookt ei van eigen kip, geweldig toch, heel gastvrij. Zelf hebben we als gift een zak mandarijnen en een emmertje yoghurt voor ze meegenomen wat dankbaar wordt aangenomen. We begrijpen van onze gastheer dat als je geen werk hebt er geen inkomsten zijn. En dan delen ze dit met ons, bewonderenswaardig, daar kunnen wij als Europeanen veel van leren.

Om 21uur Marokkaanse tijd nemen we afscheid en gaan terug naar onze campers. Er werd nog gevraagd of we in het huis wilden slapen maar we geven aan dat we in de camper ons eigen bed hebben, wat zijn ze gastvrij. Het is pikkedonker buiten en we moeten af en toe de zaklamp omhoog schijnen om de reflectoren van de camper te zien. Maar ook nu worden we door de drie mannen begeleidt. De vrouwen hebben we helemaal niet gezien, dat is wel jammer. We hebben wel gevraagd om onze dank over te brengen aan de vrouwen, voor het eten.
Het was weer een leuke dag met onverwachte ontmoetingen met vriendelijk mensen, dat is ook Marokko.
De rest van de foto’s staat op een aparte fotopagina.

woensdag 11 maart – Outat el Haj – langs P6008 ri. Berkane

Terwijl Co foto’s aan het maken is stopt er een auto en er stapt een man uit die naar Co toe komt lopen. Hij praat en praat, Co krijgt een uur lang geschiedenisles over de omgeving, hij laat zelfs helemaal zijn ID kaart zien. De man wil op de foto met onze camper, in djellaba, en met de camper van Hannie en Nanda maar dan in zijn mooie pak. Vindt-ie waarschijnlijk de blauwe kleur toch mooier dan die grijze van ons. 😉 Hij wil ook adressen uitwisselen maar we geven hem ons visitekaartje, geen adres. We zijn wel van harte uitgenodigd om ook bij hem te komen staan met onze campers, dat is al het tweede aanbod hier.

Ik sta vanmorgen bij Hannie en Nanda in de camper als Hannie tegen me zegt dat onze gastheer thee brengt bij Co. Ik zeg je maakt een grapje, maar even later komt Co met een zwaar, zilveren dienblad aanzetten met daarop een zilveren pot met thee en een bord met drie grote pannenkoeken, geen grapje dus, ons ontbijt is geserveerd. Wat lief he, van die mensen. We doen ons tegoed en het smaakt prima.
Als we afscheid nemen geven we nog een emmertje yoghurt en 50DH. Gisteren vroegen ze bij het hotel in Missour 100DH per camper dan hebben we wel 50DH over voor zoveel gastvrijheid.



We vervolgen de P5131 in noordelijke richting omdat we hopen dat het landelijk is qua landschap maar ook qua bewoning. Dat valt een beetje tegen en het duurt lang voordat we aansluiting hebben op de N15. Die volgen we dan zuidelijk tot aan de R606, die oostelijk gaat. Dan gaan we linksaf de N19 op. De R606 en N19 zijn landschappelijk erg saai dus we gaan er met een vaartje van 80km doorheen.
In Debdou moet volgens het boekje van Edith Kohlbach een camperplek zijn bij een restaurant en chalets. Hij wordt ook vermeld in NKC camperapp maar daar staat een commentaar dat iemand de plek niet kon vinden. Dat klopt dat hij het niet kon vinden want de coordinaten in de app zijn verkeerd, ik ga straks de juiste coordinaten doorgeven en ook dat deze plek met een ‘normale’ camper niet te bezoeken is. Alleen personenauto’s en vw camperbusjes kunnen er op. Er is nl. een oprijlaan met aan weerskanten bomen die zo volgroeid zijn dat je er niet tussendoor kunt met een camper. De juiste coordinaten zijn: N33°57’59”, W 3°02’15”, het heet restaurant Les Cavaliers de L’Oriental langs de N19.

Op dat punt gaan we sterk afdalen via vele haarspeldbochten met als grote verrassing een giga mooi uitzicht op de bergen rondom DebDou, prachtig allemachtig. We staan een paar keer stil om een panorama foto te maken van al het moois. We komen allerlei transport busjes tegen met strobalen, goederen, schapen en geiten op dak en veel mensen in de auto’s, het is vast weer ergens markt geweest.


Na Debdou wordt het landschap weer vlak met wat mooie gevormde bergen aan de zijkant. We zijn 500 meter afgedaald gedurende 9km. We vervolgen de N19 naar Taourirt om daar te tanken, want daar zijn we dik aan toe. Daarna vervolgen we de N6 richting Oujda maar na ca. 20km gaan we linksaf de R603 op richting Nador. Dan na weer ca. 20km gaan we rechtsaf de P6008 op. We hopen eigenlijk om in de buurt van bewoning te kunnen overnachten maar het duurt nog best wel lang voordat we komen waar we nu staan, langs de kant van de weg voor een oprijlaan naar een bedrijf. We worden al snel gesignaleerd en de man geeft aan dat we ook op zijn terrein mogen komen staan. Co en Nanda gaan even kijken maar het is te scheef, dus we blijven hier staan.

Even later komen er nog een paar mannen aanlopen en wordt het buiten wel gezellig denk ik. Ze zeggen wel eens dat vrouwen kunnen kletsen maar mannen kunnen er ook wat van hoor.
We stopten om 18uur, het is een lange dag geweest en het is op dat moment nog 27,5° en nog heerlijk zonnig. Ik zeg tegen Co, als we worden uitgenodigd voor de thee dan ben ik een ‘petit peu malade’, ik heb even geen zin in mierzoete thee. Maar gelukkig worden we niet gevraagd, ondankbaar kreng he?
Zo tussen 19-20uur komen er steeds meer mannen naar het huisje waar we met de campers voor staan, het is vast een bijeenkomst, nu maar hopen dat het niet heel laat gaat worden, in het donker door de bergen op zoek naar een andere plek is niet onze favoriete bezigheid.


donderdag 12 maart – langs P6008 ri. Berkane – Saïdia
Het was een rustige nacht, de mannen hadden denk ik hun wekelijkse bijeenkomst maar we hadden er geen last van. Ook de honden die hier rond liepen hebben we niet gehoord.

We rijden om 8.30uur weg, het eerste stuk is de weg slecht en hobbelig maar verderop wordt het een tweebaans weg. We draaien de N2 op en even later naar de R607. Na ca. 10km gaan we de P6012 op die terug voert naar Berkane door de Gorges de Zegzel. Volgens de Capitool van Hannie en Nanda kun je een route rijden van zo’n 60km van west naar oost (of vice versa) maar we kunnen de weg daarheen niet vinden. Later lees ik een boekje van onszelf dat het waarschijnlijk een route is waar je alleen met 4×4 heen kunt. De R607 en de P6012 gaan door een mooi landschap en we komen langs een kleine waterval waar we water innemen, is de tank ook weer vol.




In Berkane is ook een Marjane maar we rijden via de P6010, P6000 en N16 door naar Saïdia waar ook een Marjane is en waar je volgens de NKC kunt overnachten. Morgen rijden we naar Oujda, daar is in ieder geval een goede kapper waar ik twee jaar geleden ben geweest.

De Marjane in Saïdia stelt niet veel voor, het is er ontzettend rustig en de schappen met zuivel zijn nagenoeg leeg. Emmertjes yoghurt hebben ze hier niet en ook niet het merk creme fraiche die wij zo graag hebben. Er ligt een half blok Franse brie en dat lijkt me niet zo vers. Groente en fruit hebben ze gelukkig wel, zo zijn we gauw klaar met boodschappen doen.
We rusten wat en werken de sites bij, halen de mails op en de krantjes voor Co. Hannie heeft de afgelopen dagen weer hard aan hun site gewerkt, ze heeft net Tafraoute afgerond, dat is van 4 weken geleden. Langzaamaan haalt ze de tijd in en is ze straks weer op orde. Hannie geeft hun reizen weer in een fotoverslag. Als je met je muis over de foto’s beweegt krijg je een tekst te zien, zo kun je zien en lezen wat ze beleven.
We zijn bij het water gaan staan en daar raakte Co in gesprek met een Engels sprekende Marokkaan. Hij heeft een eigen bedrijf in Oujda en antwoord op Co zijn vraag over de werkeloosheid dat die inderdaad groot is in Marokko. En dat het in zijn omgeving de gewoonte is dat als bij elkaar wonende familieleden geen werk hebben dat dan degene die wel werk heeft voor de inkomsten zorgt en de rest lift daar op mee. In zijn geval zorgt hij voor de inkomsten. Maar hij vertelt dat bijvoorbeeld in Casablanca het zo is dat als je geen werk hebt je uit huis kunt vertrekken, dat is weer een andere kant.

Morgen willen we naar Oujda en hij geeft aan dat het veilig is, ondanks dat het dicht bij de Algerijnse grens ligt. Marokko heeft zelf de grenzen met Algerije gesloten vanwege het terrorisme en extremisme wat daar heerst, ter bescherming van het land dus.
Vandaag reden we door een divers landschap, in het begin van de dag waanden we ons in Spanje, Andalusie. In Berkane waren we toch echt weer in Marokko en nu in Saïdia doet het weer erg Europees aan, mede door de huizen en de jachthaven waar we dicht bij staan. Er liggen grote, dure boten in de haven, heel onwerkelijk voor Marokko. Tegen het einde van de middag zijn we terug gereden naar de parkeerplaats bij de Marjane, vanavond kwam er nog een Italiaanse camper bij.
We hebben in andere landen wel eens een keertje bij een supermarkt gestaan en toen werden we heel vroeg wakker vanwege de bevoorrading maar daar zullen we hier waarschijnlijk geen last van hebben, je ziet geen mens in deze supermarkt en veel schappen zijn leeg of er staat een klein beetje van het product. Er is een kassameisje, nog een tweede meisje, een bewaker (zoals in alle Marjanes) en een jongen die naar de groente komt als wij wat willen laten wegen, that’s all.
Het zal zomers misschien wel anders zijn. We denken dat de mooie huizen die hier staan zomerhuizen van de rijke Marokkanen zijn en dat ze zomers, als het elders in het land te warm word, massaal naar hier komen. Er is zelfs een casino bij de jachthaven. Ook de luxe winkels, cafe’s en restaurants zijn op dit moment allemaal dicht, het stof staat op de ramen

ga naar periode 31
terug naar overzicht