2014 Groot-Brittannië 25 t/m 28 juni

Groot-Brittannië   –   periode 6:   25 juni – 28 juni

woensdag 25 juni – Ballylooby – Tallow
Onze laatste werkdag voor wat betreft de camping inspecties. Na vandaag hebben we vakantie, wel lekker. Het is bewolkt en we hebben gehoord dat het de komende 2 a 3 dagen minder weer gaat worden met donderdag en vrijdag veel regen maar daarna klaart het weer op.

We rijden eerst naar Clogheen, camping Parsons Green. Het is een familiecamping, gerund door een familie maar ook geschikt voor gezinnen. Er is een speeltuin buiten, een speeltuin binnen en een dierenweide. Ook hier worden schooluitjes naar georganiseerd.

Als we er om 10uur aankomen zijn ze net het sanitair aan het schoonmaken, dat is zeker wel nodig. Bij de dames wc’s ontbreken twee toiletzittingen en de derde zit los. Ook bij de heren en het invaliden toilet zitten de zittingen los. De camping zelf ziet er prima uit.

We spreken de eigenaresse aan op de gebreken en samen met haar man geeft ze aan het te zullen maken, of we eventueel de moeite willen nemen om ‘s middags terug te komen, dat willen we wel doen want we gaan na de tweede camping terug naar het zuiden.

Dan rijden we door naar Cahir, camping The Apple Farm. Het is een fruitbedrijf met een eigen appel boomgaard en aardbeienteelt. Het is hier allemaal prima voor elkaar. De douches en wc’s zijn in de schuur waar ook het personeel koffie/thee drinkt en eet, gezellig. Het sanitair is allemaal picobello in orde. Co maakt een complimentje aan de vrouw die op dat moment aan het schoonmaken is en ze glimt helemaal van trots. Ze komt uit de Baltische staten en woont al heel lang in Ierland. Als je hier als kampeerder komt krijg je bij aankomst een fles eigengemaakte appelsap, leuk toch? En ze hebben hier water uit eigen bron, we vragen of we water in mogen nemen en dat is goed.

Het interview dat we hier afnemen is heel erg gezellig. Het zijn vier Ieren, een stel komt uit Ierland en het andere stel uit Noord-Ierland. En dat ‘Noord’ is erg belangrijk, ze zijn er trots op als ze uit Noord-Ierland komen. Maar vraag aan een Ier uit Ierland (snap je het nog?) niet per ongeluk of hij/zij uit Engeland komt want dat is als vloeken in de kerk. Ook zij zijn trots dat ze uit Ierland komen.

Dan rijden we terug naar Clogheen en treffen daar schoon gemaakt sanitair aan met hele zittingen op de toiletten, dat kijkt heel anders. We nemen alles door en sluiten een aantal contracten af en dat is dan dat. ‘s Avonds rond ik de administratieve rompslomp af en nu hebben we vakantie.

Het plan is om via de zuidkust naar het westen te gaan. Daar zijn een paar mooie rondritten over schiereilanden zoals het Bearra schiereiland en de Ring of Kerry, en Doolin schijnt leuk te zijn en Galway etc….
Als we terug rijden naar de kust komen we weer door het gebied met de vele rododendrons, prachtig weer. Het gebied heet ‘the Vee’.

We brengen coordinaten in van een camperplek in het zuiden en zien wel waar we stranden. Uiteindelijk belanden we in een plaatsje op een parkeerplaats voor een aantal woonhuizen.

Tallow, Woodview park, doodlopende straat, parkeerplaats bij woonhuizen, geen voorzieningen, geen kosten: N 52.092774, W 8.000326

donderdag 26 juni – Tallow – Cobh
Het was een onrustige nacht, het regende pijpenstelen en dat hoor je op het dak van de camper, toch waren we er pas om 8.30uur uit.

Ik heb van de week op internet een paar adresjes gevonden waar mogelijk biologische rauwe melk te koop is. We gaan op weg naar een Ballymaloe Cookery School in het plaatsje Shanagarry. We bellen van te voren op en krijgen te horen dat we vanaf 11uur welkom zijn. Degene die de telefoon opneemt weet niet of er genoeg rauwe melk is maar het wordt wel gebruikt op de school bij het koken.

We gokken het maar en rijden er naar toe. We zijn te vroeg dus zetten we de camper onderweg bij een hotel op de parkeerplaats om te eten. Er is wel internet maar er is een wachtwoord nodig, jammer.

Om 12.30uur zijn we bij de kookschool. Het ziet er al veelbelovend uit met kippen die in het gras aan het scharrelen zijn. Het is een echte kookschool waar je ook kunt eten. Het wordt ook goed bezocht door bus gezelschappen, het is tenminste druk met senioren. Je kunt er ook een mooie tuin bezoeken maar wij komen voor de rauwe melk.

Het is een leuke winkel met allemaal lekkere producten, zuivel, vlees, koekjes, brood etc. Ook verkopen ze er allemaal kook producten. Ze hebben melk van Jersey koeien, dat is vettere melk dan wij van de Holsteiners kennen, we verheugen ons er al op.

Op een gegeven moment ben ik Co ‘kwijt’. Zit-ie tussen de dames van het bus gezelschap, toen ben ik maar even op de bank aan de andere kant bij een mijnheer gaan zitten. Toen ik tegen hem zei dat Co tussen de vrouwen zit en ik bij hem kom zitten sloeg-ie gelijk een arm om mij heen, pittig hoor.

We kopen eieren, huisgemaakte zuurkool, boerderij yoghurt, creme fraiche, verse slagroom van de Jersey koeien en uiteraard de rauwe melk om zelf yoghurt te maken. Zo kunnen we weer eventjes vooruit. Ook verkopen ze hier verse biologische groenten uit eigen tuin. We worden er helemaal blij van, ondanks het slechte weer.

Af en toe is het droog en prikt het zonnetje achter de wolken, dan is ook gelijk de temperatuur wat hoger maar even later is er weer een stortbui. Het zal waarschijnlijk wel af en aan gaan.

Van de senioren die er rondlopen zijn er een paar nieuwsgierig als ze ons onze potten zien vullen met de melk. We vertellen dat het rauwe melk is en we vragen of ze dat nog kennen van toen ze vroeger klein waren. En ja hoor, ze weten er nog van. Een mevrouw vertelt dat ze vroeger ook zelf de koeien melkte en dat ze dan het melkstraaltje wel eens op iemand richtte, noughty girl.

We spreken ook nog een man die 3 liter rauwe melk komt halen, hij maakt zelf kefir en rijdt er wekelijks 15km voor. We vertellen hem over Weston Price, hij zou even gaan Googlen.

Dan rijden we naar een camperplek van de NKC in de haven van het plaatsje Cobh. Het is in de buurt van een station, misschien gaan we morgen naar Cork. Cork is na Dublin de grootste stad van Ierland en de naam is afgeleid van de Gaelische benaming van moerasland: ‘Corcagh’. Een gedeelte van de stad heet nu nog steeds ‘marsh’, Engels voor moeras. Cork wordt ook wel het Parijs van Ierland genoemd vanwege de vele culturele stichtingen die de stad rijk is. Er staan acht campers als wij er om 15uur arriveren.

Vanuit Cobh aan de Cork Harbour vertrokken tijdens de hongersnood van 1845 duizenden Ieren naar het ‘beloofde land’ Amerika. De voorvaderen van menig Amerikaans congreslid, burgemeester en gouverneur scheepten in deze haven in. De middelste foto hierboven is van Annie Moore en haar broers ter nagedachtenis aan die oversteek. Cobh spreek je uit als ‘Cove’, soms snap ik er weinig meer van, je spreekt totaal iets anders uit als dat je ziet. Cobh was trouwens de laatste haven die de Titanic aandeed voordat-ie ten onder ging.

Cobh, camperplek (10 stuks) in de haven, geen voorzieningen, geen kosten: N 51°50’49.0”, W 8°18’29.0”

vrijdag 27 juni – Cobh – Kinsale
Vannacht was er een flinke bui maar voor de rest hebben we er geen erg in gehad. We rijden om 8.30uur weg, we gaan met de camper naar Cork, we zien wel waar we parkeren.

We gaan proberen te ‘Harrie Zwemmeren’, dat heeft een uitleg nodig. Een zwager van ons, Harrie Zwemmer dus, probeert altijd als hij ergens heen gaat of hij voor de deur kan parkeren en meestal is dat zo. Iedereen denkt vaak dat er dichtbij geen plek meer is daarom is er meestal juist wel een plekje vrij.

We rijden dus naar het centrum van Cork en na een stief kwartiertje rondrijden zetten we de camper in parkeerhavens langszij de weg. Je mag er twee uur staan maar we hoeven maar de brug over te gaan en we zijn in het centrum. Dus we kunnen zo terug lopen om de parkeerschijf verder te draaien.

We lopen door de gezellig winkelstraatjes en duiken de ‘English Market’ in, een overdekte markt waar groente, fruit, vlees, vis en kaas verkocht word. We kopen weer wat lekkere schimmelkaasjes en wat biologisch fruit en gaan dan in een eetcafeetje met uitzicht op het winkelende publiek voor een ‘Market Breakfast’, een soort van Iers ontbijt, het smaakt weer prima.

Buiten gekomen stond daar een Ier te zingen, zonder muzikale begeleiding maar met een prachtige sonore stem. Daar hebben we altijd wel een centje voor over, we hebben nog even staan luisteren.

Dan gaan we naar de camper om onze computers op te halen en hopen dat we bij de bibliotheek kunnen internetten, en we hopen ook op een beetje meer snelheid dan bij de bieb van Greystones. Maar het is helemaal toppie voor elkaar, het is een snelle verbinding. N 51.896597, W 8.475616.

Co haalt zijn krantjes op, we beantwoorden de mails en ik ga nog even kijken wat er allemaal over Ierland te vinden is, in het bijzonder de ‘Atlantic Coast Way’. Op www.ireland.com vind je meer informatie over deze route die van Kinsale aan de zuidkust helemaal doorloopt naar o Head in het noorden van Ierland, de route is 2500km lang. Dat komt door de vele baaien en inhammen langs de kust. Er staan ook prachtige foto’s op de site.

Tijdens het internetten in de bieb regent het buiten pijpenstelen dus het is niet erg om zo onze tijd te ‘verdoen’.

Toen we terug liepen naar de camper zat daar een man op de brug, in de regen, met een plastic bekertje voor zich, een bedelaar zeg maar. We deden een muntje in zijn beker en vroegen wat het probleem is want hij zag er niet onverzorgd uit. Het is een Schot die graag terug wil naar huis en daarvoor nu aan het geld verzamelen is. Hij heeft geen onderdak en is Ierland zat. Nog een paar dagen en dan heeft hij genoeg om terug te reizen.

Dan rijden we verder, naar Kinsale. Er is daar een officiële NKC camperplek boven bij een fort met uitzicht op Kinsale. De weg er naar toe is eerst steil naar beneden, door een klein gehucht met zeer smalle straatjes, het is manoeuvreren als er een tegenligger komt. En dan steil omhoog. Later zien we dat je vlak voor de ‘afdaling’ linksaf kunt, speciaal voor ‘heavy vehicles’.

Het is op de camperplek werkelijk prachtig met mooie vergezichten. Ondertussen is de zon ook weer flink aanwezig en er zijn imposante wolkenpartijen.

Er staan veel auto’s geparkeerd en één Carthago camper boven aan waar het vlak is. Langs de kant staan nog 2 campers. We parkeren, met toestemming, achter de Carthago om te wachten tot er mensen weggaan. Dat is al vrij snel het geval dus een kwartiertje later staan we op ‘onze plek’.

We doen nog even een kopje thee en lopen dan naar Kinsale, het is helemaal een beetje warm maar wel lekker. Kinsale is wel een grappig plaatsje met veel gekleurde huizen en pubs. Het rammelt er van de eetcafé’s, theehuizen, pubs etc. Het is er gezellig druk.

We doen op een terrasje in het zonnetje een lekkere yoghurtsmoothie en lopen daarna terug naar de camper.

Zojuist zaten we nog eventjes buiten en er stopte een auto naast onze camper. Er stapte een mooie vrouw uit waar we mee in gesprek raakten. Ze komt uit Canada en had daar een boerderij met 400 ha. grond die ze in haar eentje runde en bovendien voedde ze ook nog twee kinderen in haar eentje op, een druk leven dus.

Ze had een boerderij met koeien, kippen en ze teelde graan. De bedrijven om haar heen werden groter en groter, haar buurman had 15.000 ha. Het werd voor haar steeds moeilijker om aan goede granen te komen, alles was GM (genetisch gemodificeerd) en dat wilde ze niet, ze kon ook niet meer zonder pesticiden telen, simpelweg omdat het om haar heen alleen nog maar werd gebruikt.

En net als in NL, de kleintjes hebben geen leven meer of ze moeten groter groeien en dat wilde ze niet. Ze heeft haar koeien en kippen verkocht, haar kinderen wonen op zichzelf en ze is nu een maand in Schotland en Ierland aan het reizen en ze geniet er met volle teugen van. Ze onderzoekt hier in Ierland haar roots, in 1880 is familie van haar uit Ierland vertrokken naar Canada. In Canada doet ze onderzoek naar diabetes, wij hebben haar opmerkzaam gemaakt op Weston Price en gezegd ga daar maar eens op googlen.

Ze heeft aan haar opa eens gevraagd hoe het kon dat hij niet, net als andere ouderen allerlei klachten had. Hij at elke dag een dikke snee brood (de korst vond hij het lekkerst) waarop hij een dikke laag echte boter deed en daarop een dikke laag room en wat suiker, lekker man. Ze liep rond het fort om foto’s te maken en bij terugkomst raakten we nog even aan de praat. Co stond de zonsondergang te fotograferen en ze ging ook aan de gang. Maar ze vond onze foto’s mooier, dus Co heeft haar eventjes uitgelegd hoe zij zelf ook zulke foto’s kan maken.

We hadden dus weer een leuke ontmoeting en ik heb haar een dikke knuffel gegeven. Geniet hieronder even mee van de mooie zonsondergang over de baai.

Kinsale, Charles fort, een prachtige plek met mooie vergezichten, geen voorzieningen, geen kosten: N 51°41’52”, W 8°29’56”

zaterdag 28 juni – Kinsale – Durrus
Vandaag beginnen we dus aan de Wild Atlantic Coastway, startend vanaf Kinsale. Eerst rijden we naar Old Head of Kinsale, een hoge klif. Daar aangekomen besluiten we om er niet heen te lopen maar verder te gaan, we hebben immers nog zat km te gaan en zullen ongetwijfeld veel zien. Het is er wel mooi dus we stoppen eventjes voor een kopje thee.

Dan komen we onderweg langs een plek waar zo’n zeven campers staan, die plek wordt niet op de NKC app aangegeven dus we gaan hem aanmelden. Zolang als dat-ie er nog niet op staat hier de coordinaten van Garrettstown: N 51°38’39.8”, W 8°34’59.6”. Het is een mooie plek aan het strand met een prachtig uitzicht over de landerijen. Voor ons is het nog te vroeg om al te stoppen, misschien een andere keer.

We rijden veel langs de kust maar ook langs baaien, die op het moment van langsrijden allemaal droog liggen. Het tij kan hier wel 4 meter schelen. Het is twee keer per etmaal eb en vloed.

We steken een paar stukjes af van de Coastway want het gaat soms over behoorlijk smalle weggetjes dat rijdt niet zo prettig, althans vooral als er tegenliggers zijn. De Ieren denken er best wel goed om hoor en duiken al snel de kant in maar het rijdt onrustig. En de route is 2500km lang dus dan is inkorten niet zo erg.

We eindigen vandaag onze rit in Mizen Head, het meest zuid-westelijke punt van Ierland, ook wel de ‘tear of Ireland’ genoemd omdat dit het laatste stukje van Ierland was dat de emigranten te zien kregen op hun reis naar Amerika. Het is er wel mooi, je kunt een vuurtoren museum bezoeken waarvoor je over een grote houten brug moet lopen.

Mizen Head, parkeerplaats bij bezoekerscentrum, geen voorzieningen, geen kosten: N 51°27’09.3”, W 9°48’29.6”

Langzamerhand raakt de parkeerplaats leeg en blijven wij over plus nog een Nederlands camperbusje, staan we toch niet helemaal alleen.

Co kijkt Brazilië-Chili maar er staat veel wind dus de schotel gaat te veel heen en weer. Straks komt Colombia-Uruguay en dat wil hij graag zien maar zo gaat dat niet lukken. Dus gaan we op pad.

En dan te bedenken dat ik mijn verslag net af had, gaan we rijden in het late avond zonnetje op het landschap en dat vraagt, nee het schreeuwt om gefotografeerd te worden. Co vraagt op een gegeven moment of er al rook uit de camera komt. Het avondzonnetje geeft zo’n mooie warme sfeer in de foto’s, geniet maar even mee.

Uiteindelijk belanden we na een uur rijden in Durrus op een schoolpleintje. We staan hier lekker rustig en uit de wind.

Durrus, schoolplein, waterkraan achter school, geen kosten: N 51°37’09.3”, W 9°31’30.9”

ga naar periode 7

terug naar overzicht