
Groot-Brittannië – periode 12: 19 juli – 22 juli
zaterdag 19 juli – Rhue – Balnakeil
Vandaag was een woeste dag en we zaten op een tribune maar de spelers kwamen niet opdagen. Maar laat ik bij het begin beginnen.
Het was wederom heerlijk rustig vannacht, we waren wel weer vroeg wakker. Eerst zijn we terug gegaan naar Ullapool om bij de Tesco supermarkt te internetten, het ging niet super snel maar ik kon toch de site weer uploaden.


Daarna zijn we een klein, op de kaart wit, weggetje gaan rijden, dat is op de A835 afslaan bij Drumrunie. En ik moet zeggen dat die weg meer concentratie vereiste dan de Applecross Road. Het ging constant op en neer en soms behoorlijk steil en met veel bochten. We reden veel in de eerste versnelling berg af en we haalden hem vaak van de automaat af, dat rijdt prettiger anders blijft de camper schakelen naar een hogere versnelling en dan weer terug omdat-ie het dan toch niet trekken kan.


Het was wel erg mooi, erg woest af en toe, maar we hebben niet zoveel foto’s gemaakt omdat het hoofdzakelijk bewolkt weer was, en na de middag werd het miezerig Er werd aan het begin van de rondrit gewaarschuwd dat je beter niet met een voertuig langer dan 8 meter deze weg kon rijden of met een caravan. En die waarschuwing was wel redelijk op zijn plaats. Juist door de smalte van de wegen en de krappe bochten met aan de ene kant een rotswand en aan de andere kant een stenen muurtje was het soms stapvoets rijden. Maar mooi was het wel.


Ik had nog gelezen dat er bij een plaatsje, Achmelvich, weleens dolfijnen en walvissen gespot worden dus wij erheen. Er is een baai met een paar strandjes met ongelooflijk wit zand. We zijn naar een onbemand strandje gelopen en hebben daar plaats genomen in het zand. De ambiance was perfect, een blauwe zee, een mooi strand, rustig helder water en publiek (wij dus) maar de spelers kwamen niet opdagen, de dolfijnen dus, jammer hoor. Toen begon het ook nog te miezeren dus zijn we gauw terug naar de camper gelopen en verder gegaan.


We zagen onderweg nog wel een roofvogel en zijn gestopt om met de telescoop te kijken. Hij hing perfect stil in de lucht, daarin zijn het ware meesters. Hij was druk aan het bidden maar ondertussen speurde hij de omgeving af. Hij hing stil en zijn koppie ging constant heen en weer, prachtig om te zien. Dan is zo’n telescoop wel heel erg handig.

We zijn daarna op de B869 terecht gekomen en die gaat ook door een bijzonder mooi landschap, maar de weg was nog meer op en neer en bochtiger dan de ‘witte weg’ van zojuist. Je komt door hele kleine plaatsen, gehuchtjes eigenlijk met een paar huizen bij elkaar en dat is het, ze zetten een naambordje voor en na het dorp zodat je weet waar je bent op de kaart. Soms is er nog een hotel maar dan houdt het ook op. En om elke bocht weer een ander uitzicht, soms op een mooie lagune maar meer op een hoop rotsen, die vaak heel bizar van vorm zijn, het lijkt de stenen stad wel. Deze streek is erg onherbergzaam. Je ziet af en toe wel een huis of een groepje huizen staan maar dan ben je toch bijna een kluizenaar, zo alleen als je daar woont. Schapen, ja die zie je overal. Ik kan me voorstellen dat er meer schapen zijn dan Schotten. Ook zien we af en toe turf stekerijen met de hoopjes ernaast te drogen.

Nu staan we in Balnakeil net onder Durness helemaal in het noordwesten. Er is een parkeerplaats achter het kerkhof bij de golfbaan waar je mag overnachten. We hebben uitzicht op een groot strand met blauw helder water, ook dat is Schotland.

Balnakeil, P bij golfbaan, achter het kerkhof, geen voorzieningen, geen kosten: N 58°34’34.64”, W 4°46’10.95”
zondag 20 juli – Balnakeil – Duncansby Head bij John O Groat’s
Wat heb je toch een domme schapen op de weg, en dan bedoel ik dus echte schapen want auto’s komen we amper tegen, in het eerste uur 1 tegenligger. De schapen grazen hier vlak langs de weg waarbij ze soms met de pootjes op het asfalt staan. Ze gaan geen stap opzij. Maar soms als er kleintjes bij zijn en moeder staat net aan de andere kant van de weg willen ze op het laatste moment naar mammie toe, dus ze steken blindelings over als jij er bijna bent. Domme beesten hoor.

De ochtend begon met blauwe stukken in de lucht waar een waterig zonnetje doorheen brak. Dat leverde gelijk wat interessante foto’s op van het strand, ik heb ze bij gisteren gezet. We zagen verderop het strand een kudde koeien met kalfjes lopen, die dachten, kom het is zondag laten we een dagje naar het strand gaan met de kids, het was wel een ludiek gezicht.


We rijden vandaag van het noordwesten via de kustweg naar het noordoosten, John O Groat’s, in vroegere jaren gesticht door een Nederlander, zal wel John Groot geweest zijn. Het is het noordelijkst gelegen dorpje en hiervandaan kun je de Orkney eilanden zien.

Het begin van de rit is prachtig met mooie vergezichten en wolkenpartijen. Eerst gaan we landinwaarts en dan weer terug naar de kust. Daarna wordt het een beetje saai, we zijn ook al erg verwend met veel moois. En overal zijn weer schapen met hier en daar een verdwaald huis in the middle of nowhere.
Het begint ook weer te regenen en als we in John O Groat’s aankomen bivakkeren we een tijdje op de parkeerplaats bij het bezoekerscentrum. Er is een vrij wifi punt dus ik vermaak me op internet en Co kijkt naar de Tour de France.
Aan het eind van de middag gaat Co nog even een rondje over het terrein en laat zich als een echte toerist even fotograferen.

Dan rijden we naar Duncansby Head, bij de vuurtoren overnachten we op de parkeerplaats, we staan er met drie campers. Er zijn veel meeuwen die zich genesteld hebben in de klifwand en je kunt naar 3 grote rotsen in de zee wandelen, ze zijn 90 meter hoog en staan apart van de kust.

Het is een mooie plek met uitzicht op de Orkney eilanden, in het begin is het mistig en zien we niet eens de vuurtoren staan maar zo rond 19uur klaart het op en hebben we een panorama uitzicht door het raam.


En dan is er weer een prachtige ondergaande zon, we hebben er al vele gezien deze reis maar het blijft magnifiek, zelfs de schapen kwamen naar de zonsondergang kijken, we hadden dus tijdelijk rode schapen.




Duncansby Head bij John O Groat’s, parkeerplaats bij de vuurtoren, geen voorzieningen, geen kosten: N 58°38’37.9”, W 003°01’37.93”
maandag 21 juli – Duncansby Head bij John O Groat’s – Fortrose/Chanonry Point
Het eerste stuk vanmorgen was wat saai en heel veel vergane glorie, er stonden best wel veel huizen leeg en met onkruid overgroeid. Ik zei nog, als je aanleg hebt voor depressiviteit dan moet je niet in dit deel van Schotland gaan wonen.

Later werd het een stuk interessanter en mooier, toen kwamen we ook in de graanschuur van Schotland terecht. Veel landbouw en allemaal granen. Ook waren er meer koeien, schapen zijn er sowieso altijd.
We komen door Wick, daar zijn ook wel eens dolfijnen gespot maar de twee mannen die we op de kade spreken zeggen dat het niet vaak voorkomt. We lopen even langs de haven en zien daar werkzaamheden voor windmolens, er liggen diverse onderdelen, wat is dat groot zeg allemaal.


Onder de middag kwamen we in het plaatsje Dunbeath aan de A9, we zagen van veraf een mooi huis op de rand van de klif staan en wilden dat wel eens van dichterbij bekijken. Na een klein omweggetje kwamen we aan bij de pier. Helemaal aan het einde van het weggetje is een pracht plek om te overnachten, maar het was pas 13uur dus zijn wij na het eten weer verder gereden maar ik noteer wel de coordinaten: N 58°14’41.84”,
W 003°25’15.67”, er is een wc gebouw en drinkwater. Er hangt wel een bord aan met de tekst: All users must pay harbour dues. Wat het is en of het ook voor camperaars geldt….Joost weet het vast.


De weg slingert langs de kust en gaat op en neer en het is druk op de weg. Dan komen we een bord tegen met daarop dat er linksaf een scenery route gaat, vaak belooft dat veel moois om te zien. We keren om op een boerenerf en gaan het weggetje in. Na ca. 4km is er links een grote zandplaat en er liggen heel veel zeehonden op, nadat ik ze later geteld heb zijn het er 94.
We stoppen uiteraard en nemen het hele arsenaal aan opname apparatuur weer mee naar buiten. Ze liggen gewoon te suffen, Co roept een paar keer ‘hey jongens, wakker worden’, dan tillen er een paar zeehonden hun kop op, andere klappen in hun ‘handen’ maar ze suffen weer lekker verder.
Na een tijdje stopt er de zoveelste auto en even later horen en zien we een helikoptertje de lucht in gaan, met een cameraatje eronder. Co was er als de kippen bij, het is ook hartstikke leuk om te zien. Het helikoptertje ging over de zeehonden heen, dat zal prachtig beeldmateriaal opleveren. Misschien, wie weet, in de toekomst…… Ik zei tegen Co: Ga maar snel sparen voor zo’n apparaat. Zijn antwoord: Zijn ze hier in Schotland niet te koop? 🙂 Coordinaten zeehonden plek: N 57°55’59.5”, W 004°02’44.3”


Na Dornoch gaan we linksaf de B9175 op richting Nigg Ferry, daar gaat de kleinste autoferry van Engeland naar Cromarty, je steekt dan de Cromarty Firth over, dat scheelt een stuk omrijden om op de Black Isle te komen. Er kunnen twee auto’s op en 50 personen, dat moet wel lukken dacht ik zo met onze camper. Hij gaat om het half uur en er staat al een auto te wachten, later komt er nog eentje achter ons staan.

Ik maak wat foto’s van de omgeving want er zit een giga bedrijf dat boorplatforms bouwt, er staat er eentje in de steigers, enorm om te zien.
De ferry komt eraan en er staat 1 auto op en wat mensen. Er komt iemand naar ons toelopen en die geeft aan dat we te groot zijn om mee te mogen, jammer moeten we toch omrijden. We kijken nog eventjes toe en zien hoe de twee auto’s die er vooruit opgereden zijn via een draaiplateau op de ferryboot omgedraaid worden, wat vernuftig. Vandaar dat wij te groot zijn. We kwamen onderweg naar de ferry een NL camper tegen dus die was ook al onverrichter zake daar, we dachten tenminste dat het de NL camper was die ook vannacht bij de vuurtoren stond.


Dus terug naar de A9, de drukte weer in. Omdat we de oversteek van 1,6km niet kunnen maken moeten we nu 60km omrijden. Een uurtje later komen we aan in Fortrose op Black Isle en rijden door naar Chanonry Point. Daar bij de vuurtoren moet je vanaf de kant dolfijnen kunnen spotten. Na een tijdje vinden we een plekje voor de camper, het is er druk en er zijn kleine parkeerplaatsen. Er zit een man met een camera met een giga lens erop dus Co loopt er heen. Hij heeft net foto’s gemaakt van de dolfijnen (ze zijn er dus, pffff) en heeft er wel een paar mooitjes tussen zitten.

We pakken onze apparatuur en lopen naar het puntje van het schiereiland achter de vuurtoren. Van ver zien we de dolfijnen al boven water uitspringen, geweldig. We weten niet hoe snel we er zijn moeten, het loopt alleen een beetje lastig over grove kiezels/stenen. 1,5 uur later ga ik terug naar de camper om eten te maken want het is al 19.30uur. Dat wordt uitzoeken straks want Co had de motordrive aanstaan. Het was leuk om te zien, er waren een aantal dolfijnen en ze waren op jacht naar vis, want hoe grappig en/of lief dolfijnen er ook uitzien het is wel een roofvis. De prooivissen vlogen door de lucht en af en toe sprongen de dolfijnen boven water uit. Hier worden we helemaal blij van, dat we dat mee mogen maken. Eerst al zeehondjes en nu dolfijnen, te gek. Morgen gaan we de hele dag op het strand bivakkeren, we gaan niet eerder weg voordat we ‘de plaat’ hebben gemaakt. 🙂

Fortrose, Chanonry Point, parkeerplaats bij vuurtoren, geen voorzieningen, geen kosten: N 57°34’25.58”, W 004°05’42.41”
dinsdag 22 juli – Fortrose/Chanonry Point
We blijven nog een dagje. Vanmorgen waren we vroeg wakker en op en Co ging alvast een kijkje nemen op de dolfijnenplek, ze waren er al weer. Dus hij kwam gauw de camera halen en we hebben alweer mooie beeldjes gemaakt. Een andere spotter vroeg hoelang wij hier blijven, ik zei dat we in ieder geval voor 1 september weer thuis moeten zijn. 🙂
Het is erg leuk om de dolfijnen in het wild te zien, er zijn regelmatig wow momentjes als ze boven water uitspringen.


Dan is het rust voor ons, de dolfijnen komen met het tij, ze zwemmen achter hun voer, de vissen aan. Overigens leuk om te weten: Dolfijnen slapen nooit, ze moeten immers op tijd boven water komen om adem te halen. Ze schakelen ‘s nachts een deel van hun hersenen uit en dat is hun moment van slapen/rust.
ca. 1 uur nadat het vloed begint te worden komen de dolfijnen in de regel weer. Wij waren om 15uur op het strand omdat we niet wisten hoe laat het vloed zou worden. Vanmorgen had een man tegen ons gezegd dat zo rond 18uur de dolfijnen er weer zouden zijn. We zagen inderdaad rond 17uur het water opkomen en om 18uur kwam die man aanlopen en hij zei: So, I’m just on time. En dat was zo want zo ook kwamen de dolfijnen aanzwemmen. De man gaf trouwens aan dat morgenochtend om 7 uur het startsein is voor de dolfijnen, dan zijn wij er ook weer.
Het was wel grappig, vanmorgen was er een Zwitser, hij wist niet zeker of hij ‘s middags terug zou komen want hij moest eigenlijk zijn huurauto inleveren. Maar dat kan hij ook morgenochtend doen, dan moet hij wel om 5 uur zijn bed uit. Hij was er dus vanmiddag en hij stond weer naast Co te fotograferen. Hij maakte elke keer tevreden hum geluidjes. Aan het einde, toen de dolfijnen weer weg waren gingen de mannen even de ‘buit’ bekijken. Net als kleine jongens die aan het einde van hun verjaardag tevreden hun cadeautjes bekijken.

Dan is het etenstijd, het is inmiddels 20uur, en dan daarna de beeldjes en filmpjes inladen en uit sorteren. Want er zijn 810 foto’s gemaakt waarvan we er uiteindelijk 85 overhouden. De iphone maakt op een gegeven moment geen filmpjes meer want hij is vol. Het is zo leuk allemaal om vast te leggen. Dit is de beste plek van de wereld om vanaf de kust dolfijnen te spotten, zeker omdat ze zo dicht onder de kust komen, ze zijn soms maar 20 a 25 meter van je vandaan. Ze zijn ook best wel groot en dat komt omdat dit hun ‘thuis’ is en dan hebben ze in de winter vet nodig om zich warm te houden, dus ze hebben veel vetmassa.
De rest van de dolfijn foto’s zien jullie op een aparte fotopagina.
ga naar periode 13
terug naar overzicht