
Week 7: 25 februari t/m 3 maart
25 februari – maandag Zagora – Ouled Driss
Eerst op zoek naar een winkeltje waar we internet kunnen verlengen voor 1 maand. We hebben van Gitana van het camperforum gehoord dat ze dat voor je doen in elk winkeltje waar Maroc Telecom aan de gevel hangt. In het eerste winkeltje (met telefoonverkoop) waar we binnen stappen weten ze niet wat te doen, we moeten de router erbij pakken en ze hebben het over een opwaardeerkaart met krascode, die we dan weer door moeten sms’n. Maar hoe weten ze dan dat die opwaardering voor ons is? Snappen jullie het nog.
Uiteindelijk kopen we alleen een nieuwe simkaart zonder dongel voor 200DH voor 1 maand internet, ook prima.
We gaan nog even naar de bank voor centjes en naar de winkeltjes voor yoghurt, maar dat laatste is een beetje lastig, we kunnen alleen yoghurtjes kopen met smaakjes en suiker en wij willen naturel en zonder suiker. Uiteindelijk vinden we er een paar.

We gaan rijden, ons doel is Tamagroute, alwaar een vrije camperplek moet zijn tegenover een pottenbakkerij, het is 18 km. rijden van Zagora.
We komen aan in de plaats en er staat al iemand in een blauw gewaad ons naar de kant te dirigeren. Hij verteld dat er een koranschool is en een blauwe moskee en dat er zeer oude boeken zijn, 4000 stuks en er is ook nog een oude stad (kasbah) die we kunnen bezichtigen.
We zetten de auto’s aan de kant, of althans op het terrein aan de overkant van de pottenbakkerij. Er gaat gelijk iemand bij de campers zitten, persoonlijke bewaking. De gids neemt ons mee naar de blauwe moskee en later naar de koranschool en bibliotheek voor de oude boeken. Bij de blauwe moskee is een prachtige toegang met allemaal steentjes ingelegd in een bepaald motief. Op de deur zitten vier kloppers: rechts onder is voor het huwelijk, rechtsboven is voor geluk, linksboven is voor business, en linksonder voor kinderen. Het houdt in dat als iemand ondersteuning vraagt voor het huwelijk (voor een huwelijkspartner) dat men dan met de klopper klopt: de vrouw mag 1x kloppen, de man 4x. Het verschil is in deze: de man mag vier vrouwen hebben, de vrouw mag maar 1 man hebben, het is toch oneerlijk verdeeld. Als je 4 kinderen wilt, moet je vier keer kloppen……
De bibliotheek blijkt dicht te zijn, we gaan eerst de kasbah in. Het is daar heerlijk koel, buiten het oude dorp is het best wel heet. De kasbah is een lemen dorp met aan de ene kant een Arabisch gedeelte en aan de andere kant een Berber gedeelte. De gids zelf is Berbers.
Hij verteld leuke wetenswaardigheden. We lopen langs een kerkhof en hij verteld (op onze vragen ingaand) dat de mensen daar begraven worden zonder kist maar gewikkeld in een wit gewaad. Op het ‘graf’ komt dan een steentje te staan, we hebben eerder al eens foto’s geplaatst van een kerkhof. Bij mannen komen twee steentjes te staan en bij een vrouw eentje.

We komen ook bij een coöperatie waar ze laten zien welke sieraden er geruild werden voor de oude boeken. De oude boeken zijn trouwens pas in de 17e eeuw ontdekt. Degene die de oude boeken verzameld heeft deed dat door sieraden, zilver en andere producten te ruilen tegen de boeken.
De coöperatie is eigenlijk een verkapte shop waar ze o.a. sieraden verkopen, we krijgen thee, het hele ritueel gaat weer van start. We onderbreken op een gegeven moment toch de man die allerlei sieraden laat zien, we zijn er eigenlijk een beetje moe van….

Aan het einde komen we ook nog in de pottenbakkerij waar iemand het een ander zit te beschilderen met henna. Ik krijg een henna tatoeage op mijn hand en we mogen in de winkel even rondkijken. Maar we willen niets kopen, we kijken voor beleefdheid even rond. De gids geeft aan dat de bibliotheek over een half uurtje open gaat maar we hebben het eigenlijk wel gezien en willen weg. Dat vinden de mannen in de winkel en de gids niet zo’n goed idee maar ze moeten zich er bij neerleggen. We betalen de gids en de ‘bewaker’ van de campers en ‘beloven’ dat we op de terugweg de bibliotheek gaan bezoeken.

We rijden door naar Ouled Driss, 70 km. verder naar het zuiden. Het is een smalle weg, althans de totale weg is wel breed maar het asfalt dat er op ligt is maar 1 auto breed en afgebrokkeld aan de kanten en met hier en daar behoorlijke gaten. Het is dus manouvreren als er een tegenligger komt. We komen op een gegeven moment een convooi auto’s tegen, luxe suv’s. De voorste auto seint met zijn lichten en toetert, wij wachten zo lang mogelijk met aan de kant gaan. Het is een politieauto met daarachter een stuk 10 luxe auto’s, waarschijnlijk hoge piefs. Wat een poeha.
Je denkt 70 km.: dat doen we wel in twee uurtjes, het worden er drie. In Ouled Driss zien we direct het bord naar de camping: camping Kasbah Ouled Driss. Een stoffig gebeuren tussen de palmbomen maar dat is niet negatief bedoeld. Maar als we eenmaal straks weer terug zijn in de ‘bewoonde’ wereld zullen we wel heel wat zand verzameld hebben aan en in de camper. En dan staat er nog niet eens veel wind.
We gaan thee drinken bij de receptie en inschrijven. De jongeman die ons ontvangen heeft verteld dat we met hem de woestijn in kunnen: We vertrekken om 13uur en zitten 1 uur op een kameel (ze noemen hier een dromedaris een kameel) en dan de rest met een 4-wheel-drive, in totaal 60km de woestijn in. Dan overnachten we in een Bedoeïenentent, we krijgen eten: soep en een tajine en een dessert. We kunnen daar ook rauwe kamelenmelk drinken, helemaal toppie en bronwater. Dan krijgen we ‘s ochtends een ontbijt en om 10.30uur zijn we dan weer terug bij de campers. En dat alles voor 1000DH per persoon, lijkt ons niet duur. We spreken het af. Cees geeft aan dat hij wel zo’n ‘tulband’ wil dragen en de jongeman heeft dat in zijn shop te koop. Hij geeft Cees eerst een blauwe lap katoen van 6 meter en wikkelt het om Cees zijn hoofd. Het ziet er prachtig uit maar Cees moet het wel zelf kunnen doen en gaat uiteindelijk voor een lap katoen van 3 meter, donkerblauw het staat hem prachtig.
We hebben in het restaurant van de camping soep en tajine met vlees en groente besteld, dus we gaan zo lekker eten. De soep was lekker, twee keer opgeschept en de tajine was ook heerlijk, lekker gegeten.
We zitten 7km. van M’Hamid vandaan, daar houdt het asfalt op, er is dan alleen nog piste de woestijn in. Daarna is het dan nog 45km. naar de Algerijnse grens. Morgen gaan we met het kameel/dromedaris en de 4wheel de woestijn in en overnachten in een bivak.

26 februari – dinsdag – Ouled Driss – Sahara
Vandaag is dan dus de ‘grote dag’, we gaan de woestijn in. Om 13uur zijn we naar het begin van de camping gelopen en daar lagen de dromedarissen geknield op ons te wachten, eentje was behoorlijk aan het brullen. Die zag natuurlijk Cees aankomen en dacht: moet ik hem dragen. 🙂

Cees mocht inderdaad op die dromedaris, als tweede was ik aan de beurt en Co mocht op de voorste. Ze werden met een touw aan elkaar vastgemaakt de begeleider liep er voor op blote voeten. We gingen door het dorp richting woestijn, achter het dorp langs. Na ca. een half uurtje was er pauze, bij het afstappen merken we hoe stijf je er van wordt, maar we herstellen weer snel. Even wat plaatjes gemaakt en weer verder.
Het is helemaal niet eng of zo, het is eigenlijk wel heel grappig….. voor een uurtje, we moeten er niet aandenken dat je de hele dag op zo’n dier moet rijden.



Bij het eindpunt staat Said met zijn 4×4 te wachten, Said is de beheerder van de camping. We stappen in en rijden via M’hamid naar de woestijn.
Onderweg stopt hij nog bij een waterput waar een aantal vrouwelijke nomaden zitten, twee doen de was, de andere twee zitten bij de put en hebben sieraden uitgestald. Er loopt ook een kudde geiten rond: die net twee jonkies hebben geworpen. Leuk om te zien hoe ze vrij snel op hun pootjes staan. We rijden verder en komen ook nog langs een oase, waar dus ook een stroompje water is, komt van een onderaardse rivier. Je ziet de kikkertjes zwemmen, en dat midden in de woestrijn.
Uiteindelijk, na heel veel hotsen en botsen komen we aan bij het bivak. Wij denken bij een woestijn/Sahara alleen aan zand maar wat een stenen zijn we onderweg tegengekomen.
Het bivak ligt midden tussen de duinen en ziet er hartstikke leuk en goed uit. Een grote tent waar stoelen, banken en tafels in staan, de gezamenlijke ruimte. Er staan 8 tenten in een hoefijzervorm omheen waar in geslapen kan worden. Wij krijgen een tent toegewezen en Cees krijgt de tent naast ons. Er ligt een tweepersoons matras in met als onderlaken een wollen deken. En een keihard kussen komen we ‘s avonds achter. Maar alles is natuurlijk beter dan op de grond liggen. We slapen ouderwets onder wollen dekens.
We krijgen weer thee aangeboden, zonder suiker (de Marokkanen begrijpen er niets van). We gaan de duinen in om van een zonsondergang te genieten, alleen is het gaandeweg de middag bewolkt geworden. Er is wel mooi licht om foto’s van elkaar te maken maar niet van de ondergaande zon, helaas.



Om 19.30uur krijgen we een heerlijke soep geserveerd en daarna een tajine met groente en kip, het is allemaal heerlijk.
Daarna zitten we nog even te praten met Said en vragen hem het hemd van het lijf. Zelf wil hij natuurlijk ook wel wat van ons horen, het is gezellig en natuurlijk is er thee.

27 februari – woensdag – Sahara – Ouled Driss
Vanmorgen zijn Co en ik om 6 uur opgestaan om van de zonsopgang te genieten. Het was best wel fris maar we zijn toch op blote voetjes de duinen in gegaan. Goed om te ‘aarden’. Het is weer bewolkt maar we hebben toch wat leuke plaatjes kunnen schieten.

Om 8 uur roepen we Cees, die is nog in dromenland. Hij heeft 11 uur in bed gelegen en alleen maar geslapen, dat is toch een zegen.
Om 8.30uur krijgen we ontbijt, een Europees ontbijt: brood, boter, jam, smeerkaas en een danoontje. Er is jus d’orange, koffie, thee en geitenmelk. Eindelijk weer eens melk, we vragen aan Said of het mogelijk is dat we bij terugkomst ook rauwe melk kunnen kopen. Hij geeft aan dat dat kan alleen is het dan kamelenmelk.
De terugrit vinden we mooier dan de heenreis, meer door zandgebied. Onderweg stopt Said nog, stapt uit en komt terug met een woestijnroos. Een gedroogde bloem die er prachtig grillig uitziet. Later stopt hij nog eens en komt terug met een fossiel, met een vissengraatje erin afgebeeld.

Om 10.30uur zijn we terug op de camping, toe aan een douche om het stof er af te wassen. Daarna heb ik nog even de kleding gewassen alles was smoezelig.
Het was wel heel leuk, maar 1 nachtje is genoeg. Wij hebben dus dit gedaan via Said van camping Kasbah Ouled Driss.
Said komt vragen hoeveel melk we willen, we bestellen 10 liter. Na een half uurtje komt hij terug om geld voor de melk op te halen, het komt op 50DH per liter, dat is € 4,50 voor een liter. Geen haar op ons hoofd die daar aan denkt, in Nederland betalen we € 0,60 voor 1 liter koeienmelk. Said geeft aan dat de kamelenmelk uit de Sahara moet komen en dat het duurder is omdat het ook veel wordt gedronken door zieke mensen waar het erg goed voor is. Melk is goed voor elk, weten wij dus dat is waar. Maar we geven aan Said aan dat als het zo’n dure prijs is dat hij dat eerst aan had moeten geven. Wij leren ervan om een volgende keer eerst naar een prijs te vragen. Said gaat kijken of hij het probleem op kan lossen. Later komt hij terug om het aan te bieden voor 40DH (€ 3,60) per liter en of we dan 5 liter af willen nemen, samsam met zijn moeder, die de melk heeft. We gaan niet akkoord, bieden later nog aan dat we 3 liter overnemen om hem tegemoet te komen maar hij laat het zo. Jammer dan. Zijn moeder had de melk bij elkaar gesprokkeld, dan sprokkelt ze het maar weer terug.
De was is zo droog, er staat veel wind. Dat brengt alleen ook veel zand mee, in de camper is het overal fijnstof, morgen maar weer vegen. We zitten nu lekker buiten te relaxen en gaan morgen weer verder; richting Nkob is de bedoeling.
28 februari – donderdag – Ouled Driss – Nkob
De laatste dag van februari al weer en bijna 7 weken onderweg, het gaat lekker zo, we vermaken ons opperbest en hebben samen met Cees veel plezier. We doen vandaag een poging om weg te komen bij al dat zand, we zijn het effe zat.

We rijden dezelfde weg terug: 190km. Dan kun je linksaf naar Agdz waar we geweest zijn en rechtsaf richting Rissani, de N108. We komen daardoor ook door Nkob, daar woont een Nederlander die we van het camperforum ‘kennen’. Het lijkt ons leuk om hem en zijn vrouw te ontmoeten en te spreken. We zijn rond 14uur in Nkob en lopen het dorpje in, het eerste winkeltje waar we binnen stappen heeft yoghurt zonder suiker, naturel. We kopen gelijk de hele voorraad op. Dan gaan we wat eten in een restaurantje: ‘Merzouga’. We vragen de ober of hij een Nederlander kent met de naam Kees. Die kent hij, na het eten loopt hij zelfs even mee om zijn huis aan te wijzen. Kees is niet thuis, we besluiten om de camping net voor het dorp op te zoeken en te kijken of we internet hebben, gaan we later nog even kijken of Kees al thuis is.
Op de camping hebben we opeens weer internet, eerder, in het dorp, gaf de router aan dat er geen dekking is en dat er een ‘pin block’ was. We hadden net een nieuw kaartje voor 1 maand gekocht maar wel al geïnstalleerd. Misschien iets niet goed gedaan…. en nu doet alles het opeens weer. Gelijk de site bijgewerkt en geuploaded, kan iedereen zien dat we een leuke tijd hebben gehad in de Sahara / bivak.
We gaan nog even wandelen, Cees heeft nog vlees nodig dus op weg naar het dorp. Door het oude dorp gelopen, het is wel leuk hier. Bovendien zien we een mooie omgeving, we besluiten om morgen even lekker de beentjes te strekken en te gaan wandelen. We lopen nog even door naar het huis van Kees maar hij is nog steeds niet thuis.

Terug op de camping gaan we de mails doorlezen en beantwoorden, het zijn er velen dus nog niet alles is ‘weggewerkt’. Even later wordt er op de deur geklopt en staan daar Kees en zijn vrouw Bea. Ze komen even binnen en we zitten gezellig te kletsen.
We spreken af dat we morgen middag om 15uur elkaar treffen, dan laten ze ons de omgeving zien, gaan we samen een wandeling maken, leuk.
1 maart – vrijdag – Nkob
Vandaag een rustig dagje, we zitten lekker in het zonnetje, alhoewel de wind best wel een beetje fris is. Om 15uur hebben we met Kees en Bea afgesproken, dan laten ze ons wat van de omgeving zien. Vanmiddag hebben we met Kees en Bea rond Nkob gewandeld, aan de buitenkant met zicht op de bergen en dalen, een leuke wandeling.


In het dorp kwamen we langs een hotel in aanbouw, de eigenaar is de burgemeester van het dorp. In de onderdoorgang werd op dat moment een plafond gemaakt van balken die opgevuld werden met bamboestokken, in 3 lagen, in elkaar gevlochten, zag er leuk uit. We hebben wat details gefotografeerd.

Daarna hebben we nog even een verse jus d’orange gedronken in cafe merzouga, gezellig even kletsen.
2 maart – zaterdag – Nkob – Fezna
Vanmorgen weer even heerlijk gedoucht, want dat kan hier prima op camping Ouadjou, het water is heerlijk heet en goede straal water komt eruit.
Eerst zijn we naar de markt van Nkob geweest. We zijn binnendoor, land over zand gelopen en kwamen eerst bij het veegedeelte uit, geiten en schapen werden er verhandeld. Na verkoop worden ze op en in de wagens geladen. In is binnen en op is bovenop in de open lucht.

Dan lopen we door naar de warenmarkt. Er is veel groente en fruit, sinaasappels zo groot als kolen. Wij kopen uien, appels, witte rijst, yoghurt en vlees, suddervlees voor hachee en ook nog gehakt. Bepakt en bezakt gaan we weer naar de camping om ons gereed te maken voor vertrek. Eerst nog even de watertank vullen en dan door de smalle poort met de campers.
We rijden door het dorp, het is een drukte van belang, dus voorzichtig rijden we tussen alles door.
De rit van vandaag bedraagt ca. 230km, naar Fezna, een klein dorpje waar we kunnen staan bij Franse jongemensen, volgens campercontact, lijkt ons wel wat. Onderweg komen we een paar auto’s tegen met: schapen, een stuk of 7 ezels.

Er komt van alles langs, schapen, strobalen en 7 ezels, om en om op de wagen, past precies. Ben wel benieuwd hoe ze de laatste ezels erop gekregen hebben.
Dat houdt in via de N108 richting Rissani en dan bij Alnif ilnksaf noordelijk richting Tinjedad. In Alnif stoppen we aan de kant van de weg en direct komt er een Marokkaan die familie heeft in Holland, hij spreekt ook een redelijk woordje Nederlands. Hij wil ons graag het evenementen terrein laten zien want er is een feest van 1-3 maart, en hij geeft aan dat we mooie foto’s kunnen maken van de oude en de nieuwe kasbah. We vragen eerst wat hij er voor wil hebben maar het is gratis. Oke, zeggen we, dan lopen we even mee.
Het evenementen terrein bestaat uit 4 tenten, waarvan 1 met foto’s van een oorlog die 80 jaar geleden plaatsvond en een kraampje met zelfgemaakte zeilschepen en een ander met honing en kruiden. We voelen alweer nattigheid, er moet weer wat verkocht worden. Dan loopt de man naar de oude kasbah maar op een gegeven moment geven we aan dat we terug naar de camper gaan. Hij stelt voor om thee te gaan drinken maar dat willen we niet. Hij geeft aan dat het onbeleefd is om thee te weigeren. Wij geven aan dat elke keer als we thee mogen drinken dat ons dan ook dingen aangeboden worden voor verkoop en dat we dat niet meer willen. Dat is niet zijn bedoeling. Hij vraagt of we van Zagora komen, want zijn ervaring is dat camperaars die van Zagora komen niets meer willen, dat ze daar ‘verpest’ zijn. Hij is een beetje boos, dit is niet zijn bedoeling.
We lopen terug naar de campers en komen langs winkeltjes, we willen even kijken of ze nog yoghurtjes hebben zonder suiker. De winkelier heeft het maar niet zoveel. De man die onze ‘gids’ was vraagt of we 2 minuutjes hebben, hij loopt het winkeltje uit en houdt iemand aan die een brommer heeft, stapt er op en komt 2 minuutjes later terug met 30 yoghurtjes, hij is naar de groothandel geweest. We nemen de yoghurtjes over en lopen terug naar de campers.



Na 230 km. komen we langs een plek die woestijnachtig aandoet, er staan nomadententen langs de weg en een man in een blauw gewaad houd ons aan. Nu is op deze plek ongeveer de plek waar we willen overnachten. We vragen wat de kosten zijn om hier te overnachten en de man geeft aan dat we dat zelf mogen weten. We besluiten om de campers op het terrein achter de tent te zetten. Er staat al een rode oudere camperwagen.
Na het uitstappen lopen we naar de nomadentent alwaar de eigenaren van de rode camper zitten, het is een Duits gezinnetje met 1 kindje. En er zijn drie berbers; Ibrahim, Josef en Hassan, die aangeduidt wordt als Obama, die bankroet is….. 🙂
Ze hebben een soort viooltje gemaakt van een blik Mobiloil, met 2 stalen snaren en een strijkstof met nylon draad, er komt nog best wel een mooi geluid uit. Dan hebben ze ook nog een apparaatje dat je tussen je tanden houd en dan ga je met een vinger langs een snaartje en dat geeft ook een apart geluid. Er staan nog een paar jembee’s, het is nog gezellig. We drinken weer thee, maar die was al gereed, met heel veel suiker, zoeeeet. We nemen 1 glaasje, het glazuur gaat zowat van onze tanden.
De Duitse jongen, Daniel, heeft een didgeridoo, die haalt hij op en gaat er op spelen. Dat blijft een apart geluid en ook een apart gezicht hoe hij erop blaast. Dat is heel intensief, zo’n muziekinstrument bespelen. De Berbermannen hebben het nog nooit gezien en vinden het prachtig. Ook de hond, Churchill vind het maar vreemd en blijft blaffen.

Op een gegeven moment komt er een grote bus met allemaal Japanners aan, we begrijpen van een mevrouw dat ze 10 dagen Marokko ‘doen’.
Is voor ons het juiste moment om naar de campers terug te gaan. Waarschijnlijk staan we hier wel twee nachtjes, je kunt hier wel leuk wandelen denken we.

In dit gebied loopt een ondergrondse rivier, vanuit de bergen. Overal zie je ‘bergjes’ grond, in elke hoop zit een gegraven put naar de waterloop toe. Alleen in dit gedeelte is geen water meer, het is puur een toeristische attractie, is ook te merken aan het aantal bussen dat hier stopt. Hele bubs eruit, uitleg krijgen misschien nog wat fossielen/souveniertjes kopen en dan weer terug de bus in.

3 maart – zondag – Fezna – Rachidia
Hiep, hiep, hoera, er is er een jarig en dat is Cees. We feliciteren hem maar hij is heel verbaasd, dat is pas morgen hoor. Nee hoor, vandaag is het 3 maart dus je bent jarig, of je wil of niet. 🙂
We lopen nog even een rondje door de omgeving van waar we staan, ziet er allemaal wel mooi uit, al die hopen grond en in de achtergrond de bergen en zandduinen. Dan gaan we toch van start, we geven 10 DH per camper aan de jongens van de nomadentent, zij tevreden, wij tevreden.
We rijden door het dorp Fezna heen en zien lantaarnpalen met zonnepanelen, heel modern. We rijden naar en door Erfoud en komen even later nog door een dorpje waar weekmarkt is. We hebben nog citroentjes nodig want die hadden ze niet op de markt in Nkob. Citroenen zijn er volop en ook nog een groen kooltje, kunnen we weer een prutje maken. Cees koopt nog een Marokkaans kleed voor bij zijn camper buiten, een mooie geel met bruine, voor 80 DH, een kooppie.

We komen langs Arthesische bronnen, zo’n 17 km. boven Erfoud. Het is een groot bronnengebied waar het water hoog de lucht in spuit. Water is hier dus rijkelijk voorhanden maar helaas is het niet geschikt voor bewatering omdat het zoutgehalte te hoog is. Hoe is dat mogelijk zo midden in de bergen? Het is wel heel kleurrijk hier.
We willen proberen om bij een stuwmeer bij Rachidia te gaan staan, rijden eerst een weggetje in dat steeds smaller en steniger wordt en besluiten om om te keren, terug naar de normale weg. Dan komen we bord tegen ‘barrage……’, dat is naar het stuwmeer maar je mag er niet in.

Dan besluiten we maar om naar de camping te gaan waar we nu staan, achter hotel ‘Kasbah Jurrasique’. Kosten 50 DH excl.stroom, incl.douche. En volgens een Franse mevrouw is de douche heerlijk heet, gaan we morgen even onder staan, lekker.


Ga naar week 8
terug naar overzicht